Kleinfles
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Klein·fles
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Kleinfles | Kleinflessen |
verkleinwoord | Kleinflesje | Kleinflesjes |
Zelfstandig naamwoord
- (wiskunde) een niet-oriënteerbaar oppervlak, een oppervlak (als twee-dimensionale variëteit) zonder aanwijsbare "binnen" en "buitenkant", dit omdat ze geleidelijk in elkaar overgaan
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'Kleinfles' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.