Meisterpaar

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Meis·ter·paar
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Duitse zelfstandige naamwoorden Meister en Paar
enkelvoud meervoud
nominatief das Meisterpaar die Meisterpaare
genitief des Meisterpaares
des Meisterpaars
der Meisterpaare
datief dem Meisterpaar den Meisterpaaren
accusatief das Meisterpaar die Meisterpaare

Zelfstandig naamwoord

Meisterpaar, o

  1. (dans) kampioenspaar
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen