Hindoestaans

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: hindoestaans


Nederlands

ISO 639-3
hns
 
Uitspraak
Woordafbreking
  • Hin·doe·staans
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Hindoestaans
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het Hindoestaanso

  1. (taal) op het Hindoestani gebaseerde mengtaal gesproken door migranten uit India naar de Cariben en hun nazaten
    • Jit Narain schrijft, afgezien van het Nederlands, in "zuiver" Sarnami (Surinaams Hindoestaans). [2]
Synoniemen
Hyponiemen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Hindoestaans Hindoestaanser Hindoestaanst
verbogen Hindoestaanse Hindoestaansere Hindoestaanste
partitief Hindoestaans Hindoestaansers -

Bijvoeglijk naamwoord

Hindoestaans

  1. van, bij of betrekking hebbend op Surinamers of Surinaamse Nederlanders van Indiase afkomst
    • Hij gaat nu bij collega-jeugd- en kinderartsen langs met zijn nieuwe gegevens. Die laten zien welke lengte en gewicht normaal zijn voor een Hindoestaans kind van een bepaalde leeftijd. [3]
    • Wel waren er mensen die tegen het initiatief van Boas ernstige bezwaren hadden. Als het in hun macht gelegen had dan zou het Avros-bestuur, vanwege al dat Hindoestaans gedoe, naar huis zijn gestuurd. Maar het Hindoestaanse uurtje was door de overheid gevorderd en het bestuur van de omroepvereniging kon niets doen. [4]
  2. van, bij of betrekking hebbend op migranten vanuit India en hun nazaten
    • Overigens bekommert de staat zich vooral om Sinhalezen en minder om burgers die Hindoestaans, Tamil of moslim zijn. [5]
    • Danny maakt wereldgerechten van Knorr, ik kook echt Hindoestaans of Italiaans. [6]
  3. (demoniem) met betrekking tot Hindoestan, de Hindoe's of het Hindoestani
    • "Het is schipperen", legt de Indiase journalist Sanjay Sharma uit in de studio van het tv-station News India. Dagelijks geeft hij om acht uur ’s avonds een politieke analyse. Deze Hindoestaanse nieuwszender, die nu drie jaar bestaat, bereikt heel India en dagelijks luisteren zo’n 25 miljoen Indiërs naar zijn betoog. [7]
Opmerkingen
  • De betekenis "met betrekking tot Hindoestan of de Hindoe's" is na 1950 minder gangbaar geworden."
  • Het bijvoeglijk naamwoord dat verwijst naar de religie hindoeïsme wordt volgens spellingregel 16.M met een kleine letter geschreven: hindoestaans.
Synoniemen
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen