Kameroener
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Kameroener (hulp, bestand)
Woordafbreking
- Ka·me·roe·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Kameroener | Kameroeners |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Kameroener m
- (demoniem) een inwoner van Kameroen, of iemand afkomstig uit Kameroen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Kameroen in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Kameroener • inwoonster: Kameroense • bijvoeglijk: Kameroens |
Gangbaarheid
- Het woord Kameroener staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.