Jom Hakipoeriem

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Jom Ha·ki·poe·riem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Jom Hakipoeriem -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Jom Hakipoeriemm

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) dag van vasten en boetedoening op 10 tisjri
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) traktaat in de Talmoed Jeroesjalmi en de Talmoed Bavli, over de Grote Verzoendag
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen