Kaninefaat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ka·ni·ne·faat
Woordherkomst en -opbouw
  • Over de oorsprong van de naam lopen de meningen uiteen. Kanininefaat zou Germaans zijn voor 'konijne-eter'. Een andere verklaring is gerelateerd aan een Romeinse oorsprong: 'canis' = hond. In dat geval zou worden bedoeld een volk dat joeg met (hazewind)honden, zoals van de Kelten bekend is.
enkelvoud meervoud
naamwoord Kaninefaat Kaninefaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Kaninefaatm

  1. lid van een Keltisch-Germaanse volk vermeld in Romeinse bronnen, dat vermoedelijk leefde aan de Noordzeekust in het huidige Noord-Holland ten tijde van de Romeinse aanwezigheid in Nederland

Gangbaarheid