Gebruiker:MarcoSwart/vl

Uit WikiWoordenboek
  1. tref
  2. 24 urenstaking
  3. 24 uur op 24
  4. 40 urenweek
  5. 7 op 7
  6. aan
  7. aan
  8. aan
  9. aan
  10. aanbieden
  11. aanbrengen
  12. aandacht!
  13. aandacht
  14. aandampen
  15. aandrang
  16. aandraven
  17. aanduiden
  18. aanduiding
  19. aaneen
  20. aangebrande
  21. aangeven
  22. aangewezen
  23. aanhechten
  24. aanhouden
  25. aanhoudingsmandaat
  26. aanklagen
  27. aankleven
  28. aankomstlijn
  29. aankondigen
  30. aanleunen
  31. aanplakbrief
  32. aanrekenen
  33. aanschuiven
  34. aanslagjaar
  35. aanspelen
  36. aansteken
  37. aantal
  38. aantrek
  39. aanvatten
  40. aanvijzen
  41. aanwerven
  42. aanwervingsstop
  43. aanwezigheidslijst
  44. aanzien
  45. aap
  46. aap
  47. aard
  48. aard
  49. aardappel
  50. aardappelbloem
  51. aarde
  52. aartslelijk
  53. aartsmoeilijk
  54. aberrant
  55. abstractie
  56. academiejaar
  57. acajou
  58. accident
  59. accidenteel
  60. achter
  61. achterhesp
  62. achterkeuken
  63. achterkomertje
  64. achternoen
  65. achterophinken
  66. achterplan
  67. achterpoortje
  68. achterstel
  69. acrogym
  70. actief
  71. actieve
  72. ademtest
  73. aderspat
  74. administratie
  75. bol af
  76. afdoen
  77. afdokken
  78. afdreigen
  79. affaire
  80. affairisme
  81. affiche
  82. affirmatief
  83. affronten
  84. affronteren
  85. afgang
  86. afgeborsteld
  87. afgevaardigd
  88. afgevaardigde
  89. afhalen
  90. afhaspelen
  91. afhouding
  92. afkomen
  93. kom af
  94. afkorten
  95. afkorting
  96. afkuisen
  97. aflaten
  98. afleveren
  99. aflezen
  100. aflijnen
  101. aflijvig
  102. aflijvige
  103. 24 urenstaking
  104. afluizen
  105. afpitsen
  106. afprinten
  107. afreis
  108. af rekenen
  109. afrijden
  110. afgeschaft
  111. afscheidspremie
  112. afslag
  113. afslag
  114. akkoord
  115. afspannen
  116. afstand
  117. afstappen
  118. afstappen
  119. afstrijden
  120. aftrappen
  121. aftrekker
  122. aftrekker
  123. aftroeven
  124. afvallingskoers/afvallingsrace
  125. afvijzen
  126. afwachting
  127. afgewassen
  128. afwezigheidslijst
  129. afzien
  130. airhostess
  131. ajuin
  132. akkoord
  133. al
  134. alaam
  135. alcoholieker
  136. alcoholstift
  137. algemeenheid
  138. algemene
  139. allee
  140. alleenverdeler
  141. allergisch
  142. alleszins
  143. allez
  144. alluderen
  145. allusie
  146. almeteens
  147. alpijns
  148. als
  149. alsjeblieft
  150. alvast
  151. alvorens
  152. amai
  153. amateur
  154. ambetant
  155. ambetanterik
  156. ambeteren
  157. ambras
  158. ambulancier
  159. amen
  160. américain
  161. amigo
  162. ancien
  163. ander
  164. andere
  165. anderendaags
  166. andersvalide
  167. angine
  168. ankerman
  169. antenne
  170. antigel
  171. apenjaren
  172. aperitiefconcert
  173. apotheekkast
  174. appareil
  175. appartementsgebouw
  176. appelen
  177. appelaar
  178. appelsien
  179. appelspijs
  180. appetijt
  181. applausvervanging
  182. aprilvis
  183. arbeidsgeneesheer
  184. arbeidsgeneeskunde
  185. arbeidskamer
  186. arbeidsonbekwaam
  187. arbeidsongeval
  188. Ardeens
  189. arduin
  190. arm
  191. armbanduurwerk
  192. armoezaaier
  193. armtierig
  194. arsenaal
  195. artikels
  196. artisanaal
  197. artisanale
  198. artisanaat
  199. asse
  200. assistent
  201. autobatterij
  202. autocar
  203. autoconstructeur
  204. automecanicien
  205. automobielinspectie
  206. autopiloot
  207. autosalon
  208. autostop
  209. autostrade
  210. autotaks
  211. autovoerder
  212. autozoektocht
  213. avant-première
  214. avondkledij
  215. avondkleed
  216. avondmalen
  217. awel
  218. baalkatoen
  219. baan
  220. baan
  221. baan
  222. baan
  223. baancafé
  224. baanrestaurant
  225. baanvak
  226. baanvast
  227. baar
  228. baard
  229. baard
  230. bache
  231. backlijn
  232. badstad
  233. bagagedrager
  234. bain
  235. bak
  236. bakkerij
  237. bakkerin
  238. bakschieten
  239. baksteen
  240. bal
  241. banbliksem
  242. bancontact
  243. bandbreuk
  244. bangelijk
  245. bankbriefje
  246. bankkaart
  247. bankuittreksel
  248. bareel
  249. barema
  250. barnumreclame
  251. basket
  252. baskets
  253. basketten
  254. batig
  255. batterij
  256. bavet
  257. baxter
  258. bazaar
  259. beantwoorden
  260. bebbel
  261. bedje
  262. bedampen
  263. bedankt
  264. bedanking
  265. bedding
  266. bedelen
  267. bedenking
  268. bedevaarder
  269. bediende
  270. bedrieg
  271. bedrijfslasten
  272. bedrijfswagen
  273. bedrijfszetel
  274. bedrijvig
  275. benen
  276. been
  277. benen
  278. beenhard
  279. beenhouwer
  280. beestje
  281. beestig
  282. begankenis
  283. begapen
  284. begeven
  285. begin
  286. begingeneriek
  287. beginnen
  288. begonnen
  289. begoed
  290. begoochelingen
  291. begot
  292. begraving
  293. begrepen
  294. behangpapier
  295. beheerraad
  296. behoudsgezind
  297. bekampen
  298. beklag
  299. beknibbelen
  300. bekomen
  301. bekommerd
  302. bekommernis
  303. bekwaam
  304. belang
  305. belastingbrief
  306. belet
  307. bel-etage
  308. belfort
  309. beliefte
  310. belleketrek
  311. belope
  312. belooft
  313. beluik
  314. bemerking
  315. bemeubelen
  316. benauwelijk
  317. beneden
  318. bepaald
  319. bepotelen
  320. bereide
  321. bergop
  322. beroep
  323. beschaamd
  324. beschikken
  325. beschrijf
  326. beschuldiging
  327. beslagen
  328. beslissen
  329. best
  330. bestaansonzeker
  331. bestatigen
  332. bestemmeling
  333. bestendig
  334. bestoefen
  335. besttijd
  336. betalend
  337. beter
  338. beter
  339. beteren
  340. beterhand
  341. beterkoop
  342. betichte
  343. betoelagen
  344. betoelaging
  345. betonneren
  346. betrachten
  347. betrachting
  348. betrouwen
  349. betwisting
  350. beu
  351. beuling
  352. beurtrol
  353. beurtstaking
  354. bevallingsrust
  355. bevallingsverlof
  356. bevek
  357. bevolkingsaangroei
  358. bevoordeligen
  359. bevraging
  360. bewaard
  361. bewaarmiddel
  362. bewijs
  363. bewonerskaart
  364. bezetsel
  365. bezien
  366. bezoedeling
  367. bib
  368. bibbergeld
  369. bic
  370. biecht
  371. bier
  372. bierbak
  373. bierkaartje
  374. bigbag
  375. bijeen
  376. bijgevolg
  377. bijhebben
  378. bijhorend
  379. bijhorigheden
  380. bijhuis
  381. bijkomend
  382. bijkomende
  383. bijlage
  384. bijlange
  385. bijtreden
  386. bijvraag
  387. bijwijlen
  388. bijzetten
  389. bijzonderste
  390. bil
  391. bilan
  392. biljettenautomaat
  393. binnenbreken
  394. binnendoen
  395. binnendoen
  396. binnenkoer
  397. binnenpost
  398. binnenregenen
  399. binnenrijven
  400. binnenschieten
  401. binnenspelen/binnen spelen
  402. binnenspringen
  403. binnensturen
  404. binst
  405. bisjaar
  406. bisnummer
  407. bissen
  408. bissen
  409. bisser
  410. bitsig
  411. blaadje
  412. bladzijde
  413. blaffetuur
  414. blakke
  415. blak
  416. bleekselder
  417. bles
  418. blijf
  419. blink
  420. bloed
  421. bloem
  422. bloemen
  423. bloemen
  424. bloemenstoet
  425. bloemsuiker
  426. blok
  427. blokletteren
  428. blokrijden
  429. blote
  430. bluswerken
  431. bluts
  432. bobijntje
  433. boeken
  434. boekentas
  435. boekskens
  436. boel
  437. boerenbuiten
  438. boîte
  439. bokaal
  440. boksen
  441. bollen
  442. bollenwinkel
  443. bolwassing
  444. bomma
  445. bompa
  446. bon
  447. bonjour
  448. boogscheut
  449. bonen
  450. boontje
  451. boontjes
  452. boord
  453. boord
  454. boorddocumenten
  455. boordsteen
  456. borduur
  457. bordveger
  458. borstel
  459. borstel
  460. borstels
  461. bosduif
  462. bosklas
  463. botten
  464. boterkoek
  465. botermelk
  466. bottine
  467. boule
  468. boulet
  469. bouwheer
  470. bouwpromotor
  471. bouwtoelating
  472. bouwverlof
  473. bouwwerf
  474. bovenarms
  475. bovenhalen
  476. bovenhand
  477. bovenspitten
  478. braderen
  479. braderij
  480. brand
  481. brand
  482. brandalcohol
  483. brandkoffer
  484. breeddenkendheid
  485. breedsprakerig
  486. brei
  487. brengen
  488. Bretoens
  489. bricolage
  490. bricoleren
  491. briefomslag
  492. brieventas
  493. brik
  494. brilscore
  495. broek
  496. broek
  497. broekkousen
  498. brol
  499. brood
  500. brood
  501. brood
  502. brooddoos
  503. broodjes
  504. broodje
  505. brossen
  506. brosser
  507. brousse
  508. brug
  509. brugdag
  510. brugpensioen
  511. bruine
  512. bruis
  513. bruiswater
  514. bucht
  515. building
  516. buis
  517. buisvak
  518. buiten
  519. buiten
  520. buiten
  521. buitengooien
  522. buitenschoppen
  523. buitensjotten
  524. buitensmijten
  525. buitenvliegen
  526. buitenwipper
  527. buitenzicht
  528. buizen
  529. bureautica
  530. bureel
  531. burgemeesterssjerp
  532. burgerlijke
  533. burgerrechtelijk
  534. burgershuis
  535. bussel
  536. buurtweg
  537. BV
  538. besloten
  539. cache-pot
  540. cadet
  541. cafard
  542. caleçon
  543. camion
  544. camionette
  545. camioneur
  546. campus
  547. caoutchouc
  548. capabel
  549. captatie
  550. captatiewagen
  551. capteren
  552. carcan
  553. carjacking
  554. carnavalist
  555. carrure
  556. cassant
  557. cassonade
  558. catalogeren
  559. cataloog
  560. categoriek
  561. cavalier
  562. certitude
  563. cervela
  564. chance
  565. chape
  566. chapelure
  567. charcuterie
  568. charel
  569. charmezanger
  570. chauffage
  571. chichi
  572. Chinese
  573. chiro
  574. choco
  575. choucroute
  576. chrono
  577. chrono
  578. chronometreren
  579. cinema
  580. cité
  581. citerne
  582. classeur
  583. cliënteel
  584. coiffeur
  585. col
  586. colère
  587. collant
  588. collectioneren
  589. collocatie
  590. coma
  591. combattief
  592. combinaison
  593. commerçant
  594. commerce
  595. commercialiseren
  596. commissies
  597. communautarisering
  598. communiezieltje
  599. compagnie
  600. compassie
  601. competitiviteit
  602. compostmeester
  603. compromis
  604. concentratieschool
  605. concertatie
  606. concordaat
  607. concurrentieel
  608. confituur
  609. congé
  610. consacreren
  611. consoorten
  612. constatatie
  613. contacteren
  614. contactname
  615. containerpark
  616. content
  617. contentement
  618. contesteren
  619. controle
  620. convenabel
  621. coöperant
  622. coöperant
  623. coöptatie
  624. coördinaten
  625. corbillard
  626. corniche
  627. cornichon
  628. courant
  629. coureur
  630. crapuul
  631. cravate
  632. credibiliteit
  633. crèmerie
  634. cresson
  635. creveren
  636. croque-monsieur
  637. cuisson
  638. culpabiliseren
  639. cumul
  640. cumuleren
  641. cumuleren
  642. curieus
  643. curieuzeneus
  644. curryworst
  645. cutter
  646. cutteren
  647. daarrond
  648. dactylo
  649. dada
  650. dag
  651. dag
  652. dagje
  653. dagen
  654. dagbladhandelaar
  655. dagdagelijks
  656. dagorde
  657. daguitstap
  658. daim
  659. dakappartement
  660. dalle
  661. dampkap
  662. dan
  663. dank
  664. danskoord
  665. darm
  666. dauw
  667. dauwtrip
  668. daver
  669. daveren
  670. debardeur
  671. decapotable
  672. declasseren
  673. decumul
  674. dedju
  675. dedramatiseren
  676. deeltijds
  677. deemsteren
  678. deemstering
  679. deficit
  680. deftig
  681. deftig
  682. deftig
  683. degout
  684. degoutant
  685. degustatie
  686. degusteren
  687. dekenij
  688. dekken
  689. deklat
  690. deknaam
  691. délégué
  692. delibereren
  693. democratische
  694. denkdag
  695. denkpiste
  696. deontologie
  697. deontologisch
  698. depannage
  699. depannagewagen
  700. depanneren
  701. depanneur
  702. depenaliseren
  703. deputé
  704. dergelijk
  705. derven
  706. desgevallend
  707. deugd
  708. deugddoend
  709. deugddoener
  710. deur
  711. deurgat
  712. deze
  713. diagnosecentrum
  714. dialogeren
  715. dicht
  716. dichter
  717. dichtgooien
  718. dieetwinkel
  719. dienschotel
  720. dienst
  721. dienst
  722. n
  723. dienst
  724. dienstbetoon
  725. dienstdoend
  726. dienstnota
  727. dieperik
  728. dies
  729. dievenbende
  730. dijk
  731. dik
  732. dikoor
  733. diplomatisch
  734. directe
  735. discobar
  736. discours
  737. discrediteren
  738. discuteren
  739. dispatching
  740. doctoraat
  741. doctoreren
  742. dodenhuis
  743. dodentol
  744. dodo
  745. doeken
  746. doekjes
  747. doel
  748. doelwachter
  749. doen
  750. doen
  751. doen
  752. doen
  753. doenbaar
  754. doening
  755. dokkeren
  756. dokteres
  757. dollekoeienziekte
  758. dom
  759. domiciliëring
  760. dominostekker
  761. dompelaar
  762. dondervlaag
  763. Dood
  764. doodbraaf
  765. dooddoen
  766. doodgaarne
  767. doodgeverfde
  768. doodrijder
  769. doodsbrief
  770. doodsgevaar
  771. doodsgevaarlijk
  772. doodsprentje
  773. doofpot
  774. dool
  775. doom
  776. doopsuiker
  777. doopvont
  778. doordoen
  779. dooreen
  780. gaat door
  781. doorgedreven
  782. doorheen
  783. doorheen
  784. doorkoud
  785. doormeter
  786. doorprikt
  787. doorwegen
  788. doorwinterd
  789. doos
  790. dop
  791. dopgeld
  792. doppen
  793. dossier
  794. dotatie
  795. dovemansgesprek
  796. dovemansoren
  797. draagberrie
  798. draai
  799. draait
  800. draaitrap
  801. dragen
  802. draperie
  803. dras
  804. drempelgeld
  805. driegen
  806. drink
  807. drinkbaar
  808. drinkbus
  809. drinkgeld
  810. droogkast
  811. droogkuis
  812. droogzwierder
  813. drugstrafiek
  814. druil
  815. druivelaar
  816. drukkingsgroep
  817. drukkingsmiddel
  818. drummen
  819. dubbel
  820. dubbel
  821. dubbelmandaat
  822. duffelcoat
  823. duidingsmagazine
  824. duimen
  825. duimspijker
  826. duivel
  827. duivels
  828. duivel-doet-al
  829. duivenkot
  830. duiver
  831. duplex
  832. durven
  833. duts
  834. duvel
  835. duvel
  836. duwen
  837. dwarsen
  838. dwarslat
  839. dwazerik
  840. dynamiteren
  841. echtgescheiden
  842. eclair
  843. ecobonus
  844. ecologist
  845. economaat
  846. economist
  847. ecotaks
  848. eczema
  849. editoriaal
  850. e.d.m.
  851. een
  852. een
  853. eendagstoerisme
  854. eendagstoerist
  855. eender
  856. eenklank
  857. eenmaal
  858. eenmaking
  859. eenparig
  860. eens
  861. eentje
  862. eenzaat
  863. eenzelvigheidskaart
  864. eer
  865. eer
  866. eerbaar
  867. eerbiedigen
  868. eerder
  869. eerlang
  870. eerroof
  871. eerst
  872. eerstdaags
  873. eerste
  874. eetappel
  875. eetfestijn
  876. eetmaal
  877. eetpapier
  878. eetpeer
  879. eetplaats
  880. eeuweling
  881. effectief
  882. effectieve
  883. effectieven
  884. effen
  885. effenaf
  886. eitje
  887. ei
  888. ei
  889. eierkoek
  890. eierschelp
  891. eigen
  892. einde
  893. einde
  894. eindejaars
  895. eindejaarsperiode
  896. eindejaarspremie
  897. eindereeks
  898. eindgeneriek
  899. eindmeet
  900. eindwerk
  901. eisenbundel
  902. eivol
  903. elektriciteitscabine
  904. elektriciteitspanne
  905. elektrieker
  906. elektrozaak
  907. elfendertig
  908. elkeen
  909. embrayage
  910. engagement
  911. engageren
  912. enggeestig
  913. enkel
  914. enkele
  915. enveloppe
  916. enveloppefinanciering
  917. eraan
  918. eraan
  919. erdoor
  920. ereconsul
  921. eredame
  922. ereloon
  923. eremis
  924. erg
  925. ernstig
  926. errond
  927. ertegen
  928. escalope
  929. etalagist
  930. etatisering
  931. evalueren
  932. evenwaardig
  933. evenwicht
  934. evident
  935. evoceren
  936. examenzittijd
  937. ex-cathedraonderwijs
  938. excuseer
  939. experten
  940. exploitatieweg
  941. exploot
  942. expo
  943. expresweg
  944. externaat
  945. extralegaal
  946. extremis
  947. ezelsstamp
  948. ezelsvel
  949. fabrieksschouw
  950. fabrikeren
  951. façade
  952. facteur
  953. facturatie
  954. faculteitskring
  955. faling
  956. fameus
  957. familiaal
  958. familiale
  959. familiehulp
  960. farce
  961. farde
  962. feesteling
  963. felgesmaakt
  964. fermette
  965. fezelen
  966. fier
  967. fietsspeld
  968. fietszoektocht
  969. fijnkost
  970. fikfakken
  971. filet
  972. filet
  973. filterblokkade
  974. finaal
  975. finaliseren
  976. finaliteit
  977. finissage
  978. firmawagen
  979. fit-o-meter
  980. flan
  981. flandrien
  982. flessen
  983. flets
  984. fleuris
  985. flik
  986. flikken
  987. floche
  988. flodderen
  989. floeren
  990. florist
  991. flou
  992. fluitenier
  993. fluitjesbier
  994. fluohesje
  995. fluostift
  996. foefelaar
  997. foefelen
  998. foert
  999. foertstem
  1000. folie
  1001. fond
  1002. fondant
  1003. fonoplaat
  1004. foor
  1005. foorkramer
  1006. forcing
  1007. forfait
  1008. forfaitcijfers
  1009. form
  1010. forsballen
  1011. forsig
  1012. fout
  1013. fout
  1014. frak
  1015. frangipane
  1016. frank
  1017. franke
  1018. Frans
  1019. Fransdol
  1020. franskiljon
  1021. frazelen
  1022. frein
  1023. fretten
  1024. fricandon
  1025. fricassee
  1026. frietketel
  1027. frietkot
  1028. frigo
  1029. frigobox
  1030. frigoboxtoerist
  1031. frisco
  1032. friturist
  1033. frituur
  1034. frontpagina
  1035. froufrou
  1036. fruitpap
  1037. fruitsap
  1038. frul
  1039. frullen
  1040. fuif
  1041. fuifnummer
  1042. functie
  1043. functionaris
  1044. funerarium
  1045. fusee
  1046. fusioneren
  1047. fysiotherapeut
  1048. fysische
  1049. gaai
  1050. gaan
  1051. gaan
  1052. gaan
  1053. gaan
  1054. gaanpad
  1055. gabarit
  1056. gading
  1057. galerij
  1058. galet
  1059. gamma
  1060. gang
  1061. gangsterisme
  1062. gans
  1063. garagepoort
  1064. garagist
  1065. garçon
  1066. garnaal
  1067. garnaalkroket
  1068. gasreuk
  1069. gast
  1070. gast
  1071. gast
  1072. gasthof
  1073. gasthuis
  1074. gasvuur
  1075. gat
  1076. gat
  1077. gat
  1078. gazet
  1079. ge
  1080. geaccidenteerd
  1081. gebaat
  1082. gebaren
  1083. gebaren
  1084. gebenedijd
  1085. gebeurlijk
  1086. geblokt
  1087. geboortelijst
  1088. geboortepremie
  1089. geboortevlek
  1090. gebruik
  1091. geburen
  1092. gebuur
  1093. gecharmeerd
  1094. gecomplexeerd
  1095. gecrispeerd
  1096. gedaan
  1097. gedaan
  1098. gedacht
  1099. gedegouteerd
  1100. gedemodeerd
  1101. gedomicilieerd
  1102. gedrum
  1103. geesteshygiëne
  1104. gegeerd
  1105. gegriepeerd
  1106. geheimstokerij
  1107. geit
  1108. gejost
  1109. gekakel
  1110. gekapt
  1111. gekend
  1112. geklasseerd
  1113. gekwetst
  1114. gekwetste
  1115. gelagzaal
  1116. gelasten
  1117. geld
  1118. geldbeugel
  1119. geldspel
  1120. geleden
  1121. geleid
  1122. gelijk
  1123. gelijk
  1124. gelijkaardig
  1125. gelijkvloers
  1126. geluidsmuur
  1127. gelukken
  1128. gelukkiglijk
  1129. gelule
  1130. gemakken
  1131. gemak
  1132. gemakkelijkheidshalve
  1133. gemakkelijkheidsoplossing
  1134. gemeenrechtelijk
  1135. gemeubeld
  1136. generatiestudent
  1137. generiek
  1138. geniet
  1139. genieten
  1140. genoeg
  1141. genster
  1142. gensters
  1143. georoute
  1144. gepalaver
  1145. gepelde
  1146. gepermitteerd
  1147. geplaatst
  1148. geplaatst
  1149. geplafonneerd
  1150. geplogenheid
  1151. geraken
  1152. geraken
  1153. gerant
  1154. gerechtshof
  1155. gerief
  1156. gerookt
  1157. gerust
  1158. gerust
  1159. gesakker
  1160. gesatureerd
  1161. geschenk
  1162. geschrift
  1163. gesjareld
  1164. geslaan
  1165. gesmaakt
  1166. gesofistikeerd
  1167. gestresseerd
  1168. gestuikt
  1169. getal
  1170. getelefoneerd
  1171. getouw
  1172. getrokken
  1173. getrouwheidskaart
  1174. getrouwheidspremie
  1175. geut
  1176. gevechtssport
  1177. gevoelig
  1178. geweten
  1179. geworden
  1180. geworden
  1181. gezever
  1182. gezien
  1183. gezien
  1184. gezinswoning
  1185. gibberen
  1186. gierig
  1187. gieten
  1188. gieter
  1189. gij
  1190. gilet
  1191. ginder
  1192. ginderachter
  1193. gisterenavond
  1194. glas
  1195. glasbreuk
  1196. glasraam
  1197. glazen
  1198. globaal
  1199. gocart
  1200. God
  1201. goed
  1202. goed
  1203. goederentrafiek
  1204. goedgezind
  1205. goesting
  1206. goesting
  1207. golfje
  1208. graten
  1209. graatmager
  1210. gracht
  1211. grasplein
  1212. Grieks-Latijnse
  1213. griessuiker
  1214. grieventrommel
  1215. grillen
  1216. groen
  1217. groendienst
  1218. groentjes
  1219. grollen
  1220. gronde
  1221. grondslag
  1222. grondvesten
  1223. grootoom
  1224. grootstad
  1225. groottante
  1226. grootwarenhuis
  1227. grosse
  1228. gruw
  1229. gsm
  1230. gunstkoopje
  1231. gunstmaatregel
  1232. gunstprijs
  1233. gunsttarief
  1234. gunstvoorwaarden
  1235. gyproc
  1236. haagschaar
  1237. haagschool
  1238. haken
  1239. haren
  1240. haar
  1241. haar
  1242. haarkliever
  1243. haartooi
  1244. haast
  1245. haasten
  1246. hakbijlcomité
  1247. halen
  1248. halen
  1249. half
  1250. halfopen
  1251. hallucinant
  1252. halvelings
  1253. hamerslingeren
  1254. hand
  1255. hand
  1256. handen
  1257. handeling
  1258. handelsfonds
  1259. handgeklap
  1260. handje
  1261. handspel
  1262. handtekenen
  1263. hangar
  1264. harde
  1265. haring
  1266. haring
  1267. haring
  1268. hart
  1269. hart
  1270. hart
  1271. hart
  1272. hart
  1273. hart
  1274. hartenklop
  1275. hartsgrondig
  1276. havenkapitein
  1277. heelkundig
  1278. heenronde
  1279. Heer
  1280. heilige
  1281. heimelijk
  1282. heirbaan
  1283. heirkracht
  1284. hekken
  1285. helft
  1286. helling
  1287. helpster
  1288. heraanleggen
  1289. herbekijken
  1290. herborist
  1291. herbronnen
  1292. herdenken
  1293. herdoen
  1294. herleiden
  1295. hernemen
  1296. hernemen
  1297. herneming
  1298. herneming
  1299. heropvissen
  1300. herpakken
  1301. hersteldienst
  1302. herstelling
  1303. hervallen
  1304. hervatten
  1305. herwerken
  1306. hesp
  1307. hespenspek
  1308. hespenworst
  1309. het
  1310. het
  1311. heten
  1312. hielen
  1313. hiertoe
  1314. hinterland
  1315. historiek
  1316. hoederecht
  1317. hoeken
  1318. hoerenchance
  1319. hoerenkot
  1320. hoeve
  1321. hoeveboter
  1322. hoevekaas
  1323. hoevekip
  1324. hof
  1325. hold-up
  1326. holebi
  1327. home
  1328. homejacking
  1329. homilie
  1330. homologeren
  1331. hond
  1332. hond
  1333. hondenstiel
  1334. honderd
  1335. honger
  1336. honger
  1337. hoofd
  1338. hoofd
  1339. hoofdbekommernis
  1340. hoofdbrok
  1341. hoofde
  1342. hoofding
  1343. hoofdvogel
  1344. hoog
  1345. hoogdag
  1346. hoogdringend
  1347. hoogdringendheid
  1348. hoogstudent
  1349. hoogten
  1350. hooimijt
  1351. hoop
  1352. hospitaal
  1353. hospitalisatie
  1354. hospitalisatieverzekering
  1355. hotel
  1356. houden
  1357. hout
  1358. huis
  1359. huisbewaarder
  1360. huishoudbrood
  1361. huishoudtoestel
  1362. huiskring
  1363. huislinnen
  1364. humaniora
  1365. hutsekluts
  1366. hutsepot
  1367. huwelijkslijst
  1368. huwelijksverjaardag
  1369. hypothekeren
  1370. iet
  1371. iets
  1372. ijsgang
  1373. ijskreem
  1374. ijspiste
  1375. ijsschaatsen
  1376. ik
  1377. immobiliën
  1378. immobiliënkantoor
  1379. immobiliënmarkt
  1380. impressionant
  1381. inbeelden
  1382. inboteren
  1383. inbreuk
  1384. incivisme
  1385. incubatiecentrum
  1386. indexaanpassing
  1387. indijken
  1388. induffelen
  1389. ineen
  1390. ineenstuiken
  1391. infertiel
  1392. ingang
  1393. ingangsdeur
  1394. ingangsexamen
  1395. ingemaakte
  1396. ingesteldheid
  1397. inhaalbeweging
  1398. inhoudstafel
  1399. inhuldigen
  1400. initiatie/initiatiecursus
  1401. inkaderen
  1402. inkom
  1403. inkomgeld
  1404. inkomhal
  1405. inkomticket
  1406. inkt
  1407. inox
  1408. inoxidabel
  1409. inpikken
  1410. inplanten
  1411. inplanting
  1412. inrichten
  1413. inrichter
  1414. inroepen
  1415. inschrijvingsgeld
  1416. inspannen
  1417. inspanning
  1418. inspuiting
  1419. instaan
  1420. instampen
  1421. integreren
  1422. intentieproces
  1423. interesseren
  1424. interim
  1425. interim/interimaris
  1426. interimkantoor
  1427. interprofessioneel
  1428. intimiteit
  1429. intussentijd
  1430. invliegen
  1431. invoerder
  1432. inwijkeling
  1433. inzicht
  1434. inzitten
  1435. inzonder
  1436. isomo
  1437. jaar
  1438. jaar
  1439. jaar
  1440. jaareinde
  1441. jachtwachter
  1442. Jan
  1443. janet
  1444. jat
  1445. javel
  1446. jeanet
  1447. jeansbroek
  1448. jeton
  1449. jeugdbrand
  1450. jeugdhuis
  1451. jeugdwerking
  1452. jeunen
  1453. job
  1454. jobaanbieding
  1455. jobstudent
  1456. jogging
  1457. jogging
  1458. jongste
  1459. jongedochter
  1460. jonkman
  1461. jubilee
  1462. juist
  1463. jumping
  1464. justitiepaleis
  1465. kaai
  1466. kaak
  1467. kaakslag
  1468. kaap
  1469. kaart
  1470. kaarten
  1471. kaarting
  1472. kabas
  1473. kabbelen
  1474. kabinet
  1475. kader
  1476. kader
  1477. kader
  1478. kaderen
  1479. kadreren
  1480. kajotter
  1481. kaka
  1482. kakenestje
  1483. kalisse
  1484. kalmeermiddel
  1485. kamelot
  1486. kampernoelie
  1487. kanarievogel
  1488. kandidatuur
  1489. kandidatuur
  1490. kansarmoede
  1491. kantelpoort
  1492. kap
  1493. kap
  1494. kapblok
  1495. kapoen
  1496. kappen
  1497. karakterieel
  1498. karamel
  1499. karbonade
  1500. karottentrekker
  1501. kas
  1502. kasbon
  1503. kasseien
  1504. kasseilegger
  1505. kasseiweg
  1506. kasserol
  1507. kassierster
  1508. kastanjelaar
  1509. kasticket
  1510. katten
  1511. kat
  1512. kat
  1513. kat
  1514. kat
  1515. kat
  1516. katholiek
  1517. katoen
  1518. kattin
  1519. kazakdraaier
  1520. keer
  1521. keerborstel
  1522. kei
  1523. keikop
  1524. keinijg
  1525. keitof
  1526. kelderen
  1527. kemel
  1528. kemel
  1529. ken
  1530. kennis
  1531. kenwijsje
  1532. kepie
  1533. keren
  1534. kerkfabriek
  1535. kerktoren
  1536. kerktorenmentaliteit
  1537. kermis
  1538. kermiskoers
  1539. kerselaar
  1540. kerstekind
  1541. kerststronk
  1542. ketje
  1543. keuken
  1544. keukenhanddoek
  1545. keukenrobot
  1546. kickeren
  1547. kieken
  1548. kiekendraad
  1549. kiekenkot
  1550. kiesbrief
  1551. kiescampagne
  1552. kiesomschrijving
  1553. kiesstrijd
  1554. kiezing
  1555. kijkwoning
  1556. kin
  1557. kindje
  1558. kind
  1559. kinderen
  1560. kinderbed
  1561. kindergeld
  1562. kinderkoets
  1563. kinderkribbe
  1564. kinderpark
  1565. kindertuin
  1566. kine
  1567. kinesist
  1568. kinesitherapeut
  1569. kinesitherapie
  1570. kipkap
  1571. kippenbil
  1572. kippenvlees
  1573. klaar
  1574. klare
  1575. klad
  1576. klak
  1577. klank
  1578. klankband
  1579. klankman
  1580. klant
