Manding
Uiterlijk
| ISO 639-3 |
|---|
| man |
- Man·ding
| enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
|---|---|---|---|
| naamwoord | Manding | - | - |
| verkleinwoord | - | - | - |
het Manding o
- geen meervoud (taal) macrotaal binnen de Mandetalen gesproken door 20 miljoen mensen in West-Afrika
- Het woord 'Manding' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Centraal-Mandetalen
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Eigennaam in het Nederlands
- Betekenis zonder meervoud in het Nederlands
- Taal in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal