Gebruiker:Difool/vervoegingen

Uit WikiWoordenboek
begin
<!--aanaarden/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanaarden|aard aan|aardt aan|aarden aan|aardde aan|aardden aan|hebben|[[aangeaard]]|aarde aan{{bijzin}} aanaarde|||aanaard|aanaardt|aanaarden|aanaardde|aanaardden}}
einde

begin
<!--aanbellen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanbellen|bel aan|belt aan|bellen aan|belde aan|belden aan|hebben|[[aangebeld]]|belle aan{{bijzin}} aanbelle|||aanbel|aanbelt|aanbellen|aanbelde|aanbelden}}
einde

begin
<!--aanbenen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanbenen|been aan|beent aan|benen aan|beende aan|beenden aan|hebben|[[aangebeend]]|bene aan{{bijzin}} aanbene|||aanbeen|aanbeent|aanbenen|aanbeende|aanbeenden}}
einde

begin
<!--aandikken/vervoeging-->
{{-nlverb-|aandikken|dik aan|dikt aan|dikken aan|dikte aan|dikten aan|hebben|[[aangedikt]]|dikke aan{{bijzin}} aandikke|||aandik|aandikt|aandikken|aandikte|aandikten}}
einde

begin
<!--aandraaien/vervoeging-->
{{-nlverb-|aandraaien|draai aan|draait aan|draaien aan|draaide aan|draaiden aan|hebben|[[aangedraaid]]|draaie aan{{bijzin}} aandraaie|||aandraai|aandraait|aandraaien|aandraaide|aandraaiden}}
einde

begin
<!--aandrukken/vervoeging-->
{{-nlverb-|aandrukken|druk aan|drukt aan|drukken aan|drukte aan|drukten aan|hebben|[[aangedrukt]]|drukke aan{{bijzin}} aandrukke|||aandruk|aandrukt|aandrukken|aandrukte|aandrukten}}
einde

begin
<!--aanduwen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanduwen|duw aan|duwt aan|duwen aan|duwde aan|duwden aan|hebben|[[aangeduwd]]|duwe aan{{bijzin}} aanduwe|||aanduw|aanduwt|aanduwen|aanduwde|aanduwden}}
einde

begin
<!--aandweilen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aandweilen|dweil aan|dweilt aan|dweilen aan|dweilde aan|dweilden aan|hebben|[[aangedweild]]|dweile aan{{bijzin}} aandweile|||aandweil|aandweilt|aandweilen|aandweilde|aandweilden}}
einde

begin
<!--aaneenbinden/vervoeging-->
{{-nlverb-|aaneenbinden|bind aaneen|bindt aaneen|binden aaneen|bond aaneen|bonden aaneen|hebben|[[aaneengebonden]]|binde aaneen{{bijzin}} aaneenbinde||bondt aaneen|aaneenbind|aaneenbindt|aaneenbinden|aaneenbond|aaneenbonden||aaneenbondt|overg=1}}
{{-nlverb-reflex-|prefix=aaneen|aaneenbinden|bind|bindt|binden|bond|bonden||aaneengebonden|binde||bondt}}
einde

begin
<!--aaneengroeien/vervoeging-->
{{-nlverb-|aaneengroeien|groei aaneen|groeit aaneen|groeien aaneen|groeide aaneen|groeiden aaneen|zijn|[[aaneengegroeid]]|groeie aaneen{{bijzin}} aaneengroeie|||aaneengroei|aaneengroeit|aaneengroeien|aaneengroeide|aaneengroeiden|erg=1}}
einde

begin
<!--aaneenhechten/vervoeging-->
{{-nlverb-|aaneenhechten|hecht aaneen|hecht aaneen|hechten aaneen|hechtte aaneen|hechtten aaneen|hebben|[[aaneengehecht]]|hechte aaneen{{bijzin}} aaneenhechte|||aaneenhecht|aaneenhecht|aaneenhechten|aaneenhechtte|aaneenhechtten}}
einde

begin
<!--aaneenknopen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aaneenknopen|knoop aaneen|knoopt aaneen|knopen aaneen|knoopte aaneen|knoopten aaneen|zijn|[[aaneengeknoopt]]|knope aaneen{{bijzin}} aaneenknope|||aaneenknoop|aaneenknoopt|aaneenknopen|aaneenknoopte|aaneenknoopten|erg=1}}
einde

begin
<!--aaneenkoppelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aaneenkoppelen|koppel aaneen|koppelt aaneen|koppelen aaneen|koppelde aaneen|koppelden aaneen|zijn|[[aaneengekoppeld]]|koppele aaneen{{bijzin}} aaneenkoppele|||aaneenkoppel|aaneenkoppelt|aaneenkoppelen|aaneenkoppelde|aaneenkoppelden|erg=1}}
einde

begin
<!--aaneenrijgen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aaneenrijgen|rijg aaneen|rijgt aaneen|rijgen aaneen|reeg aaneen|regen aaneen|zijn|[[aaneengeregen]]|rijge aaneen{{bijzin}} aaneenrijge||reegt aaneen|aaneenrijg|aaneenrijgt|aaneenrijgen|aaneenreeg|aaneenregen||aaneenreegt|erg=1}}
einde

begin
<!--aaneenschrijven/vervoeging-->
{{-nlverb-|aaneenschrijven|schrijf aaneen|schrijft aaneen|schrijven aaneen|schreef aaneen|schreven aaneen|hebben|[[aaneengeschreven]]|schrijve aaneen{{bijzin}} aaneenschrijve||schreeft aaneen|aaneenschrijf|aaneenschrijft|aaneenschrijven|aaneenschreef|aaneenschreven||aaneenschreeft}}
einde

begin
<!--aaneensluiten/vervoeging-->
{{-nlverb-|aaneensluiten|sluit aaneen|sluit aaneen|sluiten aaneen|sloot aaneen|sloten aaneen|hebben|[[aaneengesloten]]|sluite aaneen{{bijzin}} aaneensluite|||aaneensluit|aaneensluit|aaneensluiten|aaneensloot|aaneensloten}}
einde

begin
<!--aangapen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aangapen|gaap aan|gaapt aan|gapen aan|gaapte aan|gaapten aan|hebben|[[aangegaapt]]|gape aan{{bijzin}} aangape|||aangaap|aangaapt|aangapen|aangaapte|aangaapten}}
einde

begin
<!--aangrijnzen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aangrijnzen|grijns aan|grijnst aan|grijnzen aan|grijnsde aan|grijnsden aan|hebben|[[aangegrijnsd]]|grijnze aan{{bijzin}} aangrijnze|||aangrijns|aangrijnst|aangrijnzen|aangrijnsde|aangrijnsden}}
einde

begin
<!--aangrijpen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aangrijpen|grijp aan|grijpt aan|grijpen aan|greep aan|grepen aan|hebben|[[aangegrepen]]|grijpe aan{{bijzin}} aangrijpe||greept aan|aangrijp|aangrijpt|aangrijpen|aangreep|aangrepen||aangreept}}
einde

begin
<!--aangroeien/vervoeging-->
{{-nlverb-|aangroeien|groei aan|groeit aan|groeien aan|groeide aan|groeiden aan|zijn|[[aangegroeid]]|groeie aan{{bijzin}} aangroeie|||aangroei|aangroeit|aangroeien|aangroeide|aangroeiden|erg=1}}
einde

begin
<!--aanharken/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanharken|hark aan|harkt aan|harken aan|harkte aan|harkten aan|hebben|[[aangeharkt]]|harke aan{{bijzin}} aanharke|||aanhark|aanharkt|aanharken|aanharkte|aanharkten}}
einde

begin
<!--aanheffen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanheffen|hef aan|heft aan|heffen aan|hief aan|hieven aan|hebben|[[aangeheven]]|heffe aan{{bijzin}} aanheffe||hieft aan|aanhef|aanheft|aanheffen|aanhief|aanhieven||aanhieft}}
einde

begin
<!--aanhikken/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanhikken|hik aan|hikt aan|hikken aan|hikte aan|hikten aan|hebben|[[aangehikt]]|hikke aan{{bijzin}} aanhikke|||aanhik|aanhikt|aanhikken|aanhikte|aanhikten}}
einde

begin
<!--aanhitsen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanhitsen|hits aan|hitst aan|hitsen aan|hitste aan|hitsten aan|hebben|[[aangehitst]]|hitse aan{{bijzin}} aanhitse|||aanhits|aanhitst|aanhitsen|aanhitste|aanhitsten}}
einde

begin
<!--aanhoren/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanhoren|hoor aan|hoort aan|horen aan|hoorde aan|hoorden aan|hebben|[[aangehoord]]|hore aan{{bijzin}} aanhore|||aanhoor|aanhoort|aanhoren|aanhoorde|aanhoorden}}
einde

begin
<!--aankijken/vervoeging-->
{{-nlverb-|aankijken|kijk aan|kijkt aan|kijken aan|keek aan|keken aan|hebben|[[aangekeken]]|kijke aan{{bijzin}} aankijke||keekt aan|aankijk|aankijkt|aankijken|aankeek|aankeken||aankeekt}}
einde

begin
<!--aankleden/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|prefix=aan|aankleden|kleed|kleedt|kleden|kleedde|kleedden||aangekleed|klede}}
einde

begin
<!--aankleven/vervoeging-->
{{-nlverb-|aankleven|kleef aan|kleeft aan|kleven aan|kleefde aan|kleefden aan|hebben|[[aangekleefd]]|kleve aan{{bijzin}} aankleve|||aankleef|aankleeft|aankleven|aankleefde|aankleefden}}
einde

begin
<!--aankloppen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aankloppen|klop aan|klopt aan|kloppen aan|klopte aan|klopten aan|hebben|[[aangeklopt]]|kloppe aan{{bijzin}} aankloppe|||aanklop|aanklopt|aankloppen|aanklopte|aanklopten}}
einde

begin
<!--aanknippen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanknippen|knip aan|knipt aan|knippen aan|knipte aan|knipten aan|hebben|[[aangeknipt]]|knippe aan{{bijzin}} aanknippe|||aanknip|aanknipt|aanknippen|aanknipte|aanknipten}}
einde

begin
<!--aanknoeien/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanknoeien|knoei aan|knoeit aan|knoeien aan|knoeide aan|knoeiden aan|hebben|[[aangeknoeid]]|knoeie aan{{bijzin}} aanknoeie|||aanknoei|aanknoeit|aanknoeien|aanknoeide|aanknoeiden|onerg=1}}
einde

begin
<!--aanknopen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanknopen|knoop aan|knoopt aan|knopen aan|knoopte aan|knoopten aan|hebben|[[aangeknoopt]]|knope aan{{bijzin}} aanknope|||aanknoop|aanknoopt|aanknopen|aanknoopte|aanknoopten}}
einde

begin
<!--aankoeken/vervoeging-->
{{-nlverb-|aankoeken|koek aan|koekt aan|koeken aan|koekte aan|koekten aan|zijn|[[aangekoekt]]|koeke aan{{bijzin}} aankoeke|||aankoek|aankoekt|aankoeken|aankoekte|aankoekten|erg=1}}
einde

begin
<!--aankoersen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aankoersen|koers aan|koerst aan|koersen aan|koerste aan|koersten aan|hebben|[[aangekoerst]]|koerse aan{{bijzin}} aankoerse|||aankoers|aankoerst|aankoersen|aankoerste|aankoersten|onerg=1}}
einde

begin
<!--aankondigen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aankondigen|kondig aan|kondigt aan|kondigen aan|kondigde aan|kondigden aan|hebben|[[aangekondigd]]|kondige aan{{bijzin}} aankondige|||aankondig|aankondigt|aankondigen|aankondigde|aankondigden}}
einde

begin
<!--aankoppelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aankoppelen|koppel aan|koppelt aan|koppelen aan|koppelde aan|koppelden aan|hebben|[[aangekoppeld]]|koppele aan{{bijzin}} aankoppele|||aankoppel|aankoppelt|aankoppelen|aankoppelde|aankoppelden}}
einde

begin
<!--aankrijgen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aankrijgen|krijg aan|krijgt aan|krijgen aan|kreeg aan|kregen aan|hebben|[[aangekregen]]|krijge aan{{bijzin}} aankrijge||kreegt aan|aankrijg|aankrijgt|aankrijgen|aankreeg|aankregen||aankreegt}}
einde

begin
<!--aankruisen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aankruisen|kruis aan|kruist aan|kruisen aan|kruiste aan|kruisten aan|hebben|[[aangekruist]]|kruise aan{{bijzin}} aankruise|||aankruis|aankruist|aankruisen|aankruiste|aankruisten}}
einde

begin
<!--aankunnen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aankunnen|kun aan|kunt aan|kunnen aan|kon aan|konnen aan|hebben|[[aangekund]]|kunne aan{{bijzin}} aankunne||kont aan|aankun|aankunt|aankunnen|aankon|aankonnen||aankont}}
einde

begin
<!--aankweken/vervoeging-->
{{-nlverb-|aankweken|kweek aan|kweekt aan|kweken aan|kweekte aan|kweekten aan|hebben|[[aangekweekt]]|kweke aan{{bijzin}} aankweke|||aankweek|aankweekt|aankweken|aankweekte|aankweekten}}
einde

begin
<!--aanlachen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanlachen|lach aan|lacht aan|lachen aan|lachte aan|lachten aan|hebben|[[aangelachen]]|lache aan{{bijzin}} aanlache||lachtet aan|aanlach|aanlacht|aanlachen|aanlachte|aanlachten||aanlachtet}}
einde

begin
<!--aanlengen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanlengen|leng aan|lengt aan|lengen aan|lengde aan|lengden aan|hebben|[[aangelengd]]|lenge aan{{bijzin}} aanlenge|||aanleng|aanlengt|aanlengen|aanlengde|aanlengden}}
einde

begin
<!--aanleren/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanleren|leer aan|leert aan|leren aan|leerde aan|leerden aan|hebben|[[aangeleerd]]|lere aan{{bijzin}} aanlere|||aanleer|aanleert|aanleren|aanleerde|aanleerden}}
einde

begin
<!--aanleunen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanleunen|leun aan|leunt aan|leunen aan|leunde aan|leunden aan|hebben|[[aangeleund]]|leune aan{{bijzin}} aanleune|||aanleun|aanleunt|aanleunen|aanleunde|aanleunden}}
einde

begin
<!--aanleveren/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanleveren|lever aan|levert aan|leveren aan|leverde aan|leverden aan|hebben|[[aangeleverd]]|levere aan{{bijzin}} aanlevere|||aanlever|aanlevert|aanleveren|aanleverde|aanleverden|ditr=1}}
einde

begin
<!--aanlijnen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanlijnen|lijn aan|lijnt aan|lijnen aan|lijnde aan|lijnden aan|hebben|[[aangelijnd]]|lijne aan{{bijzin}} aanlijne|||aanlijn|aanlijnt|aanlijnen|aanlijnde|aanlijnden}}
einde

begin
<!--aanlokken/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanlokken|lok aan|lokt aan|lokken aan|lokte aan|lokten aan|hebben|[[aangelokt]]|lokke aan{{bijzin}} aanlokke|||aanlok|aanlokt|aanlokken|aanlokte|aanlokten}}
einde

begin
<!--aanmanen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanmanen|maan aan|maant aan|manen aan|maande aan|maanden aan|hebben|[[aangemaand]]|mane aan{{bijzin}} aanmane|||aanmaan|aanmaant|aanmanen|aanmaande|aanmaanden}}
einde

begin
<!--aanmatigen/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|prefix=aan|aanmatigen|matig|matigt|matigen|matigde|matigden||aangematigd|matige}}
einde

begin
<!--aanmengen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanmengen|meng aan|mengt aan|mengen aan|mengde aan|mengden aan|hebben|[[aangemengd]]|menge aan{{bijzin}} aanmenge|||aanmeng|aanmengt|aanmengen|aanmengde|aanmengden}}
einde

begin
<!--aanmeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanmeren|meer aan|meert aan|meren aan|meerde aan|meerden aan|hebben|[[aangemeerd]]|mere aan{{bijzin}} aanmere|||aanmeer|aanmeert|aanmeren|aanmeerde|aanmeerden}}
einde

begin
<!--aanpappen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanpappen|pap aan|papt aan|pappen aan|papte aan|papten aan|hebben|[[aangepapt]]|pappe aan{{bijzin}} aanpappe|||aanpap|aanpapt|aanpappen|aanpapte|aanpapten}}
einde

begin
<!--aanpraten/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanpraten|praat aan|praat aan|praten aan|praatte aan|praatten aan|hebben|[[aangepraat]]|prate aan{{bijzin}} aanprate|||aanpraat|aanpraat|aanpraten|aanpraatte|aanpraatten}}
einde

begin
<!--aanprijzen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanprijzen|prijs aan|prijst aan|prijzen aan|prees aan|prezen aan|hebben|[[aangeprezen]]|prijze aan{{bijzin}} aanprijze||preest aan|aanprijs|aanprijst|aanprijzen|aanprees|aanprezen||aanpreest}}
einde

begin
<!--aanpunten/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanpunten|punt aan|punt aan|punten aan|puntte aan|puntten aan|hebben|[[aangepunt]]|punte aan{{bijzin}} aanpunte|||aanpunt|aanpunt|aanpunten|aanpuntte|aanpuntten}}
einde

begin
<!--aanranden/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanranden|rand aan|randt aan|randen aan|randde aan|randden aan|hebben|[[aangerand]]|rande aan{{bijzin}} aanrande|||aanrand|aanrandt|aanranden|aanrandde|aanrandden}}
einde

begin
<!--aanreiken/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanreiken|reik aan|reikt aan|reiken aan|reikte aan|reikten aan|hebben|[[aangereikt]]|reike aan{{bijzin}} aanreike|||aanreik|aanreikt|aanreiken|aanreikte|aanreikten}}
einde

begin
<!--aanrekenen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanrekenen|reken aan|rekent aan|rekenen aan|rekende aan|rekenden aan|hebben|[[aangerekend]]|rekene aan{{bijzin}} aanrekene|||aanreken|aanrekent|aanrekenen|aanrekende|aanrekenden}}
einde

begin
<!--aanroeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanroeren|roer aan|roert aan|roeren aan|roerde aan|roerden aan|hebben|[[aangeroerd]]|roere aan{{bijzin}} aanroere|||aanroer|aanroert|aanroeren|aanroerde|aanroerden}}
einde

begin
<!--aanrommelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanrommelen|rommel aan|rommelt aan|rommelen aan|rommelde aan|rommelden aan|hebben|[[aangerommeld]]|rommele aan{{bijzin}} aanrommele|||aanrommel|aanrommelt|aanrommelen|aanrommelde|aanrommelden|onerg=1}}
einde

begin
<!--aanrukken/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanrukken|ruk aan|rukt aan|rukken aan|rukte aan|rukten aan|hebben|[[aangerukt]]|rukke aan{{bijzin}} aanrukke|||aanruk|aanrukt|aanrukken|aanrukte|aanrukten}}
einde

begin
<!--aanschakelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanschakelen|schakel aan|schakelt aan|schakelen aan|schakelde aan|schakelden aan|hebben|[[aangeschakeld]]|schakele aan{{bijzin}} aanschakele|||aanschakel|aanschakelt|aanschakelen|aanschakelde|aanschakelden}}
einde

begin
<!--aanscherpen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanscherpen|scherp aan|scherpt aan|scherpen aan|scherpte aan|scherpten aan|hebben|[[aangescherpt]]|scherpe aan{{bijzin}} aanscherpe|||aanscherp|aanscherpt|aanscherpen|aanscherpte|aanscherpten}}
einde

begin
<!--aanschikken/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanschikken|schik aan|schikt aan|schikken aan|schikte aan|schikten aan|zijn|[[aangeschikt]]|schikke aan{{bijzin}} aanschikke|||aanschik|aanschikt|aanschikken|aanschikte|aanschikten|erg=1}}
einde

begin
<!--aanschouwen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanschouwen|aanschouw|aanschouwt|aanschouwen|aanschouwde|aanschouwden|hebben|[[aanschouwd]]|aanschouwe}}
einde

begin
<!--aanschroeven/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanschroeven|schroef aan|schroeft aan|schroeven aan|schroefde aan|schroefden aan|hebben|[[aangeschroefd]]|schroeve aan{{bijzin}} aanschroeve|||aanschroef|aanschroeft|aanschroeven|aanschroefde|aanschroefden}}
einde

begin
<!--aansjorren/vervoeging-->
{{-nlverb-|aansjorren|sjor aan|sjort aan|sjorren aan|sjorde aan|sjorden aan|hebben|[[aangesjord]]|sjorre aan{{bijzin}} aansjorre|||aansjor|aansjort|aansjorren|aansjorde|aansjorden}}
einde