  1581. klappen
  1582. klasagenda
  1583. klasbak
  1584. klasseren
  1585. klasseren
  1586. klastitularis
  1587. klaver
  1588. kledij
  1589. kleed
  1590. kleedje
  1591. kleins
  1592. klepper
  1593. kleren
  1594. kletskop
  1595. klettert
  1596. kleutertuin
  1597. kleven
  1598. klierkoorts
  1599. klikken
  1600. klinkt
  1601. klissen
  1602. kloeg
  1603. kloklezen
  1604. klokvast
  1605. klokzeel
  1606. klontjessuiker
  1607. kloot
  1608. kloten
  1609. klop
  1610. klop
  1611. kloten
  1612. kloterij
  1613. kmo
  1614. knalprestatie
  1615. knelpuntberoep
  1616. knolselder
  1617. knook
  1618. knoopsgat
  1619. knoopsgat
  1620. knop
  1621. KNT
  1622. koeien
  1623. koek
  1624. koekenbrood
  1625. koeken
  1626. koekenbak
  1627. koekenbak
  1628. koelen
  1629. koeltoog
  1630. koer
  1631. koers
  1632. koersauto
  1633. koersfiets
  1634. koerspaard
  1635. koffieklets
  1636. koffiekoek
  1637. kogelpen
  1638. koleriek
  1639. kolerig
  1640. kom
  1641. komaf
  1642. komt
  1643. koninginnenhapje
  1644. koningswens
  1645. konsoorten
  1646. kookgerief
  1647. kookpot
  1648. kookvuur
  1649. koolmijn
  1650. koolput
  1651. koop
  1652. koop
  1653. koord
  1654. kop
  1655. kop
  1656. kop
  1657. kop
  1658. kop
  1659. kop
  1660. kopbrekens
  1661. kopman
  1662. koppel
  1663. koppigaard
  1664. kopstem
  1665. korte
  1666. kortelings
  1667. kortfilm
  1668. kortgeding
  1669. kortverhaal
  1670. kost
  1671. kost
  1672. kostelijk
  1673. kost
  1674. kot
  1675. kot
  1676. kot
  1677. kotbaas
  1678. koterij
  1679. kotgenoot
  1680. kotmadam
  1681. kotsbeu
  1682. kotstudent
  1683. kou
  1684. kousenbroek
  1685. kozijn
  1686. kraaknet
  1687. kraam
  1688. kraantjeswater
  1689. krabber
  1690. krachtbal
  1691. krammen
  1692. kramiek
  1693. krantenwinkel
  1694. krasselen
  1695. kravat
  1696. kredietkaart
  1697. kribbe
  1698. kribbelen
  1699. kriekelaar
  1700. kriepen
  1701. kringwinkel
  1702. kroezelhaar
  1703. krommenaas
  1704. kroostrijk
  1705. krop
  1706. kruidnoot
  1707. kruidtuin
  1708. kruim
  1709. kruis
  1710. kruislicht
  1711. kuis
  1712. kuisen
  1713. kuisgerief
  1714. kuisvrouw
  1715. kunstpatrimonium
  1716. kursaal
  1717. kusjesdans
  1718. kwaad
  1719. kwakkel
  1720. kwartuur
  1721. kwatong
  1722. kwestie
  1723. kwetsen
  1724. kwijtschrift
  1725. kwijtspelen
  1726. la
  1727. laatavondjournaal
  1728. laatste
  1729. laatste
  1730. laattijdig
  1731. labeur
  1732. labo
  1733. lacheding
  1734. lacheding
  1735. lacht
  1736. gelachen
  1737. lachen
  1738. laffelijk
  1739. laken
  1740. laken
  1741. lam
  1742. lamentabel
  1743. lamp
  1744. lanceerprijs
  1745. lang
  1746. langs
  1747. langs
  1748. langs
  1749. langs
  1750. langs
  1751. langs
  1752. langsheen
  1753. langsom
  1754. langspeelfilm
  1755. lansiers
  1756. lap!
  1757. lap
  1758. lapnaam
  1759. lappen
  1760. lapsus
  1761. laspost
  1762. lastenboek
  1763. lastenkohier
  1764. lastig
  1765. lat
  1766. laten
  1767. laat
  1768. Latijn
  1769. laureaat
  1770. lavabo
  1771. lawaaihinder
  1772. laweit
  1773. leefbaar
  1774. leefkamer
  1775. leefloon
  1776. leeftijd
  1777. leeggoed
  1778. leerjaar
  1779. leerrijk
  1780. legerdienst
  1781. legislatuur
  1782. leiband
  1783. lek
  1784. lekkerbek/lekkerbekje
  1785. lekstok
  1786. lendenband
  1787. leninglast
  1788. leraars
  1789. les
  1790. lesgever
  1791. leurderskaart
  1792. leurhandel
  1793. leute
  1794. leutig
  1795. levensbelangrijk
  1796. levensduurte
  1797. lever
  1798. lezing
  1799. licentiaat
  1800. licht
  1801. lichtstoet
  1802. lidgeld
  1803. lidkaart
  1804. lief
  1805. liefhebber
  1806. liefhebberstoneel
  1807. liefhebbersvoetbal
  1808. liegen
  1809. lieveke
  1810. liggen
  1811. gelegen
  1812. ligzetel
  1813. lijk
  1814. lijstduwer
  1815. lijststem
  1816. linnendroger
  1817. lintmeter
  1818. lippen
  1819. living
  1820. lobbal
  1821. lochting
  1822. lokaliteit
  1823. lommerte
  1824. lonken
  1825. look
  1826. lookboter
  1827. lookpers
  1828. lookworst
  1829. loonfiche
  1830. loonkost
  1831. loonmassa
  1832. loonopslag
  1833. loonvork
  1834. lopen
  1835. lopen
  1836. lopen
  1837. lopend
  1838. lopende
  1839. lossen
  1840. lossen
  1841. losvijzen
  1842. lot
  1843. loyauteit
  1844. lucht
  1845. luchtbezoedeling
  1846. luchtmatras
  1847. luchtwaardin
  1848. luidens
  1849. luidop
  1850. luik
  1851. lukken
  1852. lumbago
  1853. lunapark
  1854. luster
  1855. maaltijdcheque
  1856. maand
  1857. maandwedde
  1858. maar
  1859. Maar
  1860. maat
  1861. maat
  1862. maten
  1863. maatschappelijk
  1864. maatschappelijke
  1865. macadam
  1866. macaron
  1867. machtsontplooiing
  1868. madam
  1869. magazijnier
  1870. maïs
  1871. majestatisch
  1872. maken
  1873. maken
  1874. maken
  1875. maken
  1876. maken
  1877. malchance
  1878. malcontent
  1879. malheur
  1880. malheur
  1881. mandataris
  1882. maneuver
  1883. mangelen
  1884. manieren
  1885. manifestant
  1886. mank
  1887. manken
  1888. manneke
  1889. mantel
  1890. manu
  1891. marbel/marbol
  1892. marcelleke
  1893. marchandise
  1894. marcheren
  1895. marina
  1896. markt
  1897. marktkramer
  1898. marktstudie
  1899. massa
  1900. mastiek
  1901. match
  1902. match
  1903. mate
  1904. materniteit
  1905. matinaal
  1906. matrak
  1907. matrakkeren
  1908. mattentaart
  1909. maturiteit
  1910. matuur
  1911. max
  1912. maximum
  1913. mazout
  1914. mecanicien
  1915. mediatiseren
  1916. mee
  1917. mee
  1918. meedoen
  1919. meehebben
  1920. meeneemchinees
  1921. meerkost
  1922. meest
  1923. meestergast
  1924. meesterwoning
  1925. meet
  1926. meeval
  1927. meevallen
  1928. meiklokje
  1929. mekaar
  1930. mekanieker
  1931. melk
  1932. melkbrik
  1933. melkerij
  1934. melocake
  1935. memel
  1936. memoriaal
  1937. mengelen
  1938. mengelwerk
  1939. mens
  1940. mens
  1941. metaal
  1942. merel
  1943. merkelijk
  1944. merkkledij
  1945. met
  1946. met
  1947. met
  1948. metekind
  1949. metsen
  1950. metser
  1951. metserdiender
  1952. meubels
  1953. meubelen
  1954. mezzanine
  1955. micro
  1956. microbe
  1957. microgolf/microgolfoven
  1958. middag
  1959. middagmalen
  1960. middaguur
  1961. middel
  1962. middelen
  1963. midden
  1964. middens
  1965. middenstatie
  1966. mieren
  1967. mignonnette
  1968. milderen
  1969. milicien
  1970. milieutaks
  1971. militant
  1972. militeren
  1973. miljaar
  1974. min
  1975. minarine
  1976. miniem
  1977. minimum
  1978. minnestreel
  1979. minoriseren
  1980. minoriteit
  1981. minuut
  1982. minwaarde
  1983. mis
  1984. misdoen
  1985. mise-en-plis
  1986. miserie
  1987. miskennen
  1988. mislukken
  1989. mismeesteren
  1990. mispakken
  1991. mispeuteren
  1992. misprijzen
  1993. missen
  1994. misspreken
  1995. mistevreden
  1996. mistoestand
  1997. misval
  1998. mitraillette
  1999. mits
  2000. mobilhome
  2001. modaliteit
  2002. moederhuis
  2003. moederkensdag
  2004. moederkenszalf
  2005. moederziel
  2006. moegetergd
  2007. moeial
  2008. moeite
  2009. moeten
  2010. moet
  2011. moet
  2012. moest
  2013. Moest
  2014. moet
  2015. mogelijks
  2016. mogen
  2017. moment
  2018. mondjesmaat
  2019. mondmuziekje
  2020. monitrice
  2021. monkelen
  2022. monovolume/monovolumewagen
  2023. monteerder
  2024. moor
  2025. morgen
  2026. morzel
  2027. mossel
  2028. mossel
  2029. mosterdpot
  2030. mot
  2031. motard
  2032. moto
  2033. motocross
  2034. motocyclette
  2035. mottig
  2036. mottig
  2037. moulure
  2038. mousse
  2039. moustache
  2040. mouwen
  2041. mouwomslag
  2042. mouwveger
  2043. muco
  2044. muilen
  2045. muilentrekker
  2046. muizen
  2047. muizenstrontjes
  2048. muntje
  2049. mus
  2050. muskaatnoot
  2051. muteren
  2052. mutsaard
  2053. mutualiteit
  2054. muren
  2055. muren
  2056. muziekmaatschappij
  2057. na
  2058. na
  2059. na
  2060. naakt
  2061. naakte
  2062. naaldje
  2063. naam
  2064. naamstem
  2065. naar
  2066. naar
  2067. naar
  2068. naargelang…
  2069. naasteen
  2070. nachthal
  2071. nachtkleed
  2072. nachttafeltje
  2073. nachtuil
  2074. nadar
  2075. nadien
  2076. naft
  2077. naftbak
  2078. nagel
  2079. nagel
  2080. nagel
  2081. nagelen
  2082. nagelnieuw
  2083. nageven
  2084. naken
  2085. nakend
  2086. namiddag
  2087. natie
  2088. natuur
  2089. nauw
  2090. naverkoopdienst
  2091. navet/navette
  2092. navorming
  2093. navorser
  2094. nazicht
  2095. nazinderen
  2096. Nederlandsonkundig
  2097. neen
  2098. neerdokken
  2099. neerhof
  2100. neerhofdieren
  2101. neerkloppen
  2102. neerleggen
  2103. neerleggen
  2104. neerstuiken
  2105. zet neer
  2106. nefast
  2107. negerinnentet
  2108. nek
  2109. neem
  2110. nemen
  2111. nemen
