Indische bospatrijs

Nederlands

Foto collectie Tropenmuseum. ("Wijfje van de Langsnavelpatrijs")

Uitspraak

• Geluid:  Indische bospatrijs    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• In·di·sche bos·pa·trijs

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  Indische  en bospatrijs

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Indische bospatrijs	Indische bospatrijzen
verkleinwoord	Indisch bospatrijsje	Indische bospatrijsjes

Zelfstandig naamwoord

de Indische bospatrijs m

1. (hoendervogels) Rhizothera longirostris  een vogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd als Perdix Longirostris in 1815 door de Nederlandse natuuronderzoeker en eerste directeur van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie: Coenraad Jacob Temminck. Het is een voor uitsterven gevoelig soort op Malakka, Sumatra en Borneo

Hyperoniemen

• fazantachtigen, hoendervogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'Indische bospatrijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.