Marva

Niet te verwarren met: marva

Nederlands

Viering van het eerste lustrum van de Marva.

Uitspraak

• Geluid:  Marva    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈmɑrva / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• Mar·va

Woordherkomst en -opbouw

• (letterwoord) "Marine vrouwenafdeling", geschreven met een hoofdletter volgens spellingregel 16.N

	enkelvoud	bezitsvorm	meervoud
naamwoord	Marva	-	-
verkleinwoord	Marvaatje	Marvaatjes	Marvaatjes

Eigennaam

de Marva v

1. (militair) (historisch) (Nederland) van 1944 tot 1982 een onderdeel van de Nederlandse Marine waarin vrouwen vrijwillig ondersteunend werk verrichten, zodat er zoveel mogelijk mannen vrijgemaakt konden worden voor gevechtstaken

   • De Marva, een afdeling binnen de Koninklijke Marine, is in 1982 opgeheven. 

   ▸ Ik diende bij de Marva (vrouwen werkzaam bij de Marine, red.) en verbleef onderin het schip.

Opmerkingen

• Tot het eind van de 20e eeuw bestond er minder duidelijkheid over de schrijfwijze van afkortingen. De naam van de organisatie werd vaak geschreven als "MARVA" en de leden ervan aangeduid als "Marva".

Verwante begrippen

• Luva
• Milva

Afgeleide begrippen

• marva

Gangbaarheid

• Het woord 'Marva' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.