begin
<!--aanslepen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanslepen|sleep aan|sleept aan|slepen aan|sleepte aan|sleepten aan|hebben|[[aangesleept]]|slepe aan{{bijzin}} aanslepe|||aansleep|aansleept|aanslepen|aansleepte|aansleepten}}
einde

begin
<!--aanslibben/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanslibben|slib aan|slibt aan|slibben aan|slibde aan|slibden aan|hebben|[[aangeslibd]]|slibbe aan{{bijzin}} aanslibbe|||aanslib|aanslibt|aanslibben|aanslibde|aanslibden}}
einde

begin
<!--aansnijden/vervoeging-->
{{-nlverb-|aansnijden|snijd aan|snijdt aan|snijden aan|sneed aan|sneden aan|hebben|[[aangesneden]]|snijde aan{{bijzin}} aansnijde||sneedt aan|aansnijd|aansnijdt|aansnijden|aansneed|aansneden||aansneedt}}
einde

begin
<!--aansnoeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|aansnoeren|snoer aan|snoert aan|snoeren aan|snoerde aan|snoerden aan|hebben|[[aangesnoerd]]|snoere aan{{bijzin}} aansnoere|||aansnoer|aansnoert|aansnoeren|aansnoerde|aansnoerden}}
einde

begin
<!--aanspreken/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanspreken|spreek aan|spreekt aan|spreken aan|sprak aan|spraken aan|hebben|[[aangesproken]]|spreke aan{{bijzin}} aanspreke||spraakt aan|aanspreek|aanspreekt|aanspreken|aansprak|aanspraken||aanspraakt}}
einde

begin
<!--aanstaan/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanstaan|sta aan|staat aan|staan aan|stond aan|stonden aan|hebben|[[aangestaan]]|sta aan{{bijzin}} aansta||stondt aan|aansta|aanstaat|aanstaan|aanstond|aanstonden||aanstondt}}
einde

begin
<!--aanstichten/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanstichten|sticht aan|sticht aan|stichten aan|stichtte aan|stichtten aan|hebben|[[aangesticht]]|stichte aan{{bijzin}} aanstichte|||aansticht|aansticht|aanstichten|aanstichtte|aanstichtten}}
einde

begin
<!--aanstippen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanstippen|stip aan|stipt aan|stippen aan|stipte aan|stipten aan|hebben|[[aangestipt]]|stippe aan{{bijzin}} aanstippe|||aanstip|aanstipt|aanstippen|aanstipte|aanstipten}}
einde

begin
<!--aanstoken/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanstoken|stook aan|stookt aan|stoken aan|stookte aan|stookten aan|hebben|[[aangestookt]]|stoke aan{{bijzin}} aanstoke|||aanstook|aanstookt|aanstoken|aanstookte|aanstookten}}
einde

begin
<!--aanstrijken/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanstrijken|strijk aan|strijkt aan|strijken aan|streek aan|streken aan|hebben|[[aangestreken]]|strijke aan{{bijzin}} aanstrijke||streekt aan|aanstrijk|aanstrijkt|aanstrijken|aanstreek|aanstreken||aanstreekt}}
einde

begin
<!--aantekenen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aantekenen|teken aan|tekent aan|tekenen aan|tekende aan|tekenden aan|hebben|[[aangetekend]]|tekene aan{{bijzin}} aantekene|||aanteken|aantekent|aantekenen|aantekende|aantekenden}}
einde

begin
<!--aantikken/vervoeging-->
{{-nlverb-|aantikken|tik aan|tikt aan|tikken aan|tikte aan|tikten aan|hebben|[[aangetikt]]|tikke aan{{bijzin}} aantikke|||aantik|aantikt|aantikken|aantikte|aantikten}}
einde

begin
<!--aantonen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aantonen|toon aan|toont aan|tonen aan|toonde aan|toonden aan|hebben|[[aangetoond]]|tone aan{{bijzin}} aantone|||aantoon|aantoont|aantonen|aantoonde|aantoonden}}
einde

begin
<!--aanvatten/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanvatten|vat aan|vat aan|vatten aan|vatte aan|vatten aan|hebben|[[aangevat]]|vatte aan{{bijzin}} aanvatte|||aanvat|aanvat|aanvatten|aanvatte|aanvatten}}
einde

begin
<!--aanvoeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanvoeren|voer aan|voert aan|voeren aan|voerde aan|voerden aan|hebben|[[aangevoerd]]|voere aan{{bijzin}} aanvoere|||aanvoer|aanvoert|aanvoeren|aanvoerde|aanvoerden}}
einde

begin
<!--aanvullen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanvullen|vul aan|vult aan|vullen aan|vulde aan|vulden aan|hebben|[[aangevuld]]|vulle aan{{bijzin}} aanvulle|||aanvul|aanvult|aanvullen|aanvulde|aanvulden}}
einde

begin
<!--aanvuren/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanvuren|vuur aan|vuurt aan|vuren aan|vuurde aan|vuurden aan|hebben|[[aangevuurd]]|vure aan{{bijzin}} aanvure|||aanvuur|aanvuurt|aanvuren|aanvuurde|aanvuurden}}
einde

begin
<!--aanwakkeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanwakkeren|wakker aan|wakkert aan|wakkeren aan|wakkerde aan|wakkerden aan|hebben|[[aangewakkerd]]|wakkere aan{{bijzin}} aanwakkere|||aanwakker|aanwakkert|aanwakkeren|aanwakkerde|aanwakkerden}}
einde

begin
<!--aanwennen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanwennen|wen aan|went aan|wennen aan|wende aan|wenden aan|hebben|[[aangewend]]|wenne aan{{bijzin}} aanwenne|||aanwen|aanwent|aanwennen|aanwende|aanwenden}}
einde

begin
<!--aanwerven/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanwerven|werf aan|werft aan|werven aan|wierf aan|wierven aan|hebben|[[aangeworven]]|werve aan{{bijzin}} aanwerve||wierft aan|aanwerf|aanwerft|aanwerven|aanwierf|aanwierven||aanwierft}}
einde

begin
<!--aanzetten/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanzetten|zet aan|zet aan|zetten aan|zette aan|zetten aan|hebben|[[aangezet]]|zette aan{{bijzin}} aanzette|||aanzet|aanzet|aanzetten|aanzette|aanzetten}}
einde

begin
<!--aanzoeken/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanzoeken|zoek aan|zoekt aan|zoeken aan|zocht aan|zochten aan|hebben|[[aangezocht]]|zoeke aan{{bijzin}} aanzoeke|||aanzoek|aanzoekt|aanzoeken|aanzocht|aanzochten}}
einde

begin
<!--aanzuiveren/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanzuiveren|zuiver aan|zuivert aan|zuiveren aan|zuiverde aan|zuiverden aan|hebben|[[aangezuiverd]]|zuivere aan{{bijzin}} aanzuivere|||aanzuiver|aanzuivert|aanzuiveren|aanzuiverde|aanzuiverden}}
einde

begin
<!--aanzuren/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanzuren|zuur aan|zuurt aan|zuren aan|zuurde aan|zuurden aan|hebben|[[aangezuurd]]|zure aan{{bijzin}} aanzure|||aanzuur|aanzuurt|aanzuren|aanzuurde|aanzuurden}}
einde

begin
<!--aanzwellen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanzwellen|zwel aan|zwelt aan|zwellen aan|zwol aan|zwollen aan|hebben|[[aangezwollen]]|zwelle aan{{bijzin}} aanzwelle||zwolt aan|aanzwel|aanzwelt|aanzwellen|aanzwol|aanzwollen||aanzwolt}}
einde

begin
<!--aanzwengelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|aanzwengelen|zwengel aan|zwengelt aan|zwengelen aan|zwengelde aan|zwengelden aan|hebben|[[aangezwengeld]]|zwengele aan{{bijzin}} aanzwengele|||aanzwengel|aanzwengelt|aanzwengelen|aanzwengelde|aanzwengelden}}
einde

begin
<!--abandonneren/vervoeging-->
{{-nlverb-|abandonneren|abandonneer|abandonneert|abandonneren|abandonneerde|abandonneerden|hebben|[[geabandonneerd]]|abandonnere}}
einde

begin
<!--abdiceren/vervoeging-->
{{-nlverb-|abdiceren|abdiceer|abdiceert|abdiceren|abdiceerde|abdiceerden|hebben|[[geabdiceerd]]|abdicere}}
einde

begin
<!--abdiqueren/vervoeging-->
{{-nlverb-|abdiqueren|abdiqueer|abdiqueert|abdiqueren|abdiqueerde|abdiqueerden|hebben|[[geabdiqueerd]]|abdiquere|onerg=1}}
einde

begin
<!--abduceren/vervoeging-->
{{-nlverb-|abduceren|abduceer|abduceert|abduceren|abduceerde|abduceerden|hebben|[[geabduceerd]]|abducere}}
einde

begin
<!--acclimatiseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|acclimatiseren|acclimatiseer|acclimatiseert|acclimatiseren|acclimatiseerde|acclimatiseerden|hebben|[[geacclimatiseerd]]|acclimatisere}}
einde

begin
<!--achteruitgaan/vervoeging-->
{{-nlverb-|achteruitgaan|ga achteruit|gaat achteruit|gaan achteruit|ging achteruit|gingen achteruit|zijn|[[achteruitgegaan]]|ga achteruit{{bijzin}} achteruitga||gingt achteruit|achteruitga|achteruitgaat|achteruitgaan|achteruitging|achteruitgingen||achteruitgingt|erg=1}}
einde

begin
<!--adsorberen/vervoeging-->
{{-nlverb-|adsorberen|adsorbeer|adsorbeert|adsorberen|adsorbeerde|adsorbeerden|hebben|[[geadsorbeerd]]|adsorbere}}
einde

begin
<!--afbakenen/vervoeging-->
{{-nlverb-|afbakenen|baken af|bakent af|bakenen af|bakende af|bakenden af|hebben|[[afgebakend]]|bakene af{{bijzin}} afbakene|||afbaken|afbakent|afbakenen|afbakende|afbakenden}}
einde

begin
<!--afbladderen/vervoeging-->
{{-nlverb-|afbladderen|bladder af|bladdert af|bladderen af|bladderde af|bladderden af|zijn|[[afgebladderd]]|bladdere af{{bijzin}} afbladdere|||afbladder|afbladdert|afbladderen|afbladderde|afbladderden|erg=1}}
einde

begin
<!--afblazen/vervoeging-->
{{-nlverb-|afblazen|blaas af|blaast af|blazen af|blies af|bliezen af|hebben|[[afgeblazen]]|blaze af{{bijzin}} afblaze||bliest af|afblaas|afblaast|afblazen|afblies|afbliezen||afbliest}}
einde

