Jonas

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: jonasJona


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Jo·nas
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud
nominatief   Jonas  
genitief   Jonas'  

Eigennaam

Jonas m

  1. (religie) andere weergave van de naam Jona, een profeet
     Het idee dat walvissen onheil voorspelden, kwam uit de Bijbel - Jonas en de walvis.[3]
  2. (mannelijke naam) jongensnaam
     Een groepje vrienden, onder wie geschiedenisleraar Jonas Goossenaerts, wist de coronatijd nuttig te besteden door thuis geschiedenislessen op te nemen.[4]
  3. verouderde spelling of vorm van jonas tot 2006
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jonas op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 19 juni 2023 Weblink bron
    Anouk van Kampen
    “In zestiende eeuw zag men in bultrug ‘Johannes’ het einde van de wereld” (17 december 2012) op nrc.nl
  4. Bronlink geraadpleegd op 19 juni 2023 Weblink bron
    Jeanne Geerken
    “Je favoriete geschiedenisleraar” (11 november 2022) op nrc.nl