  2112. neofiet
  2113. nepstatuut
  2114. neringdoender
  2115. nest
  2116. nestel
  2117. net
  2118. net
  2119. netelen
  2120. neus
  2121. neus
  2122. neus
  2123. neusbloeding
  2124. neusdoek
  2125. neus-keel-en-oorarts
  2126. nevel
  2127. nevenberoep
  2128. nevralgiek
  2129. niemendal
  2130. niercrisis
  2131. niersteenverbrijzelaar
  2132. nietjesmachine
  2133. niets/niks
  2134. niettegenstaande
  2135. nieuwjaarsavond
  2136. nieuwjaarsbrief
  2137. nieuwjaarsdronk
  2138. nieuwkuis
  2139. nieuwsje
  2140. nieverans
  2141. nijd
  2142. nijdig
  2143. nijdigaard
  2144. nijg
  2145. nijg
  2146. nijpen
  2147. nijper
  2148. nijveraar
  2149. nijverheid
  2150. nijverig
  2151. nikkel
  2152. niknakje
  2153. nivelleren
  2154. nko-arts
  2155. nochtans
  2156. nocturne
  2157. noem
  2158. noen
  2159. noenmaal
  2160. nog
  2161. nog
  2162. nog
  2163. nondedju
  2164. nonkel
  2165. nonneke
  2166. nood
  2167. nooit
  2168. noorden
  2169. noorderburen
  2170. noordkriek
  2171. nopens
  2172. nota's
  2173. notablok
  2174. notaboekje
  2175. notelaar
  2176. notelaar
  2177. notenleer
  2178. notenschelp
  2179. noteer
  2180. notie/noties
  2181. nougat
  2182. nougatbollen
  2183. nu
  2184. nu
  2185. nulmeridiaan
  2186. nultolerantie
  2187. nummer
  2188. objectief
  2189. obus
  2190. occasie
  2191. occasie
  2192. occasiewagen
  2193. ocharme
  2194. ocharme
  2195. officialiseren
  2196. officieel
  2197. ofte
  2198. olie
  2199. olifant
  2200. olifantenpijp
  2201. om
  2202. om
  2203. om ter hardst/om ter snelst
  2204. omelet
  2205. omfloerste
  2206. omhalen
  2207. omhaling
  2208. omhooghangen
  2209. omkadering
  2210. omliggende
  2211. omloop
  2212. omloop
  2213. ommegang
  2214. omnibus
  2215. omnipracticus
  2216. omnisportkamp
  2217. omnium
  2218. omniumverzekering
  2219. omplooien
  2220. omroepreclame
  2221. omschrijven
  2222. omslaan
  2223. omslag
  2224. omslag
  2225. omstaander
  2226. omstandigheidsverlof
  2227. omvaart
  2228. omwille
  2229. omwringen
  2230. omzeggens
  2231. omzendbrief
  2232. onafgezien
  2233. onbeleefderik
  2234. onbeschikbaar
  2235. onbeschofterik
  2236. onbestaande
  2237. onbezoedeld
  2238. ondanks
  2239. onder
  2240. onderduims
  2241. ondereen
  2242. onderhandelen
  2243. onderhorige
  2244. onderhoudsgeld
  2245. onderlijfje
  2246. onderlijnen
  2247. onderpastoor
  2248. onderrichtingen
  2249. onderscheiding
  2250. onderschriften
  2251. ondertas
  2252. ondervinding
  2253. ondervinding
  2254. ondervragen
  2255. ondervraging
  2256. ondervraging
  2257. onderwijsnet
  2258. onderzoeksdaad
  2259. oneffen
  2260. onevenwicht
  2261. ongegeneerd
  2262. ongekend
  2263. ongeletterd
  2264. ongelukkiglijk
  2265. ongemak
  2266. ongemakkelijk
  2267. ongemeubeld
  2268. onklopbaar
  2269. onklopbare
  2270. onnozel
  2271. onnozel
  2272. onnozel
  2273. onnozelaar
  2274. onnozeliteit
  2275. onomstootbaar
  2276. onomstootbaar
  2277. onontvankelijk
  2278. onophoudend
  2279. onpaar
  2280. onrechtstreeks
  2281. onroerende
  2282. onrustwekkend
  2283. onschuldige
  2284. Ons-Heer-Hemelvaart
  2285. ontbloten
  2286. ontdoen
  2287. ontdubbelen
  2288. ontegensprekelijk
  2289. ontgoochelen
  2290. onthaal
  2291. onthaalbediende
  2292. onthaalcentrum
  2293. onthaalgezin
  2294. onthaalklas
  2295. onthaalmoeder
  2296. onthaalouder
  2297. onthaalruimte
  2298. ontlenen
  2299. ontmijnen
  2300. ontmijner
  2301. ontmijning
  2302. ontmijningsdienst
  2303. ontplooien
  2304. ontschepen
  2305. ontschminken
  2306. ontslag
  2307. ontslagnemend
  2308. ontslagpremie
  2309. ontsnapt
  2310. ontsnap
  2311. ontvoogding
  2312. onuitgegeven
  2313. onverdeeldheid
  2314. onverlet
  2315. onverwachts
  2316. onvrijwillige
  2317. onwettelijke
  2318. oog
  2319. ogen
  2320. oogmeester
  2321. oogstappel
  2322. oogverblinding
  2323. oogvijs
  2324. oren
  2325. oren
  2326. oren
  2327. oren
  2328. oorkussen
  2329. oorlog
  2330. oorlogsstoker
  2331. op
  2332. op
  2333. op
  2334. op
  2335. opblinken
  2336. opbouw
  2337. opbrengen
  2338. opbrengsteigendom
  2339. opdagen
  2340. opdoen
  2341. opdoen
  2342. opdringen
  2343. opdrinken
  2344. opendeurdag
  2345. openen
  2346. openhouden
  2347. openingsuren
  2348. openlucht
  2349. openluchtklas
  2350. openluchtzwembad
  2351. openstellen
  2352. opentrekken
  2353. opfrissen
  2354. gaat op
  2355. opgedraaid
  2356. opgekleed
  2357. opgelegde
  2358. opgelegd
  2359. opgezet
  2360. ophalen
  2361. ophebben
  2362. ophefmakend
  2363. opjagen
  2364. opkleven
  2365. opkomen
  2366. opkramen
  2367. opkuisen
  2368. opladen
  2369. opleg
  2370. opleggen
  2371. opleggen
  2372. oplijsten
  2373. opmerken
  2374. opneemvod
  2375. opnemen
  2376. oppensioenstelling
  2377. opplooibaar
  2378. opplooien
  2379. opportuniteit
  2380. oppositiekuur
  2381. oproepen
  2382. oprommelen
  2383. oprustgesteld
  2384. opruststelling
  2385. opslorpen
  2386. opsolferen
  2387. opstappen
  2388. opstoken
  2389. opstoot
  2390. optie
  2391. optieker
  2392. optievak
  2393. optornen
  2394. veert op
  2395. opvijzen
  2396. opvoeder
  2397. opvolgen
  2398. opvolging
  2399. opvraging
  2400. opwerping
  2401. opzeg
  2402. vooropzeg
  2403. opzegvergoeding
  2404. opzet
  2405. opzetten
  2406. opzichter
  2407. opzitten
  2408. opzoekingen
  2409. opzoekingswerk
  2410. orde
  2411. orde
  2412. ordestrijdkrachten
  2413. ordewoord
  2414. organisme
  2415. orgelist
  2416. orgelpunt
  2417. orkestzetel
  2418. os
  2419. oudercomité
  2420. oudercontact
  2421. ouderdom
  2422. ouderdomsdeken
  2423. ouderling
  2424. oudmodisch
  2425. over
  2426. over
  2427. over
  2428. overbuur
  2429. overdragen
  2430. overdrive
  2431. overeenkomen
  2432. overjaars
  2433. overkop
  2434. overkopen
  2435. overlaatst
  2436. overlevingspensioen
  2437. overlijden
  2438. overlopen
  2439. overmaken
  2440. overmaken
  2441. overroepen
  2442. overrompeling
  2443. overrompeling
  2444. overschot
  2445. overslapen
  2446. overstaan
  2447. overste
  2448. overtrekt
  2449. overuren
  2450. overzetboot
  2451. overzitten
  2452. owngoal
  2453. oxo
  2454. paar
  2455. paard
  2456. paard
  2457. paard
  2458. paardenkoers
  2459. paardenkop
  2460. paardenmolen
  2461. paardenoog
  2462. paardenremedie
  2463. paasbloem
  2464. paasklok
  2465. pad
  2466. pagadder
  2467. pak
  2468. pak
  2469. pak
  2470. pakken
  2471. pakt
  2472. pakt
  2473. pakken
  2474. palaver
  2475. palaveren
  2476. palet
  2477. palet
  2478. palmares
  2479. pamperen
  2480. pan
  2481. pannen
  2482. panache
  2483. pancarte
  2484. pandoering
  2485. paneel
  2486. panikeren
  2487. panne
  2488. pannenkoekenslag
  2489. pantser
  2490. pap
  2491. pap
  2492. papfles
  2493. papieren
  2494. papierklem
  2495. papierslag
  2496. paracommando
  2497. paraplu
  2498. parascolair
  2499. parastataal
  2500. paravent
  2501. pardessus
  2502. parking
  2503. parkingwachter
  2504. parkwachter
  2505. parlementair
  2506. parlofoon
  2507. part
  2508. partybox
  2509. pas
  2510. passe-partout
  2511. passeren
  2512. passiefhuis
  2513. passionele
  2514. pasteibakker
  2515. paswoord
  2516. patat
  2517. patatten
  2518. patati patata
  2519. patattenbloem
  2520. patattenmes
  2521. patattenzak
  2522. pateeke
  2523. pateeke
  2524. paternoster
  2525. patisserie
  2526. patrimonium
  2527. patron
  2528. patronaat
  2529. patronaat
  2530. patroon
  2531. pdg
  2532. pechdienst
  2533. pechstrook
  2534. pechverhelping
  2535. pedalen
  2536. pedalo
  2537. peeke/pee
  2538. peer
  2539. peinzen
  2540. pekelzonde
  2541. pellen
  2542. pelletjes
  2543. pellicule
  2544. pels
  2545. pelsmantel
  2546. penaliseren
  2547. pendelaar
  2548. pendelen
  2549. pennenzak
  2550. pens
  2551. pensenkermis
  2552. pensioen
  2553. peperbol
  2554. peperkoek
  2555. peperkoeken
  2556. perelaar
  2557. perelaar
  2558. performant
  2559. performantie
  2560. periferie
  2561. periodekampioen
  2562. permanentie
  2563. permanentie
  2564. persmededeling
  2565. personaliteiten
  2566. personenbelasting
  2567. pertang
  2568. perte
  2569. peter
  2570. peterschap
  2571. petrol
  2572. peutertuin
  2573. pezewever
  2574. phare
  2575. piccolo
  2576. pickles
  2577. piekuurtrein
  2578. piepen
  2579. pieren
  2580. pietje
  2581. Pietje
  2582. pijp
  2583. pijpajuin
  2584. pijpenkop
  2585. pikdorser
  2586. piket
  2587. pikkelen
  2588. pikt
  2589. pikuur
  2590. pikuur
  2591. pilaarbijter
  2592. pillamp
  2593. piloot
  2594. pilootproject
  2595. pinnen
  2596. pin
  2597. pinken
  2598. pinken
  2599. pinker
  2600. pinnekensdraad
  2601. pinnenmuts
  2602. pint
  2603. pintelieren
  2604. pioche
  2605. piot
  2606. pisbloem
