Husar

Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- Hu·sar
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Hongaarse zelfstandige naamwoord huszár
Naar frequentie | 74613 |
---|
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | der Husar | die Husaren |
genitief | des Husaren | der Husaren |
datief | dem Husaren | den Husaren |
accusatief | den Husaren | die Husaren |
Zelfstandig naamwoord
Husar, m
- (beroep), (historisch), (militair) huzaar
- «Da kam plötzlich ein betrunkener Husar dahergejagt, und ritt geradezu in die Töpfe hinein, dass alles in tausend Scherben zersprang.»
- Opeens kwam er een dronken huzaar over de markt jagen, hij reed juist door haar potten en alles sprong in duizend scherven.[1]
- «Da kam plötzlich ein betrunkener Husar dahergejagt, und ritt geradezu in die Töpfe hinein, dass alles in tausend Scherben zersprang.»
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Verwijzingen
- ↑ Aus dem Märchen "König Drosselbart"
Uit het sprookje "Koning Merelbaard"