Mächte

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Mäch·te

Zelfstandig naamwoord

Mächte

  1. nominatief vrouwelijk meervoud van Macht
    «Hier müssen dunkle Mächte am Werk gewesen sein.»
    Hier moeten duistere machten aan het werk zijn geweest.

Mächte

  1. genitief vrouwelijk meervoud van Macht

Mächte

  1. accusatief vrouwelijk meervoud van Macht
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • dunkle Mächte
duistere machten
  • fremde Mächte
vreemde mogenheden