Kaninefaat
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Kaninefaat (hulp, bestand)
Woordafbreking
- Ka·ni·ne·faat
Woordherkomst en -opbouw
- Over de oorsprong van de naam lopen de meningen uiteen. Kanininefaat zou Germaans zijn voor 'konijne-eter'. Een andere verklaring is gerelateerd aan een Romeinse oorsprong: 'canis' = hond. In dat geval zou worden bedoeld een volk dat joeg met (hazewind)honden, zoals van de Kelten bekend is.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Kaninefaat | Kaninefaten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Kaninefaat m
- lid van een Keltisch-Germaanse volk vermeld in Romeinse bronnen, dat vermoedelijk leefde aan de Noordzeekust in het huidige Noord-Holland ten tijde van de Romeinse aanwezigheid in Nederland
Gangbaarheid
- Het woord Kaninefaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.