  2607. pissijn
  2608. piste
  2609. piste
  2610. pistolet
  2611. pistoolschilder
  2612. pitsen
  2613. pitteleer
  2614. plaaster
  2615. plaasteren
  2616. platen
  2617. plaats
  2618. plaatse
  2619. plaatsgrijpen
  2620. placeren
  2621. placeren
  2622. placeren
  2623. geplaceerd
  2624. placeren
  2625. pladijs
  2626. plafonneren
  2627. plak
  2628. plakken
  2629. plan
  2630. plan
  2631. plan
  2632. plancher
  2633. planchette
  2634. plantrekker
  2635. plastiek
  2636. plastieken
  2637. plastron
  2638. plat
  2639. platte
  2640. platte
  2641. plateau
  2642. platrijden
  2643. plattekaas
  2644. pleister
  2645. plek
  2646. pletwals
  2647. pletwals
  2648. plezant
  2649. plezante
  2650. plichtbewust
  2651. ploeg
  2652. plomb
  2653. geplombeerde
  2654. plonsbad
  2655. plooi
  2656. plooien
  2657. plooibaar
  2658. plooien
  2659. plooifiets
  2660. plooimeter
  2661. pluim
  2662. pluimen
  2663. pluimen
  2664. pluimen
  2665. pluimgewicht
  2666. Pluto
  2667. pmd-zak
  2668. pneumoloog
  2669. poederdroog
  2670. poef
  2671. poep
  2672. poepen
  2673. poepers
  2674. poes
  2675. poets
  2676. poetsvrouw
  2677. pol
  2678. pol/polleke
  2679. polieren
  2680. politiebureel
  2681. politiecombi
  2682. politieker
  2683. politiereglement
  2684. pollepel
  2685. pollueren
  2686. pollutie
  2687. polsuurwerk
  2688. polyvalent
  2689. polyvalente
  2690. pompaf
  2691. pompbak
  2692. pompelmoes
  2693. pompen
  2694. pompier
  2695. pompsteen
  2696. pompwater
  2697. poppemie
  2698. porto
  2699. positieven
  2700. post
  2701. post
  2702. postbedeling
  2703. postgraduaat
  2704. postkaart
  2705. postman
  2706. postuleren
  2707. pot
  2708. pot
  2709. potje
  2710. potten
  2711. potten
  2712. potje
  2713. pot
  2714. pot
  2715. potten
  2716. potdoof
  2717. potpolder
  2718. pots
  2719. potsleutel
  2720. poulain
  2721. poussette
  2722. poutrel
  2723. praalstoet
  2724. praatbarak
  2725. praatcafé
  2726. praline
  2727. pramen
  2728. prang
  2729. pratikeren
  2730. precies
  2731. pree
  2732. preminiem
  2733. prentkaart
  2734. preparé
  2735. preselectie
  2736. preskop
  2737. pressing
  2738. priem
  2739. prijs
  2740. prijze
  2741. prijs
  2742. prijs
  2743. prijsbeest
  2744. prijskamp
  2745. prijsvork
  2746. primauteit
  2747. primeren
  2748. primordiaal
  2749. princiep
  2750. prinsenpaar
  2751. prise
  2752. prison
  2753. privaat
  2754. privésector
  2755. probatie
  2756. procedureslag
  2757. proclamatie
  2758. proefbuis
  2759. proefbuisbaby
  2760. proefstuk
  2761. proefwerk
  2762. professioneel
  2763. proficiat
  2764. profijt
  2765. profijtelijk
  2766. profijtig
  2767. profitariaat
  2768. programmatie
  2769. promo
  2770. promotie
  2771. promotie
  2772. promotor
  2773. prondelmarkt
  2774. pronostiek
  2775. pronostikeren
  2776. pront
  2777. proost
  2778. proper
  2779. propere
  2780. prospectie
  2781. provisie
  2782. provocatief
  2783. pruimelaar
  2784. pruts
  2785. P-trein
  2786. publiciteit
  2787. publireportage
  2788. puffer
  2789. pull
  2790. punch
  2791. punctueel
  2792. punt
  2793. punt
  2794. punt
  2795. punten
  2796. put
  2797. putje
  2798. pv
  2799. quasi
  2800. quoteren
  2801. gequoteerd
  2802. raad
  2803. raadpleging
  2804. raam
  2805. raden
  2806. raid
  2807. raken
  2808. raken
  2809. raket
  2810. ralenti
  2811. ramkraak
  2812. rammeling
  2813. rampenschade
  2814. randanimatie
  2815. randbemerking
  2816. rang
  2817. rangen
  2818. rangen
  2819. rap
  2820. rapen
  2821. rapen
  2822. rapte
  2823. rateren
  2824. rato
  2825. rats
  2826. recht
  2827. rechtkomen
  2828. rechtover
  2829. rechtsomkeer
  2830. rechtstaan
  2831. reclamatie
  2832. reclame
  2833. reclamepaneel
  2834. reclameren
  2835. reconversie
  2836. recuperatie
  2837. recuperatiedag
  2838. recuperatiemateriaal
  2839. recupereren
  2840. recyclage
  2841. recyclagepapier
  2842. recycleren
  2843. redplank
  2844. reeks
  2845. reeks
  2846. ref
  2847. refter
  2848. regel
  2849. regelmatigheidscriterium
  2850. regels
  2851. regenscherm
  2852. regentaat
  2853. regenvlaag
  2854. regenweer
  2855. regie
  2856. regime
  2857. reis
  2858. reis
  2859. reisagentschap
  2860. reisbijstandsverzekering
  2861. reisduif
  2862. reiskaartje
  2863. rekeninguittreksel
  2864. rekker
  2865. rekker
  2866. relanceplan
  2867. relaxeren
  2868. relaxzetel
  2869. remgeld
  2870. remonte
  2871. remorque
  2872. renovatiewerken
  2873. replikeren
  2874. resem
  2875. reservatie
  2876. residentie
  2877. residentiële
  2878. respecteren
  2879. responsabilisering
  2880. ressort
  2881. restaurantdag
  2882. restauratiewerken
  2883. retouche
  2884. retrospectieve
  2885. ribbedebie
  2886. rij
  2887. rijf
  2888. rijhuis
  2889. rijksregister
  2890. rijnzand
  2891. rijstpap
  2892. rijtaks
  2893. rijvak
  2894. rijven
  2895. riposteren
  2896. risico
  2897. riskeren
  2898. rist
  2899. rittenwedstrijd
  2900. robotfoto
  2901. robottekening
  2902. roepen
  2903. roepzaal
  2904. rol
  2905. rolmeter
  2906. rolstoelpatiënt
  2907. roltabak
  2908. rommelkot
  2909. ronddragen
  2910. rondel
  2911. rondhalen
  2912. rondpunt
  2913. rondvraag
  2914. rondzendbrief
  2915. roofing
  2916. rozen
  2917. rooster
  2918. rotslecht
  2919. rotswol
  2920. rouwbeklag
  2921. ruitenwasser
  2922. ruiven
  2923. rundsvlees
  2924. rust
  2925. ruzie
  2926. ruziestoker
  2927. sacoche
  2928. saignant
  2929. sakkeren
  2930. sakkers
  2931. salade
  2932. salon
  2933. salon
  2934. salon
  2935. salu
  2936. salu/saluut
  2937. samenhorigheid
  2938. samentroepen
  2939. sanctioneren
  2940. sandwich
  2941. sanitaire
  2942. sans-papiers
  2943. sant
  2944. santenboetiek
  2945. saucisse
  2946. saus
  2947. saus
  2948. scène
  2949. schaatspiste
  2950. schabbernak
  2951. schabouwelijk
  2952. schacht
  2953. schachtendoop
  2954. schade
  2955. schalie
  2956. schaliedekker
  2957. schampavie
  2958. schandaliseren
  2959. schap
  2960. scharren
  2961. schatbewaarder
  2962. schavelingen
  2963. schavotje
  2964. scheefslaan
  2965. scheenlap
  2966. scheep
  2967. scheergerief
  2968. scheet
  2969. schel
  2970. schelp
  2971. schenkbank
  2972. schenken
  2973. schepen
  2974. schepencollege
  2975. scheper
  2976. scheren
  2977. scheurmand
  2978. scheurpartij
  2979. scheutig
  2980. schielijk
  2981. schietkraam
  2982. schiftingsvraag
  2983. schik
  2984. schikkingen
  2985. schilderen
  2986. schminkdoos
  2987. schoenblink
  2988. schoentje
  2989. schoentjes
  2990. schoentrekker
  2991. schok
  2992. schokstaking
  2993. schol!
  2994. schooier
  2995. schoolbanken
  2996. schoolgerief
  2997. schoollopen
  2998. schoon
  2999. schoon
  3000. schoon
  3001. o
  3002. schonekes/schonekens
  3003. schoonbroer
  3004. schoonheid
  3005. schoteldoek
  3006. schotelvod
  3007. schouw
  3008. schouwen
  3009. schouwing
  3010. schouwveger
  3011. schriftvervalsing
  3012. schrijfgerief
  3013. schrijnwerk
  3014. schrijnwerker
  3015. schrijnwerkerij
  3016. schrijnwerkerij
  3017. schrijven
  3018. schrik
  3019. schrikschijter
  3020. schuif
  3021. schuif
  3022. schuif
  3023. schuifaf
  3024. schuifjes
  3025. schuilhokje
  3026. schuimwijn
  3027. schuld
  3028. schup
  3029. schup
  3030. schuren
  3031. schutkring
  3032. schuurborstel
  3033. sculpteren
  3034. secondje!
  3035. secreet
  3036. sectair
  3037. seffens
  3038. geseind
  3039. selder
  3040. seminarie
  3041. sensibiliseren
  3042. septische
  3043. sereen
  3044. sereniteit
  3045. serieus
  3046. serre
  3047. serreplant
  3048. serrist
  3049. serveuse
  3050. serviceclub
  3051. serviette
  3052. servitude
  3053. seut
  3054. sigaar
  3055. signalisatie
  3056. similileder
  3057. simoniseren
  3058. Sinksen
  3059. siroop
  3060. sisser
  3061. site
  3062. situeren
  3063. sjarel
  3064. sjerp
  3065. sjiek
  3066. sjieken
  3067. sjotten
  3068. slaagkansen
  3069. slaan
  3070. slaapkleed
  3071. slaapwel
  3072. slabakken
  3073. slag
  3074. slag
  3075. slag
  3076. slagen
  3077. slazwierder
  3078. slechtgezind
  3079. slechts
  3080. sleet
  3081. sleutel-op-de-deur
  3082. slijk
  3083. slikken
  3084. sloef
  3085. sluikafval
  3086. sluikslachter
  3087. sluikstokerij
  3088. sluikstort
  3089. sluikstorten
  3090. sluimererwten
  3091. smakelijk
  3092. smoelentrekker
  3093. smoelentrekker
  3094. smoren
  3095. smos
  3096. smospot
  3097. smossen
  3098. smoutebol
  3099. snedig
  3100. sneeuw
  3101. sneeuwklas
  3102. snel
  3103. snelheid
  3104. sneuveltekst
  3105. snit
  3106. snok
  3107. snokken
  3108. snotter
  3109. snotvalling
  3110. snuisteren
  3111. snuitje
  3112. snul
  3113. soep
  3114. soepboer
  3115. soeplepel
  3116. soigneren
  3117. soit!
