Iris
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Iris
enkelvoud | |
---|---|
nominatief | Iris |
genitief | Iris' |
Eigennaam
Iris v
- (vrouwelijke naam) meisjesnaam
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- Iris
Woordherkomst en -opbouw
- Komt uit het Grieks.
Zelfstandig naamwoord
Iris v
- (anatomie) (meervoud: Iris, zelden Iriden, Irides): regenboogvlies
- (plantkunde) (meervoud: Iris): iris
- (mythologie) (geen meervoud): een gevleugelde vrouwelijke bode van goden
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | die Iris | die Iris, die Iriden, die Irides |
genitief | der Iris | der Iris, der Iriden, der Irides |
datief | der Iris | den Iris, den Iriden, den Irides |
accusatief | die Iris | die Iris, die Iriden, die Irides |
Synoniemen
- [1] Regenbogenhaut
- [2] Schwertlilie
Antoniemen
- [1] Pupille
Afgeleide begrippen
- [1] Irisdiagnose, irisieren, Irisscan, Iritis
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Eigennaam in het Nederlands
- Vrouwelijke naam in het Nederlands
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 4
- Woorden in het Duits met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Duits
- Anatomie in het Duits
- Plantkunde in het Duits
- Mythologie in het Duits