begin
<!--afdwalen/vervoeging-->
{{-nlverb-|afdwalen|dwaal af|dwaalt af|dwalen af|dwaalde af|dwaalden af|hebben|[[afgedwaald]]|dwale af{{bijzin}} afdwale|||afdwaal|afdwaalt|afdwalen|afdwaalde|afdwaalden}}
einde

begin
<!--affineren/vervoeging-->
{{-nlverb-|affineren|affineer|affineert|affineren|affineerde|affineerden|hebben|[[geaffineerd]]|affinere}}
einde

begin
<!--afgaan/vervoeging-->
{{-nlverb-|afgaan|ga af|gaat af|gaan af|ging af|gingen af|hebben|[[afgegaan]]|ga af{{bijzin}} afga||gingt af|afga|afgaat|afgaan|afging|afgingen||afgingt}}
einde

begin
<!--afkeuren/vervoeging-->
{{-nlverb-|afkeuren|keur af|keurt af|keuren af|keurde af|keurden af|hebben|[[afgekeurd]]|keure af{{bijzin}} afkeure|||afkeur|afkeurt|afkeuren|afkeurde|afkeurden}}
einde

begin
<!--afkijken/vervoeging-->
{{-nlverb-|afkijken|kijk af|kijkt af|kijken af|keek af|keken af|hebben|[[afgekeken]]|kijke af{{bijzin}} afkijke||keekt af|afkijk|afkijkt|afkijken|afkeek|afkeken||afkeekt}}
einde

begin
<!--afkraken/vervoeging-->
{{-nlverb-|afkraken|kraak af|kraakt af|kraken af|kraakte af|kraakten af|hebben|[[afgekraakt]]|krake af{{bijzin}} afkrake|||afkraak|afkraakt|afkraken|afkraakte|afkraakten}}
einde

begin
<!--afluisteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|afluisteren|luister af|luistert af|luisteren af|luisterde af|luisterden af|hebben|[[afgeluisterd]]|luistere af{{bijzin}} afluistere|||afluister|afluistert|afluisteren|afluisterde|afluisterden}}
einde

begin
<!--afmeten/vervoeging-->
{{-nlverb-|afmeten|meet af|meet af|meten af|mat af|maten af|hebben|[[afgemeten]]|mete af{{bijzin}} afmete|||afmeet|afmeet|afmeten|afmat|afmaten}}
einde

begin
<!--afpakken/vervoeging-->
{{-nlverb-|afpakken|pak af|pakt af|pakken af|pakte af|pakten af|hebben|[[afgepakt]]|pakke af{{bijzin}} afpakke|||afpak|afpakt|afpakken|afpakte|afpakten}}
einde

begin
<!--afprijzen/vervoeging-->
{{-nlverb-|afprijzen|prijs af|prijst af|prijzen af|prijsde af|prijsden af|hebben|[[afgeprijsd]]|prijze af{{bijzin}} afprijze|||afprijs|afprijst|afprijzen|afprijsde|afprijsden}}
einde

begin
<!--afromen/vervoeging-->
{{-nlverb-|afromen|room af|roomt af|romen af|roomde af|roomden af|hebben|[[afgeroomd]]|rome af{{bijzin}} afrome|||afroom|afroomt|afromen|afroomde|afroomden}}
einde

begin
<!--afruimen/vervoeging-->
{{-nlverb-|afruimen|ruim af|ruimt af|ruimen af|ruimde af|ruimden af|hebben|[[afgeruimd]]|ruime af{{bijzin}} afruime|||afruim|afruimt|afruimen|afruimde|afruimden}}
einde

begin
<!--afschuinen/vervoeging-->
{{-nlverb-|afschuinen|schuin af|schuint af|schuinen af|schuinde af|schuinden af|hebben|[[afgeschuind]]|schuine af{{bijzin}} afschuine|||afschuin|afschuint|afschuinen|afschuinde|afschuinden}}
einde

begin
<!--afschuren/vervoeging-->
{{-nlverb-|afschuren|schuur af|schuurt af|schuren af|schuurde af|schuurden af|hebben|[[afgeschuurd]]|schure af{{bijzin}} afschure|||afschuur|afschuurt|afschuren|afschuurde|afschuurden}}
einde

begin
<!--afstaan/vervoeging-->
{{-nlverb-|afstaan|sta af|staat af|staan af|stond af|stonden af|hebben|[[afgestaan]]|sta af{{bijzin}} afsta||stondt af|afsta|afstaat|afstaan|afstond|afstonden||afstondt|onerg=1}}
einde

begin
<!--afstruinen/vervoeging-->
{{-nlverb-|afstruinen|struin af|struint af|struinen af|struinde af|struinden af|hebben|[[afgestruind]]|struine af{{bijzin}} afstruine|||afstruin|afstruint|afstruinen|afstruinde|afstruinden}}
einde

begin
<!--afvuren/vervoeging-->
{{-nlverb-|afvuren|vuur af|vuurt af|vuren af|vuurde af|vuurden af|hebben|[[afgevuurd]]|vure af{{bijzin}} afvure|||afvuur|afvuurt|afvuren|afvuurde|afvuurden}}
einde

begin
<!--afwateren/vervoeging-->
{{-nlverb-|afwateren|water af|watert af|wateren af|waterde af|waterden af|hebben|[[afgewaterd]]|watere af{{bijzin}} afwatere|||afwater|afwatert|afwateren|afwaterde|afwaterden}}
einde

begin
<!--afwegen/vervoeging-->
{{-nlverb-|afwegen|weeg af|weegt af|wegen af|woog af|wogen af|hebben|[[afgewogen]]|wege af{{bijzin}} afwege||woogt af|afweeg|afweegt|afwegen|afwoog|afwogen||afwoogt}}
einde

begin
<!--afwerpen/vervoeging-->
{{-nlverb-|afwerpen|werp af|werpt af|werpen af|wierp af|wierpen af|hebben|[[afgeworpen]]|werpe af{{bijzin}} afwerpe||wierpt af|afwerp|afwerpt|afwerpen|afwierp|afwierpen||afwierpt}}
einde

begin
<!--afzoeken/vervoeging-->
{{-nlverb-|afzoeken|zoek af|zoekt af|zoeken af|zocht af|zochten af|hebben|[[afgezocht]]|zoeke af{{bijzin}} afzoeke|||afzoek|afzoekt|afzoeken|afzocht|afzochten}}
einde

begin
<!--afzoenen/vervoeging-->
{{-nlverb-|afzoenen|zoen af|zoent af|zoenen af|zoende af|zoenden af|hebben|[[afgezoend]]|zoene af{{bijzin}} afzoene|||afzoen|afzoent|afzoenen|afzoende|afzoenden}}
einde

begin
<!--agglutineren/vervoeging-->
{{-nlverb-|agglutineren|agglutineer|agglutineert|agglutineren|agglutineerde|agglutineerden|zijn|[[geagglutineerd]]|agglutinere|erg=1}}
einde

begin
<!--alcoholiseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|alcoholiseren|alcoholiseer|alcoholiseert|alcoholiseren|alcoholiseerde|alcoholiseerden|hebben|[[gealcoholiseerd]]|alcoholisere}}
einde

begin
<!--alkaliseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|alkaliseren|alkaliseer|alkaliseert|alkaliseren|alkaliseerde|alkaliseerden|hebben|[[gealkaliseerd]]|alkalisere}}
einde

begin
<!--ambiëren/vervoeging-->
{{-nlverb-|ambiëren|ambieer|ambieert|ambiëren|ambieerde|ambieerden|hebben|[[geambieerd]]|ambiëre}}
einde

begin
<!--antedateren/vervoeging-->
{{-nlverb-|antedateren|antedateer|antedateert|antedateren|antedateerde|antedateerden|hebben|[[geantedateerd]]|antedatere|onerg=1}}
einde

begin
<!--arceren/vervoeging-->
{{-nlverb-|arceren|arceer|arceert|arceren|arceerde|arceerden|hebben|[[gearceerd]]|arcere}}
einde

begin
<!--argumenteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|argumenteren|argumenteer|argumenteert|argumenteren|argumenteerde|argumenteerden|hebben|[[geargumenteerd]]|argumentere}}
einde

begin
<!--arrangeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|arrangeren|arrangeer|arrangeert|arrangeren|arrangeerde|arrangeerden|hebben|[[gearrangeerd]]|arrangere}}
einde

begin
<!--articuleren/vervoeging-->
{{-nlverb-|articuleren|articuleer|articuleert|articuleren|articuleerde|articuleerden|hebben|[[gearticuleerd]]|articulere}}
einde

begin
<!--assimileren/vervoeging-->
{{-nlverb-|assimileren|assimileer|assimileert|assimileren|assimileerde|assimileerden|hebben|[[geassimileerd]]|assimilere}}
einde

begin
<!--attaqueren/vervoeging-->
{{-nlverb-|attaqueren|attaqueer|attaqueert|attaqueren|attaqueerde|attaqueerden|hebben|[[geattaqueerd]]|attaquere}}
einde

begin
<!--ausculteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|ausculteren|ausculteer|ausculteert|ausculteren|ausculteerde|ausculteerden|hebben|[[geausculteerd]]|auscultere}}
einde

begin
<!--authentiseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|authentiseren|authentiseer|authentiseert|authentiseren|authentiseerde|authentiseerden|hebben|[[geauthentiseerd]]|authentisere}}
einde

begin
<!--automatiseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|automatiseren|automatiseer|automatiseert|automatiseren|automatiseerde|automatiseerden|hebben|[[geautomatiseerd]]|automatisere}}
einde

begin
<!--back-uppen/vervoeging-->
{{-nlverb-|back-uppen|back-up|back-upt|back-uppen|back-upte|back-upten|hebben|[[geback-upt]]|back-uppe}}
einde

begin
<!--bagatelliseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|bagatelliseren|bagatelliseer|bagatelliseert|bagatelliseren|bagatelliseerde|bagatelliseerden|hebben|[[gebagatelliseerd]]|bagatellisere}}
einde

begin
<!--ballen/vervoeging-->
{{-nlverb-|ballen|bal|balt|ballen|balde|balden|hebben|[[gebald]]|balle|onerg=1}}
einde

begin
<!--bannen/vervoeging-->
{{-nlverb-|bannen|ban|bant|bannen|bande|banden|hebben|[[gebannen]]|banne||bandet}}
einde

begin
<!--barbecueën/vervoeging-->
{{-nlverb-|barbecueën|barbecue|barbecuet|barbecueën|barbecuede|barbecueden|hebben|[[gebarbecued]]|barbecueë|onerg=1}}
einde

begin
<!--bassen/vervoeging-->
{{-nlverb-|bassen|bas|bast|bassen|baste|basten|hebben|[[gebast]]|basse|onerg=1}}
einde

begin
<!--beademen/vervoeging-->
{{-nlverb-|beademen|beadem|beademt|beademen|beademde|beademden|hebben|[[beademd]]|beademe}}
einde

begin
<!--beangstigen/vervoeging-->
{{-nlverb-|beangstigen|beangstig|beangstigt|beangstigen|beangstigde|beangstigden|hebben|[[beangstigd]]|beangstige}}
einde

begin
<!--bearbeiden/vervoeging-->
{{-nlverb-|bearbeiden|bearbeid|bearbeidt|bearbeiden|bearbeidde|bearbeidden|hebben|[[bearbeid]]|bearbeide}}
einde

begin
<!--beargumenteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|beargumenteren|beargumenteer|beargumenteert|beargumenteren|beargumenteerde|beargumenteerden|hebben|[[beargumenteerd]]|beargumentere}}
einde

begin
<!--beatjuggelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|beatjuggelen|beatjuggel|beatjuggelt|beatjuggelen|beatjuggelde|beatjuggelden|hebben|[[gebeatjuggeld]]|beatjuggele}}
einde

begin
<!--bebakenen/vervoeging-->
{{-nlverb-|bebakenen|bebaken|bebakent|bebakenen|bebakende|bebakenden|hebben|[[bebakend]]|bebakene}}
einde

begin
<!--bebossen/vervoeging-->
{{-nlverb-|bebossen|bebos|bebost|bebossen|beboste|bebosten|hebben|[[bebost]]|bebosse}}
einde

begin
<!--bebroeden/vervoeging-->
{{-nlverb-|bebroeden|bebroed|bebroedt|bebroeden|bebroedde|bebroedden|hebben|[[bebroed]]|bebroede}}
einde

begin
<!--bedijken/vervoeging-->
{{-nlverb-|bedijken|bedijk|bedijkt|bedijken|bedijkte|bedijkten|hebben|[[bedijkt]]|bedijke}}
einde

begin
<!--beduimelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|beduimelen|beduimel|beduimelt|beduimelen|beduimelde|beduimelden|hebben|[[beduimeld]]|beduimele}}
einde

begin
<!--bedwateren/vervoeging-->
{{-nlverb-|bedwateren|bedwater|bedwatert|bedwateren|bedwaterde|bedwaterden|hebben|[[gebedwaterd]]|bedwatere|onerg=1}}
einde

begin
<!--begeesteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|begeesteren|begeester|begeestert|begeesteren|begeesterde|begeesterden|hebben|[[begeesterd]]|begeestere}}
einde

begin
<!--beïnvloeden/vervoeging-->
{{-nlverb-|beïnvloeden|beïnvloed|beïnvloedt|beïnvloeden|beïnvloedde|beïnvloedden|hebben|[[beïnvloed]]|beïnvloede}}
einde

begin
<!--bekabelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|bekabelen|bekabel|bekabelt|bekabelen|bekabelde|bekabelden|hebben|[[bekabeld]]|bekabele}}
einde

begin
<!--bekanen/vervoeging-->
{{-nlverb-|bekanen|bekaan|bekaant|bekanen|bekaande|bekaanden|zijn|[[bekaand]]|bekane|erg=1}}
einde

begin
<!--bekendmaken/vervoeging-->
{{-nlverb-|bekendmaken|maak bekend|maakt bekend|maken bekend|maakte bekend|maakten bekend|hebben|[[bekendgemaakt]]|make bekend{{bijzin}} bekendmake|||bekendmaak|bekendmaakt|bekendmaken|bekendmaakte|bekendmaakten}}
einde

begin
<!--bekken/vervoeging-->
{{-nlverb-|bekken|bek|bekt|bekken|bekte|bekten|hebben|[[gebekt]]|bekke}}
einde

begin
<!--bekruipen/vervoeging-->
{{-nlverb-|bekruipen|bekruip|bekruipt|bekruipen|bekroop|bekropen|hebben|[[bekropen]]|bekruipe||bekroopt}}
einde

begin
<!--bekwamen/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|bekwamen|bekwaam|bekwaamt|bekwamen|bekwaamde|bekwaamden||bekwaamd|bekwame}}
einde

begin
<!--belanden/vervoeging-->
{{-nlverb-|belanden|beland|belandt|belanden|belandde|belandden|zijn|[[beland]]|belande|erg=1}}
einde

begin
<!--belegeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|belegeren|beleger|belegert|belegeren|belegerde|belegerden|hebben|[[belegerd]]|belegere}}
einde

begin
<!--belezen/vervoeging-->
{{-nlverb-|belezen|belees|beleest|belezen|belas|belazen|hebben|[[belezen]]|beleze||belaast}}
einde

begin
<!--believen/vervoeging-->
{{-nlverb-onp-|believen||belieft|beliefde|heeft|[[beliefd]]|}}
einde

begin
<!--belommeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|belommeren|belommer|belommert|belommeren|belommerde|belommerden|hebben|[[belommerd]]|belommere}}
einde

begin
<!--belopen/vervoeging-->
{{-nlverb-|belopen|beloop|beloopt|belopen|beliep|beliepen|hebben|[[belopen]]|belope||beliept}}
einde

begin
<!--bemannen/vervoeging-->
{{-nlverb-|bemannen|beman|bemant|bemannen|bemande|bemanden|hebben|[[bemand]]|bemanne}}
einde

begin
<!--bematten/vervoeging-->
{{-nlverb-|bematten|bemat|bemat|bematten|bematte|bematten|hebben|[[bemat]]|bematte}}
einde

begin
<!--bemeten/vervoeging-->
{{-nlverb-|bemeten|bemeet|bemeet|bemeten|bemat|bematen|hebben|[[bemeten]]|bemete}}
einde

begin
<!--bemoedigen/vervoeging-->
{{-nlverb-|bemoedigen|bemoedig|bemoedigt|bemoedigen|bemoedigde|bemoedigden|hebben|[[bemoedigd]]|bemoedige}}
einde

begin
<!--benen/vervoeging-->
{{-nlverb-|benen|been|beent|benen|beende|beenden|zijn|[[gebeend]]|bene|erg=1}}
einde

begin
<!--beoliën/vervoeging-->
{{-nlverb-|beoliën|beolie|beoliet|beoliën|beoliede|beolieden|hebben|[[beolied]]|beolië}}
einde

begin
<!--bepekken/vervoeging-->
{{-nlverb-|bepekken|bepek|bepekt|bepekken|bepekte|bepekten|hebben|[[bepekt]]|bepekke}}
einde

begin
<!--bepleisteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|bepleisteren|bepleister|bepleistert|bepleisteren|bepleisterde|bepleisterden|hebben|[[bepleisterd]]|bepleistere}}
einde

begin
<!--beredeneren/vervoeging-->
{{-nlverb-|beredeneren|beredeneer|beredeneert|beredeneren|beredeneerde|beredeneerden|hebben|[[beredeneerd]]|beredenere}}
einde

begin
<!--beroken/vervoeging-->
{{-nlverb-|beroken|berook|berookt|beroken|berookte|berookten|hebben|[[berookt]]|beroke}}
einde

begin
<!--beschadigen/vervoeging-->
{{-nlverb-|beschadigen|beschadig|beschadigt|beschadigen|beschadigde|beschadigden|hebben|[[beschadigd]]|beschadige}}
einde

begin
<!--beslechten/vervoeging-->
{{-nlverb-|beslechten|beslecht|beslecht|beslechten|beslechtte|beslechtten|hebben|[[beslecht]]|beslechte}}
einde

begin
<!--bespotten/vervoeging-->
{{-nlverb-|bespotten|bespot|bespot|bespotten|bespotte|bespotten|hebben|[[bespot]]|bespotte}}
einde

begin
<!--bestemmen/vervoeging-->
{{-nlverb-|bestemmen|bestem|bestemt|bestemmen|bestemde|bestemden|hebben|[[bestemd]]|bestemme}}
einde

begin
<!--bestieren/vervoeging-->
{{-nlverb-|bestieren|bestier|bestiert|bestieren|bestierde|bestierden|hebben|[[bestierd]]|bestiere}}
einde

begin
<!--bestrijken/vervoeging-->
{{-nlverb-|bestrijken|bestrijk|bestrijkt|bestrijken|bestreek|bestreken|hebben|[[bestreken]]|bestrijke||bestreekt}}
einde

begin
<!--bestuderen/vervoeging-->
{{-nlverb-|bestuderen|bestudeer|bestudeert|bestuderen|bestudeerde|bestudeerden|hebben|[[bestudeerd]]|bestudere}}
einde

begin
<!--betegelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|betegelen|betegel|betegelt|betegelen|betegelde|betegelden|hebben|[[betegeld]]|betegele}}
einde

begin
<!--beteugelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|beteugelen|beteugel|beteugelt|beteugelen|beteugelde|beteugelden|hebben|[[beteugeld]]|beteugele}}
einde

begin
<!--betichten/vervoeging-->
{{-nlverb-|betichten|beticht|beticht|betichten|betichtte|betichtten|hebben|[[beticht]]|betichte}}
einde

begin
<!--betogen/vervoeging-->
{{-nlverb-|betogen|betoog|betoogt|betogen|betoogde|betoogden|hebben|[[betoogd]]|betoge}}
einde

begin
<!--betonnen/vervoeging-->
{{-nlverb-|betonnen|beton|betont|betonnen|betonde|betonden|hebben|[[betond]]|betonne}}
einde

begin
<!--betoveren/vervoeging-->
{{-nlverb-|betoveren|betover|betovert|betoveren|betoverde|betoverden|hebben|[[betoverd]]|betovere}}
einde

begin
<!--betrachten/vervoeging-->
{{-nlverb-|betrachten|betracht|betracht|betrachten|betrachtte|betrachtten|hebben|[[betracht]]|betrachte}}
einde

begin
<!--beuken/vervoeging-->
{{-nlverb-|beuken|beuk|beukt|beuken|beukte|beukten|hebben|[[gebeukt]]|beuke}}
einde

begin
<!--bevangen/vervoeging-->
{{-nlverb-|bevangen|bevang|bevangt|bevangen|beving|bevingen|hebben|[[bevangen]]|bevange||bevingt}}
einde

begin
<!--beveiligen/vervoeging-->
{{-nlverb-|beveiligen|beveilig|beveiligt|beveiligen|beveiligde|beveiligden|hebben|[[beveiligd]]|beveilige}}
einde

begin
<!--bevroeden/vervoeging-->
{{-nlverb-|bevroeden|bevroed|bevroedt|bevroeden|bevroedde|bevroedden|hebben|[[bevroed]]|bevroede}}
einde

begin
<!--beweiden/vervoeging-->
{{-nlverb-|beweiden|beweid|beweidt|beweiden|beweidde|beweidden|hebben|[[beweid]]|beweide}}
einde

begin
<!--bewonen/vervoeging-->
{{-nlverb-|bewonen|bewoon|bewoont|bewonen|bewoonde|bewoonden|hebben|[[bewoond]]|bewone}}
einde

begin
<!--bezwendelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|bezwendelen|bezwendel|bezwendelt|bezwendelen|bezwendelde|bezwendelden|hebben|[[bezwendeld]]|bezwendele}}
einde

begin
<!--bijsturen/vervoeging-->
{{-nlverb-|bijsturen|stuur bij|stuurt bij|sturen bij|stuurde bij|stuurden bij|hebben|[[bijgestuurd]]|sture bij{{bijzin}} bijsture|||bijstuur|bijstuurt|bijsturen|bijstuurde|bijstuurden|onerg=1}}
einde

begin
<!--binnensmokkelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|binnensmokkelen|smokkel binnen|smokkelt binnen|smokkelen binnen|smokkelde binnen|smokkelden binnen|hebben|[[binnengesmokkeld]]|smokkele binnen{{bijzin}} binnensmokkele|||binnensmokkel|binnensmokkelt|binnensmokkelen|binnensmokkelde|binnensmokkelden}}
einde

begin
<!--binnentrekken/vervoeging-->
{{-nlverb-|binnentrekken|trek binnen|trekt binnen|trekken binnen|trok binnen|trokken binnen|zijn|[[binnengetrokken]]|trekke binnen{{bijzin}} binnentrekke||trokt binnen|binnentrek|binnentrekt|binnentrekken|binnentrok|binnentrokken||binnentrokt|erg=1}}
einde

begin
<!--binnenvallen/vervoeging-->
{{-nlverb-|binnenvallen|val binnen|valt binnen|vallen binnen|viel binnen|vielen binnen|zijn|[[binnengevallen]]|valle binnen{{bijzin}} binnenvalle||vielt binnen|binnenval|binnenvalt|binnenvallen|binnenviel|binnenvielen||binnenvielt|erg=1}}
einde

begin
<!--blakeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|blakeren|blaker|blakert|blakeren|blakerde|blakerden|hebben|[[geblakerd]]|blakere}}
einde

begin
<!--blameren/vervoeging-->
{{-nlverb-|blameren|blameer|blameert|blameren|blameerde|blameerden|hebben|[[geblameerd]]|blamere}}
einde

begin
<!--blancheren/vervoeging-->
{{-nlverb-|blancheren|blancheer|blancheert|blancheren|blancheerde|blancheerden|hebben|[[geblancheerd]]|blanchere}}
einde

begin
<!--blaren/vervoeging-->
{{-nlverb-|blaren|blaar|blaart|blaren|blaarde|blaarden|hebben|[[geblaard]]|blare|onerg=1}}
einde

begin
<!--blasfemeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|blasfemeren|blasfemeer|blasfemeert|blasfemeren|blasfemeerde|blasfemeerden|hebben|[[geblasfemeerd]]|blasfemere}}
einde

begin
<!--blauwbekken/vervoeging-->
{{-nlverb-|blauwbekken|blauwbek|blauwbekt|blauwbekken|blauwbekte|blauwbekten|hebben|[[geblauwbekt]]|blauwbekke|onerg=1}}
einde

begin
<!--blesseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|blesseren|blesseer|blesseert|blesseren|blesseerde|blesseerden|hebben|[[geblesseerd]]|blessere|overg=1}}
{{-nlverb-reflex-|blesseren|blesseer|blesseert|blesseren|blesseerde|blesseerden||geblesseerd|blessere}}
einde

begin
<!--blikken/vervoeging-->
{{-nlverb-|blikken|blik|blikt|blikken|blikte|blikten|hebben|[[geblikt]]|blikke|onerg=1}}
einde

begin
<!--blootstellen/vervoeging-->
{{-nlverb-|blootstellen|stel bloot|stelt bloot|stellen bloot|stelde bloot|stelden bloot|hebben|[[blootgesteld]]|stelle bloot{{bijzin}} blootstelle|||blootstel|blootstelt|blootstellen|blootstelde|blootstelden|overg=1}}
{{-nlverb-reflex-|prefix=bloot|blootstellen|stel|stelt|stellen|stelde|stelden||blootgesteld|stelle}}
einde

begin
<!--blowen/vervoeging-->
{{-nlverb-|blowen|blow|blowt|blowen|blowde|blowden|hebben|[[geblowd]]|blowe}}
einde

begin
<!--bobsleeën/vervoeging-->
{{-nlverb-|bobsleeën|bobslee|bobsleet|bobsleeën|bobsleede|bobsleeden|hebben|[[gebobsleed]]|bobsleeë}}
einde

begin
<!--boeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|boeren|boer|boert|boeren|boerde|boerden|hebben|[[geboerd]]|boere}}
einde

begin
<!--boffen/vervoeging-->
{{-nlverb-|boffen|bof|boft|boffen|bofte|boften|hebben|[[geboft]]|boffe}}
einde

begin
<!--boksen/vervoeging-->
{{-nlverb-|boksen|boks|bokst|boksen|bokste|boksten|hebben|[[gebokst]]|bokse}}
einde

begin
<!--borduren/vervoeging-->
{{-nlverb-|borduren|borduur|borduurt|borduren|borduurde|borduurden|hebben|[[geborduurd]]|bordure}}
einde

begin
<!--borgen/vervoeging-->
{{-nlverb-|borgen|borg|borgt|borgen|borgde|borgden|hebben|[[geborgd]]|borge}}
einde

begin
<!--bosseleren/vervoeging-->
{{-nlverb-|bosseleren|bosseleer|bosseleert|bosseleren|bosseleerde|bosseleerden|hebben|[[gebosseleerd]]|bosselere}}
einde

begin
<!--boycotten/vervoeging-->
{{-nlverb-|boycotten|boycot|boycot|boycotten|boycotte|boycotten|hebben|[[geboycot]]|boycotte}}
einde

begin
<!--braiseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|braiseren|braiseer|braiseert|braiseren|braiseerde|braiseerden|hebben|[[gebraiseerd]]|braisere}}
einde

begin
<!--brandschilderen/vervoeging-->
{{-nlverb-|brandschilderen|brandschilder|brandschildert|brandschilderen|brandschilderde|brandschilderden|hebben|[[gebrandschilderd]]|brandschildere}}
einde

begin
<!--brandstichten/vervoeging-->
{{-nlverb-|brandstichten|sticht brand|sticht brand|stichten brand|stichtte brand|stichtten brand|hebben|[[brandgesticht]]|stichte brand{{bijzin}} brandstichte|||brandsticht|brandsticht|brandstichten|brandstichtte|brandstichtten}}
einde

begin
<!--breeuwen/vervoeging-->
{{-nlverb-|breeuwen|breeuw|breeuwt|breeuwen|breeuwde|breeuwden|hebben|[[gebreeuwd]]|breeuwe}}
einde

begin
<!--bronzen/vervoeging-->
{{-nlverb-|bronzen|brons|bronst|bronzen|bronsde|bronsden|hebben|[[gebronsd]]|bronze}}
einde

begin
<!--brutaliseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|brutaliseren|brutaliseer|brutaliseert|brutaliseren|brutaliseerde|brutaliseerden|hebben|[[gebrutaliseerd]]|brutalisere}}
einde

begin
<!--bruuskeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|bruuskeren|bruuskeer|bruuskeert|bruuskeren|bruuskeerde|bruuskeerden|hebben|[[gebruuskeerd]]|bruuskere}}
einde

begin
<!--buitensluiten/vervoeging-->
{{-nlverb-|buitensluiten|sluit buiten|sluit buiten|sluiten buiten|sloot buiten|sloten buiten|hebben|[[buitengesloten]]|sluite buiten{{bijzin}} buitensluite|||buitensluit|buitensluit|buitensluiten|buitensloot|buitensloten}}
einde

begin
<!--bungelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|bungelen|bungel|bungelt|bungelen|bungelde|bungelden|hebben|[[gebungeld]]|bungele|onerg=1}}
einde

begin
<!--cachetteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|cachetteren|cachetteer|cachetteert|cachetteren|cachetteerde|cachetteerden|hebben|[[gecachetteerd]]|cachettere}}
einde

begin
<!--calcineren/vervoeging-->
{{-nlverb-|calcineren|calcineer|calcineert|calcineren|calcineerde|calcineerden|hebben|[[gecalcineerd]]|calcinere}}
einde

begin
<!--calqueren/vervoeging-->
{{-nlverb-|calqueren|calqueer|calqueert|calqueren|calqueerde|calqueerden|hebben|[[gecalqueerd]]|calquere}}
einde

begin
<!--canneleren/vervoeging-->
{{-nlverb-|canneleren|canneleer|canneleert|canneleren|canneleerde|canneleerden|hebben|[[gecanneleerd]]|cannelere}}
einde

begin
<!--canoniseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|canoniseren|canoniseer|canoniseert|canoniseren|canoniseerde|canoniseerden|hebben|[[gecanoniseerd]]|canonisere}}
einde

begin
<!--capitonneren/vervoeging-->
{{-nlverb-|capitonneren|capitonneer|capitonneert|capitonneren|capitonneerde|capitonneerden|hebben|[[gecapitonneerd]]|capitonnere}}
einde

begin
<!--capteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|capteren|capteer|capteert|capteren|capteerde|capteerden|hebben|[[gecapteerd]]|captere}}
einde

begin
<!--carboniseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|carboniseren|carboniseer|carboniseert|carboniseren|carboniseerde|carboniseerden|hebben|[[gecarboniseerd]]|carbonisere}}
einde

begin
<!--catalogiseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|catalogiseren|catalogiseer|catalogiseert|catalogiseren|catalogiseerde|catalogiseerden|hebben|[[gecatalogiseerd]]|catalogisere}}
einde

begin
<!--cauteriseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|cauteriseren|cauteriseer|cauteriseert|cauteriseren|cauteriseerde|cauteriseerden|hebben|[[gecauteriseerd]]|cauterisere}}
einde

