Japanse notenboom

Nederlands

Een volgroeide Japanse notenboom

Uitspraak

• Geluid:  Japanse notenboom    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• Ja·pan·se no·ten·boom

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  Japanse  en notenboom

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Japanse notenboom	Japanse notenbomen
verkleinwoord	Japans notenboompje	Japanse notenboompjes

Zelfstandig naamwoord

de Japanse notenboom m

1. (coniferen) Ginkgo biloba  een boom uit de familie Ginkgoaceae . De soort is oorspronkelijk afkomstig uit China; hij wordt gekweekt en is niet meer in het wild bekend. De plant wordt gezien als een levend fossiel omdat het de enig overgebleven soort is van zowel het geslacht Ginkgo als de familie Ginkgoaceae

Synoniemen

• ginkgo, tempelboom, eendenpootboom

Hyperoniemen

• ginkgo, zaadplanten, naaktzadigen, landplanten, planten

Opmerkingen

• De ginkgo is ook naaktzadig en wordt hier om die reden ingedeeld bij de categorie coniferen, hoewel hij daar botanisch buiten valt.

Gangbaarheid

• Het woord 'Japanse notenboom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] Japanse notenboom in het Nederlands Soortenregister N
• [1] Japanse notenboom op Wikidata