Leids
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Leids
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Leids | Leidser | Leidst |
verbogen | Leidse | Leidsere | Leidste |
partitief | Leids | Leidsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Leids
- (demoniem) van, uit, zoals in, betreffende, enz. Leiden
- 3 oktober is nog altijd een Leidse feestdag.
Verwante begrippen
Demoniemen bij Leiden in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Leidenaar • inwoonster: Leidse • bijvoeglijk: Leids |
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Leids | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het Leids o
- (taal) de taal van de stad Leiden
- Het Leids is een Hollands dialect.
Hyperoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Leids staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.