begin
<!--cementeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|cementeren|cementeer|cementeert|cementeren|cementeerde|cementeerden|hebben|[[gecementeerd]]|cementere}}
einde

begin
<!--centraliseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|centraliseren|centraliseer|centraliseert|centraliseren|centraliseerde|centraliseerden|hebben|[[gecentraliseerd]]|centralisere}}
einde

begin
<!--centreren/vervoeging-->
{{-nlverb-|centreren|centreer|centreert|centreren|centreerde|centreerden|hebben|[[gecentreerd]]|centrere}}
einde

begin
<!--certificeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|certificeren|certificeer|certificeert|certificeren|certificeerde|certificeerden|hebben|[[gecertificeerd]]|certificere}}
einde

begin
<!--chambreren/vervoeging-->
{{-nlverb-|chambreren|chambreer|chambreert|chambreren|chambreerde|chambreerden|hebben|[[gechambreerd]]|chambrere}}
einde

begin
<!--chanteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|chanteren|chanteer|chanteert|chanteren|chanteerde|chanteerden|hebben|[[gechanteerd]]|chantere}}
einde

begin
<!--chinezen/vervoeging-->
{{-nlverb-|chinezen|chinees|chineest|chinezen|chineesde|chineesden|hebben|[[gechineesd]]|chineze|onerg=1}}
einde

begin
<!--chloren/vervoeging-->
{{-nlverb-|chloren|chloor|chloort|chloren|chloorde|chloorden|hebben|[[gechloord]]|chlore}}
einde

begin
<!--chloreren/vervoeging-->
{{-nlverb-|chloreren|chloreer|chloreert|chloreren|chloreerde|chloreerden|hebben|[[gechloreerd]]|chlorere}}
einde

begin
<!--chloroformeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|chloroformeren|chloroformeer|chloroformeert|chloroformeren|chloroformeerde|chloroformeerden|hebben|[[gechloroformeerd]]|chloroformere}}
einde

begin
<!--choqueren/vervoeging-->
{{-nlverb-|choqueren|choqueer|choqueert|choqueren|choqueerde|choqueerden|hebben|[[gechoqueerd]]|choquere}}
einde

begin
<!--circuleren/vervoeging-->
{{-nlverb-|circuleren|circuleer|circuleert|circuleren|circuleerde|circuleerden|hebben|[[gecirculeerd]]|circulere}}
einde

begin
<!--cirkelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|cirkelen|cirkel|cirkelt|cirkelen|cirkelde|cirkelden|hebben|[[gecirkeld]]|cirkele}}
einde

begin
<!--ciseleren/vervoeging-->
{{-nlverb-|ciseleren|ciseleer|ciseleert|ciseleren|ciseleerde|ciseleerden|hebben|[[geciseleerd]]|ciselere}}
einde

begin
<!--civiliseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|civiliseren|civiliseer|civiliseert|civiliseren|civiliseerde|civiliseerden|hebben|[[geciviliseerd]]|civilisere}}
einde

begin
<!--coachen/vervoeging-->
{{-nlverb-|coachen|coach|coacht|coachen|coachte|coachten|hebben|[[gecoacht]]|coache}}
einde

begin
<!--coderen/vervoeging-->
{{-nlverb-|coderen|codeer|codeert|coderen|codeerde|codeerden|hebben|[[gecodeerd]]|codere}}
einde

begin
<!--codificeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|codificeren|codificeer|codificeert|codificeren|codificeerde|codificeerden|hebben|[[gecodificeerd]]|codificere}}
einde

begin
<!--commentariëren/vervoeging-->
{{-nlverb-|commentariëren|commentarieer|commentarieert|commentariëren|commentarieerde|commentarieerden|hebben|[[gecommentarieerd]]|commentariëre}}
einde

begin
<!--communiceren/vervoeging-->
{{-nlverb-|communiceren|communiceer|communiceert|communiceren|communiceerde|communiceerden|hebben|[[gecommuniceerd]]|communicere}}
einde

begin
<!--compacteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|compacteren|compacteer|compacteert|compacteren|compacteerde|compacteerden|hebben|[[gecompacteerd]]|compactere}}
einde

begin
<!--competeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|competeren|competeer|competeert|competeren|competeerde|competeerden|hebben|[[gecompeteerd]]|competere}}
einde

begin
<!--compliceren/vervoeging-->
{{-nlverb-|compliceren|compliceer|compliceert|compliceren|compliceerde|compliceerden|hebben|[[gecompliceerd]]|complicere}}
einde

begin
<!--concretiseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|concretiseren|concretiseer|concretiseert|concretiseren|concretiseerde|concretiseerden|hebben|[[geconcretiseerd]]|concretisere}}
einde

begin
<!--condenseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|condenseren|condenseer|condenseert|condenseren|condenseerde|condenseerden|hebben|[[gecondenseerd]]|condensere}}
einde

begin
<!--conditioneren/vervoeging-->
{{-nlverb-|conditioneren|conditioneer|conditioneert|conditioneren|conditioneerde|conditioneerden|hebben|[[geconditioneerd]]|conditionere}}
einde

begin
<!--confronteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|confronteren|confronteer|confronteert|confronteren|confronteerde|confronteerden|hebben|[[geconfronteerd]]|confrontere}}
einde

begin
<!--consacreren/vervoeging-->
{{-nlverb-|consacreren|consacreer|consacreert|consacreren|consacreerde|consacreerden|hebben|[[geconsacreerd]]|consacrere}}
einde

begin
<!--consigneren/vervoeging-->
{{-nlverb-|consigneren|consigneer|consigneert|consigneren|consigneerde|consigneerden|hebben|[[geconsigneerd]]|consignere}}
einde

begin
<!--consolideren/vervoeging-->
{{-nlverb-|consolideren|consolideer|consolideert|consolideren|consolideerde|consolideerden|hebben|[[geconsolideerd]]|consolidere}}
einde

begin
<!--conspireren/vervoeging-->
{{-nlverb-|conspireren|conspireer|conspireert|conspireren|conspireerde|conspireerden|hebben|[[geconspireerd]]|conspirere}}
einde

begin
<!--contracteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|contracteren|contracteer|contracteert|contracteren|contracteerde|contracteerden|hebben|[[gecontracteerd]]|contractere}}
einde

begin
<!--contrasteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|contrasteren|contrasteer|contrasteert|contrasteren|contrasteerde|contrasteerden|hebben|[[gecontrasteerd]]|contrastere}}
einde

begin
<!--converteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|converteren|converteer|converteert|converteren|converteerde|converteerden|hebben|[[geconverteerd]]|convertere}}
einde

begin
<!--coördineren/vervoeging-->
{{-nlverb-|coördineren|coördineer|coördineert|coördineren|coördineerde|coördineerden|hebben|[[gecoördineerd]]|coördinere}}
einde

begin
<!--copolymeriseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|copolymeriseren|copolymeriseer|copolymeriseert|copolymeriseren|copolymeriseerde|copolymeriseerden|zijn|[[gecopolymeriseerd]]|copolymerisere|erg=1}}
einde

begin
<!--copuleren/vervoeging-->
{{-nlverb-|copuleren|copuleer|copuleert|copuleren|copuleerde|copuleerden|hebben|[[gecopuleerd]]|copulere}}
einde

begin
<!--correctionaliseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|correctionaliseren|correctionaliseer|correctionaliseert|correctionaliseren|correctionaliseerde|correctionaliseerden|hebben|[[gecorrectionaliseerd]]|correctionalisere}}
einde

begin
<!--corresponderen/vervoeging-->
{{-nlverb-|corresponderen|correspondeer|correspondeert|corresponderen|correspondeerde|correspondeerden|hebben|[[gecorrespondeerd]]|correspondere|onerg=1}}
einde

begin
<!--crawlen/vervoeging-->
{{-nlverb-|crawlen|crawl|crawlt|crawlen|crawlde|crawlden|hebben|[[gecrawld]]|crawle}}
einde

begin
<!--dampen/vervoeging-->
{{-nlverb-|dampen|damp|dampt|dampen|dampte|dampten|zijn|[[gedampt]]|dampe|erg=1}}
einde

begin
<!--daten/vervoeging-->
{{-nlverb-|daten|date|datet|daten|datete|dateten|hebben|[[gedatet]]|date}}
einde

begin
<!--daveren/vervoeging-->
{{-nlverb-|daveren|daver|davert|daveren|daverde|daverden|zijn|[[gedaverd]]|davere|erg=1}}
einde

begin
<!--debiteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|debiteren|debiteer|debiteert|debiteren|debiteerde|debiteerden|hebben|[[gedebiteerd]]|debitere}}
einde

begin
<!--decanteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|decanteren|decanteer|decanteert|decanteren|decanteerde|decanteerden|hebben|[[gedecanteerd]]|decantere}}
einde

begin
<!--decimeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|decimeren|decimeer|decimeert|decimeren|decimeerde|decimeerden|hebben|[[gedecimeerd]]|decimere}}
einde

begin
<!--declameren/vervoeging-->
{{-nlverb-|declameren|declameer|declameert|declameren|declameerde|declameerden|hebben|[[gedeclameerd]]|declamere}}
einde

begin
<!--declineren/vervoeging-->
{{-nlverb-|declineren|declineer|declineert|declineren|declineerde|declineerden|hebben|[[gedeclineerd]]|declinere}}
einde

begin
<!--decoderen/vervoeging-->
{{-nlverb-|decoderen|decodeer|decodeert|decoderen|decodeerde|decodeerden|hebben|[[gedecodeerd]]|decodere}}
einde

begin
<!--decompliceren/vervoeging-->
{{-nlverb-|decompliceren|decompliceer|decompliceert|decompliceren|decompliceerde|decompliceerden|zijn|[[gedecompliceerd]]|decomplicere|erg=1}}
einde

begin
<!--decoreren/vervoeging-->
{{-nlverb-|decoreren|decoreer|decoreert|decoreren|decoreerde|decoreerden|hebben|[[gedecoreerd]]|decorere}}
einde

begin
<!--decreteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|decreteren|decreteer|decreteert|decreteren|decreteerde|decreteerden|hebben|[[gedecreteerd]]|decretere}}
einde

begin
<!--definiëren/vervoeging-->
{{-nlverb-|definiëren|definieer|definieert|definiëren|definieerde|definieerden|hebben|[[gedefinieerd]]|definiëre}}
einde

begin
<!--degraderen/vervoeging-->
{{-nlverb-|degraderen|degradeer|degradeert|degraderen|degradeerde|degradeerden|hebben|[[gedegradeerd]]|degradere}}
einde

