Hamburgse
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Ham·burg·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Hamburgse | Hamburgsen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Hamburgse v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Hamburg, of een vrouw afkomstig uit Hamburg
Verwante begrippen
Demoniemen bij Hamburg in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Hamburger • inwoonster: Hamburgse • bijvoeglijk: Hamburgs, Hamburger |
Bijvoeglijk naamwoord
Hamburgse
- verbogen vorm van de stellende trap van Hamburgs
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord Hamburgse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.