Grote Verzoendag

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
  • Gro·te Ver·zoen·dag
enkelvoud meervoud
naamwoord Grote Verzoendag -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de Grote Verzoendagm

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) (feest) feestdag van verzoening, dag van vasten en boetedoening op 10 tisjri
     Het doel van Grote Verzoendag is je te doordringen van wat je het afgelopen jaar verkeerd hebt gedaan. Wie heb je gekwetst, benadeeld, genegeerd? De tien dagen vóór Grote Verzoendag moet je gebruiken om het met die personen weer goed te maken. Op de dag zelf bekennen we met zijn allen dat we fouten maken en vragen we om vergeving. Met negenhonderd mensen tegelijk zingen we de Hebreeuwse tekst die de misstappen van de mens opsommen: machtsmisbruik, haat, roddel, vreemd gaan en nog veertien andere.[3]
     De vriendin die mij meenam fluisterde dat de Grote Verzoendag voor de joden als Kerst voor de christenen is, ineens komt iedereen naar de synagoge toe.[4]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  3. Bronlink geraadpleegd op 10 november 2021 Weblink bron
    Martijn Katan
    “Zin in vaste rituelen” (4 oktober 2014) op nrc.nl op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 10 november 2021 Weblink bron
    Simone van Saarloos
    “Jom Kippoer en de veilige houvast van het cynisme” (6 oktober 2014) op nrc.nl op Wikipedia