  3118. sokken
  3119. soldatenkoek
  3120. solden
  3121. solderen
  3122. soloslim
  3123. solsleutel
  3124. sossen
  3125. soupape
  3126. soutien-gorge
  3127. spaarboekje
  3128. spaarkas
  3129. spaarzaam
  3130. spaghettiavond
  3131. spannende
  3132. specifiëren
  3133. speculoos
  3134. speelkoer
  3135. speelplein
  3136. speelstraat
  3137. speeltijd
  3138. speeltuig
  3139. speelvogel
  3140. speen
  3141. spek
  3142. spek
  3143. spel
  3144. spel
  3145. speldenkop
  3146. spellen
  3147. speractie
  3148. sperperiode
  3149. speurder
  3150. spiering
  3151. spierletsel
  3152. spijshuis
  3153. spijskaart
  3154. spijt
  3155. spijts
  3156. spijzen
  3157. spilfiguur
  3158. spionkop
  3159. spitsbroeder
  3160. spitstechnologie
  3161. spoedgevallen
  3162. spons
  3163. sponsen
  3164. sponshanddoek
  3165. sportdirecteur
  3166. sportzak
  3167. sprankeltje
  3168. springkasteel
  3169. springtuig
  3170. springuur
  3171. sputteren
  3172. staanlamp
  3173. staart
  3174. staatsbon
  3175. staatswaarborg
  3176. stabilisé
  3177. stadskanker
  3178. stadskledij
  3179. stadswater
  3180. stafhouder
  3181. stakerspiket
  3182. stakingsaanzegging
  3183. stakingspiket
  3184. staminee
  3185. stamlokaal
  3186. stamp
  3187. stampen
  3188. stampen
  3189. standen
  3190. standlicht
  3191. standregelen
  3192. stappen
  3193. stappen
  3194. stapelhuis
  3195. stapelplaats
  3196. stappen
  3197. stationeren
  3198. stationsbuffet
  3199. stationsroman
  3200. steak
  3201. steeds
  3202. steekkaart
  3203. steekvlampolitiek
  3204. stenen
  3205. steendood
  3206. steenezel
  3207. steenkapper
  3208. steenweg
  3209. stekken
  3210. steken
  3211. steken
  3212. steken
  3213. steken
  3214. steken
  3215. stellen
  3216. stellen
  3217. stellen
  3218. stembusslag
  3219. stemmen
  3220. stemmig
  3221. stempelgeld
  3222. sterren
  3223. ster
  3224. sterfput
  3225. sterkhouder
  3226. sterrenweide
  3227. steunen
  3228. stiel
  3229. stielen
  3230. stielkennis
  3231. stielman
  3232. stikdood/stikkapot
  3233. stil
  3234. stilaan
  3235. stillekens
  3236. stillekesaan
  3237. stinkertje
  3238. stockeren
  3239. stoefen
  3240. stoefer
  3241. stoemelings
  3242. stoemp
  3243. stofvod
  3244. stofwikkel
  3245. stokken
  3246. stoof
  3247. stoofhout
  3248. stoofkarbonade
  3249. stookhout
  3250. stoot/stoten
  3251. stootkar
  3252. stoplichten
  3253. stopsel
  3254. stortbad
  3255. stoverij
  3256. straat
  3257. straat
  3258. straatje
  3259. straf
  3260. straf
  3261. strafste
  3262. strafregister
  3263. strafstudie
  3264. strakskes
  3265. strandslof
  3266. middenstreep/middenstreep
  3267. streng
  3268. stresseren
  3269. stresserend
  3270. strijk
  3271. stro
  3272. strooibrief
  3273. strooiweide
  3274. stroompanne
  3275. strop
  3276. struikelsteen
  3277. studentenhome
  3278. studentenkot
  3279. studentin
  3280. studiebureau
  3281. studiedienst
  3282. studiejaar
  3283. studiemeester
  3284. studio
  3285. stuiken
  3286. stuiken
  3287. stuiven
  3288. stuk
  3289. stukken
  3290. stuk
  3291. stylo
  3292. subiet
  3293. suikerboon
  3294. sukkel
  3295. sukkelaar
  3296. sukkelstraatje
  3297. superette
  3298. supplement
  3299. supporteren
  3300. suppositoire
  3301. sus
  3302. syndic
  3303. syndicaal
  3304. syndicaat
  3305. syndicalist
  3306. het werkt op mijn systeem
  3307. taallabo
  3308. tafel
  3309. tafel
  3310. tafelspringer
  3311. tak
  3312. taks
  3313. taksvrij
  3314. talmen
  3315. tandje
  3316. tantist
  3317. tapis-plain
  3318. tapisseren
  3319. tarmac
  3320. tas
  3321. tateren
  3322. technieker
  3323. teerfeest
  3324. teerling
  3325. tegenaangewezen
  3326. tegenaanwijzing
  3327. tegendeel
  3328. tegeneen
  3329. tegengoesting
  3330. tegenkanting
  3331. komt tegen
  3332. steekt tegen
  3333. tegenstrever
  3334. tegenwijzerzin
  3335. tegenwringen
  3336. teken
  3337. tel
  3338. telefoon
  3339. teleurgang
  3340. teljoor
  3341. telkens
  3342. gasteller/waterteller/
  3343. tempo
  3344. tenenkrullend
  3345. tennisplein
  3346. tennisraket
  3347. terminus
  3348. terril
  3349. terug
  3350. terugkaatser
  3351. terugmatch
  3352. terugplooien
  3353. terugwedstrijd
  3354. terugweg
  3355. tet
  3356. tetrabrik
  3357. teut
  3358. tewerkstellen
  3359. tewerkstelling
  3360. thé dansant
  3361. thermos
  3362. thesis
  3363. thuislevering
  3364. thuismatch
  3365. ticket
  3366. tiens
  3367. tiens
  3368. tiercé
  3369. tijd
  3370. tikkenei
  3371. tilt
  3372. tippen
  3373. tippen
  3374. tirette
  3375. tist
  3376. titelvoerder
  3377. titelvoerend
  3378. titularis
  3379. tjeef
  3380. toch
  3381. toegangsexamen
  3382. toegangsproef
  3383. toeken
  3384. toekomen
  3385. toekomende
  3386. toelage
  3387. toelaten
  3388. toelating
  3389. toemaatje
  3390. toeplooien
  3391. toer
  3392. toespeld
  3393. toespijs
  3394. toesteken
  3395. toezichter
  3396. toile cirée
  3397. toneelkring
  3398. tonen
  3399. tong
  3400. tong
  3401. toog
  3402. tooghanger
  3403. toogpraat
  3404. toondichter
  3405. toppen
  3406. toque
  3407. tornooi
  3408. tot
  3409. totaliseren
  3410. totterdood
  3411. touche
  3412. toernee
  3413. toveres
  3414. traag
  3415. traagzaam
  3416. trac
  3417. trachten
  3418. trafiek
  3419. trafikant
  3420. trafikeren
  3421. tralala
  3422. transfert
  3423. transfert
  3424. transportfirma
  3425. trappers
  3426. trapzaal
  3427. travaillisme
  3428. travakken
  3429. treezebees
  3430. treffelijk
  3431. trefplaats
  3432. trein
  3433. trein
  3434. treinbegeleider
  3435. trekijzer
  3436. trekken
  3437. trekken
  3438. trekken
  3439. trekken
  3440. trekt
  3441. trektang
  3442. trekzak
  3443. triestig
  3444. triestig
  3445. triestigaard
  3446. trimestrieel
  3447. triporteur
  3448. trissen
  3449. troep
  3450. trottinette
  3451. trouw
  3452. trouwboek
  3453. trouwer
  3454. trouwfeest
  3455. trouwkleed
  3456. truken
  3457. trunten
  3458. truttemie
  3459. truweel
  3460. tsjevenstreek
  3461. t.t.z.
  3462. tuingerief
  3463. tuinzetel
  3464. turnen
  3465. turnkring
  3466. turnles
  3467. turnpantoffel
  3468. turnsloef
  3469. turnzaal
  3470. tussen
  3471. tussen
  3472. tussenkomen
  3473. tutter
  3474. twee
  3475. tweede
  3476. twee-pk
  3477. tweewoonst
  3478. tweezit
  3479. typevoorbeeld
  3480. uiltje
  3481. uitdoen
  3482. uit doen
  3483. uitbaten
  3484. uitbater
  3485. uitbollen
  3486. uitbollen
  3487. uitbreiding
  3488. uitbrengen
  3489. uitdeinen
  3490. uitdoen
  3491. uitdraaien
  3492. uitdrijving
  3493. uitdrinken
  3494. uitduwen
  3495. uiteen
  3496. uiteendoen
  3497. uitgangsbuurt
  3498. uitgenomen
  3499. uitgeput
  3500. uitgeregend
  3501. uitgeven
  3502. uitkappen
  3503. uitklaren
  3504. uitkomen
  3505. uitkuisen
  3506. uitleendienst
  3507. uitpakken
  3508. uitpuren
  3509. uitputting
  3510. uitschenken
  3511. uitschijnen
  3512. uitschuiver
  3513. uitspelen
  3514. uitstaans
  3515. uitstalraam
  3516. uitstap
  3517. uitstapregeling
  3518. uitsteken
  3519. uitstel
  3520. uittredend
  3521. uitvagen
  3522. uitvliegen
  3523. uitwijkeling
  3524. uitwijken
  3525. uitzendarbeid
  3526. uitzicht
  3527. uitzonderlijk
  3528. uitzweten
  3529. unief
  3530. universitair
  3531. urbanisatie
  3532. urne
  3533. uur
  3534. uren
  3535. uurregeling
  3536. uurrooster
  3537. uurwerk
  3538. va
  3539. vaagweg
  3540. vaak
  3541. vaandelvlucht
  3542. vaantjes
  3543. vaatwas
  3544. Vaderkensdag
  3545. vakantiejob
  3546. vakbondsafgevaardigde
  3547. vakbondsfront
  3548. vake
  3549. valabel
  3550. valavond
  3551. valies
  3552. valle
  3553. vallen
  3554. vallen
  3555. valling
  3556. valoriseren
  3557. vals
  3558. vals
  3559. valscherm
  3560. valschermspringer
  3561. van
  3562. van
  3563. van
  3564. van
  3565. van
  3566. van
  3567. van
  3568. vanachter
  3569. vandaag
  3570. vandoen
  3571. vandoen
  3572. vaneen
  3573. vaneigens
  3574. vangt
  3575. vannamiddag
  3576. vanop
  3577. vanop
  3578. vanvoor
  3579. varen
  3580. variante
  3581. varkenskot
  3582. vast tapijt
  3583. vastgrabbelen
  3584. van
  3585. vasthouden
  3586. vaststeken
  3587. vasttapijt
  3588. vastvijzen
  3589. vatten
  3590. vatten
  3591. veil
  3592. vel
  3593. velcro
  3594. veld
  3595. veldwegel
  3596. velo
  3597. veluxraam
  3598. venstertablet
  3599. veranda
  3600. verantwoordelijke
  3601. verblijf
  3602. verbouwingswerken
  3603. verbrodden
  3604. verbruiker
  3605. verbruikzaal
  3606. verdapperen
  3607. verdelen
  3608. verdenking
  3609. verderdoen
  3610. verderzetten
  3611. verdiep
  3612. verdikken
  3613. verdoken
  3614. verdoken
  3615. verduldig
  3616. verduren
  3617. vereffening
  3618. vereniging
  3619. verf
  3620. verfborstel
  3621. vergeethoek
  3622. vergetelheid
  3623. verhakkeld
  3624. verhandeling
  3625. verhelpen
  3626. verhoog
  3627. verhopen
  3628. verhuis
  3629. verjaardag
  3630. verjaren
  3631. Verkavelingsvlaams
  3632. verkeerdelijk
  3633. verkeersagressie
  3634. verkeersplateau
  3635. verkeersvrije
  3636. verkeerswisselaar
  3637. verkorven
  3638. verkoopzaal
  3639. verkorten
  3640. verkrotting
  3641. verlappen
  3642. verlengdraad
  3643. verlichtingspaal
  3644. verlieslatend
  3645. verlof
  3646. verlof
  3647. verlof
  3648. verlof
  3649. verloning
  3650. verloren
  3651. verloren
  3652. verloren
  3653. verloren
  3654. verluchten
  3655. vermindering
  3656. verminderingskaart
  3657. vermits
  3658. vermoord
  3659. vernegligeren
  3660. vernoemen
  3661. verpinken
  3662. verplaatsing
  3663. verplaatsing
  3664. verplaatsingskosten
  3665. verplichtend
  3666. verrechtvaardigen
  3667. verse
  3668. verschietachtig
  3669. verschieten
  3670. verschoning
  3671. verschot
  3672. verslanken
  3673. verslensen
  3674. versmachten
  3675. versmachten
  3676. versmoren
  3677. verspilziek
  3678. verstaan
  3679. verstaan
  3680. verstaanbaarheid
  3681. verstand
  3682. verstek
  3683. verstomming
  3684. verstrengen
  3685. vertaler-tolk
  3686. verteer
  3687. vertrekkensklaar
  3688. vervaldatum
  3689. vervangingsinkomen
  3690. vervangstuk
  3691. verveeld
  3692. verveelt
  3693. verversen
  3694. verversen
  3695. vervoegen
  3696. vervolmaken
  3697. vervolmakingscursus
  3698. verwachten
  3699. verwacht
  3700. verwezenlijking
  3701. verwijlinterest
  3702. verwikkeling
  3703. verwittigen
  3704. verwittiging
  3705. verzaken
  3706. verzekeren
  3707. verzekeringsmakelaar
  3708. verzuring
  3709. verzustering
  3710. vest
  3711. vestimentair
  3712. vette
  3713. vet
  3714. veterinair
  3715. vetjes
  3716. veto
  3717. vetstof
  3718. vetzak
  3719. vetzakkerij
  3720. vidé
  3721. vierdagenweek
  3722. vierde
  3723. vierkant
  3724. vierkantig
  3725. vierklauwens
  3726. vieruurtje
  3727. vies
  3728. vijfdagenweek
  3729. vijgen
  3730. vijs
  3731. vijs
  3732. vijs
  3733. vijzen
  3734. vilbeluik
  3735. vingers
  3736. vingerdik
  3737. vink
  3738. vinkenier
  3739. vinkenslag
  3740. vinnig
  3741. violen
  3742. vis platinées
  3743. visbokaal
  3744. viseren
  3745. viseren
  3746. vislijn
  3747. vismijn
  3748. visverlof
  3749. vitrine
  3750. Vlaams
  3751. vlakaf
  3752. vlammen
  3753. vlammen
  3754. vliegenraam
  3755. vlieger
  3756. vlieghaven
  3757. vliegplein
  3758. vloerder
  3759. vluchthuis
  3760. vluchtmisdrijf
  3761. vluchtschot
  3762. vod
  3763. voddenvent
  3764. voedingswaren
  3765. voege
  3766. voege
  3767. voeren
  3768. voetje
  3769. voet
  3770. voeten
  3771. voeten
  3772. voeten
  3773. voeten
  3774. voeten
  3775. voetbalplein
  3776. voetpad
  3777. vogel
  3778. vogelpik
  3779. vogelschrik
  3780. vogelvlucht
  3781. vol-au-vent
  3782. volstaat
  3783. voltapijt
  3784. voltijds
  3785. volumewagen
  3786. voluntariaat
  3787. volzet
  3788. vondelingenschuif
  3789. voor
  3790. voor
  3791. voorafgaandelijk
  3792. vooraleer
  3793. voorarm
  3794. vooravond
  3795. voorbedachtheid
  3796. voorbehouden
  3797. voorbijgestreefd
  3798. voorbijsteken
  3799. vooreerst
  3800. voorafgaande
  3801. heb voor
  3802. voorhebben
  3803. voorhebben
  3804. voorhechtenis
  3805. voorleggen
  3806. voormiddag
  3807. vooropening
  3808. vooropstellen
  3809. vooropstellen
  3810. vooropzeg
  3811. voorplan
  3812. voorschoot
  3813. voorsmaakje
  3814. voorsteken
  3815. voortdoen
  3816. voortgaan
  3817. voortvarend
  3818. voortverkopen
  3819. voorwerp
  3820. voorzetel
  3821. voorzien
  3822. voorzien
  3823. voorzien
  3824. voorzien
  3825. voorzien
  3826. voorzorg
  3827. vorm
  3828. vorstenpaar
  3829. vort
  3830. vouwmeter
  3831. voyou
  3832. vraag
  3833. vraag
  3834. vraag
  3835. vrachtvoerder
  3836. vragen
  3837. vrederechter
  3838. vriendenmatch
  3839. vriezeman
  3840. vrijschop
  3841. vrijwaren
  3842. vrijwilliger
  3843. vroegste
  3844. vrouwenzot
  3845. vuilbak
  3846. vuilblik
  3847. vuilerik
  3848. vuilkar
  3849. vuilzak
  3850. vuist
  3851. vuur
  3852. vereniging
  3853. waarborg
  3854. waard
  3855. waarde
  3856. wacht
  3857. wachtbekken
  3858. wachtdienst
  3859. wachtzaal
  3860. wafelbak
  3861. wagen
  3862. waken
  3863. wandel
  3864. wandelafstand
  3865. wandelbuffet
  3866. wandelconcert
  3867. wandelen
  3868. wapendracht
  3869. wapentrafiek
  3870. warm
  3871. warmeluchtballon
  3872. wasbekken
  3873. wasdraad
  3874. waskot
  3875. wasplaats
  3876. water
  3877. waterbezoedeling
  3878. watergladheid
  3879. waterkans
  3880. watermaatschappij
  3881. watervaleffect
  3882. waterverwarmer
  3883. waterzooi
  3884. waterzuiveringsstation
  3885. wedde
  3886. weddeschaal
  3887. weddingschap
  3888. wederoptreden
  3889. wedersamenstelling
  3890. week
  3891. weekend
  3892. weekenddode
  3893. weer
  3894. weer
  3895. weeral
  3896. weerbots
  3897. weerhouden
  3898. weerstaan
  3899. weerstander
  3900. weerstandig
  3901. wegen
  3902. weg
  3903. weg
  3904. weg
  3905. weg
  3906. weg
  3907. wegbeschrijving
  3908. wegcode
  3909. wegdeemsteren
  3910. wegdrummen
  3911. wegel
  3912. wegenhulp
  3913. wegeniswerken
  3914. wegenwerken
  3915. wegfoefelen
  3916. weglopen
  3917. wegomleiding
  3918. wegreus
  3919. wegsteken
  3920. welgekomen
  3921. welgekomen
  3922. welgelegen
  3923. welgezind
  3924. welstellend
  3925. wenen
  3926. wereldcreatie
  3927. wereldvlak
  3928. werf
  3929. werfleider
  3930. werk
  3931. werk
  3932. werkaanbieding
  3933. werken
  3934. werkendag
  3935. werking
  3936. werkingskosten
  3937. werkingskrediet
  3938. werkingsmiddelen
  3939. werkingstoelage
  3940. werkkledij
  3941. werklozensteun
  3942. werkonbekwaam
  3943. werkongeval
  3944. werkverlet
  3945. werkvrouw
  3946. werkzekerheid
  3947. wervingsreserve
  3948. wervingsstop
  3949. wetens
  3950. wetsdokter
  3951. Wetstratees
  3952. whitespirit
  3953. wielertoerist
  3954. wiezen
  3955. wijnpokken
  3956. wijsheidstand
  3957. wijzerzin
  3958. willens nillens
  3959. windpokken
  3960. winkelhaak
  3961. winkelrek
  3962. winkel-wandelstraat
  3963. winteruur
  3964. wip
  3965. wipplank
  3966. wipschieting
  3967. wisselagent
  3968. wisseloplossing
  3969. wisselstuk
  3970. wit
  3971. wit
  3972. witloof
  3973. witteke
  3974. wittekop
  3975. wolfijzers
  3976. wonde
  3977. woningkrediet
  3978. woonst
  3979. woonuitbreidingsgebied
  3980. woonzone
  3981. woordenkramerij
  3982. wraakroepend
  3983. wreed
  3984. wroeten
  3985. zaad
  3986. zaad
  3987. zaag
  3988. zaken
  3989. zaakvoerder
  3990. zabberen
  3991. zageman
  3992. zagemeel
  3993. zagen
  3994. zagevent
  3995. zak
  3996. zak
  3997. zak
  3998. zak
  3999. zakdoek
  4000. zakencijfer
  4001. zakenkantoor
  4002. zaligheid
  4003. zat
  4004. zatterik
  4005. zedenfeiten
  4006. zedenleer
  4007. zeeklas
  4008. zeel
  4009. zeemvel
  4010. zeemzoet
  4011. zegedronken
  4012. zegezeker
  4013. zeggen
  4014. zeker
  4015. zelfklever
  4016. zelfzeker
  4017. zelfzekerheid
  4018. zetel
  4019. zetelen
  4020. zet
  4021. zeuren
  4022. zever
  4023. zeveraar
  4024. zeveren
  4025. zeveren
  4026. zicht
  4027. zicht
  4028. zicht
  4029. zichtbaarheid
  4030. zichtkaart
  4031. zichtrekening
  4032. ziekenbond
  4033. ziekenhuis
  4034. ziekenkas
  4035. ziekteteken
  4036. zie
  4037. zie
  4038. zien
  4039. zien
  4040. zijn
  4041. zijn
  4042. zin/zins
  4043. zinnens
  4044. zit/zittijd
  4045. zitdag
  4046. zitpenning
  4047. zitten
  4048. zoden
  4049. zodra
  4050. zodus
  4051. zoeterig
  4052. zogauw
  4053. zohaast
  4054. zomerkleed
  4055. zomeruur
  4056. zo'n
  4057. zona
  4058. zonevreemd
  4059. zonneklopper
  4060. zonneslag
  4061. zolen
  4062. zorgen
  4063. zorgen
  4064. zorgen
  4065. zorgouder
  4066. zot
  4067. zot
  4068. zot
  4069. zot
  4070. zot
  4071. zothuis
  4072. zottekensspel
  4073. zout
  4074. zover/zoverre
  4075. zuiveringsstation
  4076. zulle
  4077. zurkel
  4078. zwaaideur
  4079. zwaantje
  4080. zwalpen
  4081. zwaluw
  4082. zwanzen
  4083. zwanzer
  4084. zwart
  4085. zweeppartij
  4086. zwembrevet
  4087. zwemdok
  4088. zwemkom
  4089. zwier
  4090. zwijmelen
  4091. zwikzwak