begin
<!--delegeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|delegeren|delegeer|delegeert|delegeren|delegeerde|delegeerden|hebben|[[gedelegeerd]]|delegere}}
einde

begin
<!--denigreren/vervoeging-->
{{-nlverb-|denigreren|denigreer|denigreert|denigreren|denigreerde|denigreerden|hebben|[[gedenigreerd]]|denigrere}}
einde

begin
<!--deputeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|deputeren|deputeer|deputeert|deputeren|deputeerde|deputeerden|hebben|[[gedeputeerd]]|deputere}}
einde

begin
<!--desactiveren/vervoeging-->
{{-nlverb-|desactiveren|desactiveer|desactiveert|desactiveren|desactiveerde|desactiveerden|hebben|[[gedesactiveerd]]|desactivere}}
einde

begin
<!--desambigueren/vervoeging-->
{{-nlverb-|desambigueren|desambigueer|desambigueert|desambigueren|desambigueerde|desambigueerden|hebben|[[gedesambigueerd]]|desambiguere}}
einde

begin
<!--deserteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|deserteren|deserteer|deserteert|deserteren|deserteerde|deserteerden|zijn|[[gedeserteerd]]|desertere|erg=1}}
einde

begin
<!--destilleren/vervoeging-->
{{-nlverb-|destilleren|destilleer|destilleert|destilleren|destilleerde|destilleerden|hebben|[[gedestilleerd]]|destillere}}
einde

begin
<!--detineren/vervoeging-->
{{-nlverb-|detineren|detineer|detineert|detineren|detineerde|detineerden|hebben|[[gedetineerd]]|detinere}}
einde

begin
<!--deuken/vervoeging-->
{{-nlverb-|deuken|deuk|deukt|deuken|deukte|deukten|hebben|[[gedeukt]]|deuke}}
einde

begin
<!--dichten/vervoeging-->
{{-nlverb-|dichten|dicht|dicht|dichten|dichtte|dichtten|hebben|[[gedicht]]|dichte|onerg=1}}
einde

begin
<!--dichtknopen/vervoeging-->
{{-nlverb-|dichtknopen|knoop dicht|knoopt dicht|knopen dicht|knoopte dicht|knoopten dicht|hebben|[[dichtgeknoopt]]|knope dicht{{bijzin}} dichtknope|||dichtknoop|dichtknoopt|dichtknopen|dichtknoopte|dichtknoopten}}
einde

begin
<!--dineren/vervoeging-->
{{-nlverb-|dineren|dineer|dineert|dineren|dineerde|dineerden|hebben|[[gedineerd]]|dinere}}
einde

begin
<!--discrimineren/vervoeging-->
{{-nlverb-|discrimineren|discrimineer|discrimineert|discrimineren|discrimineerde|discrimineerden|hebben|[[gediscrimineerd]]|discriminere}}
einde

begin
<!--distilleren/vervoeging-->
{{-nlverb-|distilleren|distilleer|distilleert|distilleren|distilleerde|distilleerden|hebben|[[gedistilleerd]]|distillere}}
einde

begin
<!--doceren/vervoeging-->
{{-nlverb-|doceren|doceer|doceert|doceren|doceerde|doceerden|hebben|[[gedoceerd]]|docere}}
einde

begin
<!--doemen/vervoeging-->
{{-nlverb-|doemen|doem|doemt|doemen|doemde|doemden|hebben|[[gedoemd]]|doeme}}
einde

begin
<!--dolen/vervoeging-->
{{-nlverb-|dolen|dool|doolt|dolen|doolde|doolden|hebben|[[gedoold]]|dole|onerg=1}}
einde

begin
<!--dood wanen/vervoeging-->
{{-nlverb-|dood wanen|waan dood|waant dood|wanen dood|waande dood|waanden dood|hebben|[[dood gewaand]]|wane dood{{bijzin}} doodwane|||doodwaan|doodwaant|doodwanen|doodwaande|doodwaanden}}
einde

begin
<!--doodgaan/vervoeging-->
{{-nlverb-|doodgaan|ga dood|gaat dood|gaan dood|ging dood|gingen dood|zijn|[[doodgegaan]]|ga dood{{bijzin}} doodga||gingt dood|doodga|doodgaat|doodgaan|doodging|doodgingen||doodgingt|erg=1}}
einde

begin
<!--doodhouden/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|prefix=dood|doodhouden|houd|houdt|houden|hield|hielden||doodgehouden|houde||hieldt}}
einde

begin
<!--doodslaan/vervoeging-->
{{-nlverb-|doodslaan|sla dood|slaat dood|slaan dood|sloeg dood|sloegen dood|hebben|[[doodgeslagen]]|sla dood{{bijzin}} doodsla||sloegt dood|doodsla|doodslaat|doodslaan|doodsloeg|doodsloegen||doodsloegt}}
einde

begin
<!--doodverven/vervoeging-->
{{-nlverb-|doodverven|doodverf|doodverft|doodverven|doodverfde|doodverfden|hebben|[[gedoodverfd]]|doodverve}}
einde

begin
<!--doorklikken/vervoeging-->
{{-nlverb-|doorklikken|klik door|klikt door|klikken door|klikte door|klikten door|hebben|[[doorgeklikt]]|klikke door{{bijzin}} doorklikke|||doorklik|doorklikt|doorklikken|doorklikte|doorklikten|onerg=1}}
einde

begin
<!--doorkruisen/vervoeging-->
{{-nlverb-|doorkruisen|doorkruis|doorkruist|doorkruisen|doorkruiste|doorkruisten|hebben|[[doorkruist]]|doorkruise}}
einde

begin
<!--dorsen/vervoeging-->
{{-nlverb-|dorsen|dors|dorst|dorsen|dorste|dorsten|hebben|[[gedorst]]|dorse}}
einde

begin
<!--dorsten/vervoeging-->
{{-nlverb-|dorsten|dorst|dorst|dorsten|dorstte|dorstten|hebben|[[gedorst]]|dorste|onerg=1}}
einde

begin
<!--droogleggen/vervoeging-->
{{-nlverb-|droogleggen|leg droog|legt droog|leggen droog|legde droog|legden droog|hebben|[[drooggelegd]]|legge droog{{bijzin}} drooglegge|||droogleg|drooglegt|droogleggen|drooglegde|drooglegden}}
einde

begin
<!--duelleren/vervoeging-->
{{-nlverb-|duelleren|duelleer|duelleert|duelleren|duelleerde|duelleerden|hebben|[[geduelleerd]]|duellere|onerg=1}}
einde

begin
<!--dwarrelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|dwarrelen|dwarrel|dwarrelt|dwarrelen|dwarrelde|dwarrelden|zijn|[[gedwarreld]]|dwarrele|erg=1}}
einde

begin
<!--eerbiedigen/vervoeging-->
{{-nlverb-|eerbiedigen|eerbiedig|eerbiedigt|eerbiedigen|eerbiedigde|eerbiedigden|hebben|[[geëerbiedigd]]|eerbiedige}}
einde

begin
<!--effenen/vervoeging-->
{{-nlverb-|effenen|effen|effent|effenen|effende|effenden|hebben|[[geëffend]]|effene}}
einde

begin
<!--eggen/vervoeging-->
{{-nlverb-|eggen|eg|egt|eggen|egde|egden|hebben|[[geëgd]]|egge}}
einde

begin
<!--eigenen/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|eigenen|eigen|eigent|eigenen|eigende|eigenden||geëigend|eigene}}
einde

begin
<!--eikelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|eikelen|eikel|eikelt|eikelen|eikelde|eikelden|hebben|[[geëikeld]]|eikele|onerg=1}}
einde

begin
<!--ejaculeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|ejaculeren|ejaculeer|ejaculeert|ejaculeren|ejaculeerde|ejaculeerden|hebben|[[geëjaculeerd]]|ejaculere|onerg=1}}
einde

begin
<!--emulgeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|emulgeren|emulgeer|emulgeert|emulgeren|emulgeerde|emulgeerden|{{hebben-zijn}}|[[geëmulgeerd]]|emulgere|overg=1|erg=1}}
{{refs}}
einde

begin
<!--enteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|enteren|enter|entert|enteren|enterde|enterden|hebben|[[geënterd]]|entere}}
einde

begin
<!--erbarmen/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|erbarmen|erbarm|erbarmt|erbarmen|erbarmde|erbarmden||erbarmd|erbarme}}
einde

begin
<!--evolueren/vervoeging-->
{{-nlverb-|evolueren|evolueer|evolueert|evolueren|evolueerde|evolueerden|zijn|[[geëvolueerd]]|evoluere|erg=1}}
einde

begin
<!--executeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|executeren|executeer|executeert|executeren|executeerde|executeerden|hebben|[[geëxecuteerd]]|executere}}
einde

begin
<!--expanderen/vervoeging-->
{{-nlverb-|expanderen|expandeer|expandeert|expanderen|expandeerde|expandeerden|zijn|[[geëxpandeerd]]|expandere|erg=1}}
einde

begin
<!--experimenteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|experimenteren|experimenteer|experimenteert|experimenteren|experimenteerde|experimenteerden|hebben|[[geëxperimenteerd]]|experimentere}}
einde

begin
<!--exploreren/vervoeging-->
{{-nlverb-|exploreren|exploreer|exploreert|exploreren|exploreerde|exploreerden|hebben|[[geëxploreerd]]|explorere}}
einde

begin
<!--faken/vervoeging-->
{{-nlverb-|faken|fake|faket|faken|fakete|faketen|hebben|[[gefaket]]|fake}}
einde

begin
<!--falsifiëren/vervoeging-->
{{-nlverb-|falsifiëren|falsifieer|falsifieert|falsifiëren|falsifieerde|falsifieerden|hebben|[[gefalsifieerd]]|falsifiëre}}
einde

begin
<!--fascineren/vervoeging-->
{{-nlverb-|fascineren|fascineer|fascineert|fascineren|fascineerde|fascineerden|hebben|[[gefascineerd]]|fascinere}}
einde

begin
<!--faseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|faseren|faseer|faseert|faseren|faseerde|faseerden|hebben|[[gefaseerd]]|fasere}}
einde

begin
<!--feliciteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|feliciteren|feliciteer|feliciteert|feliciteren|feliciteerde|feliciteerden|hebben|[[gefeliciteerd]]|felicitere}}
einde

begin
<!--filmen/vervoeging-->
{{-nlverb-|filmen|film|filmt|filmen|filmende|filmenden|hebben|[[gefilmd]]|filme}}
einde

begin
<!--filtreren/vervoeging-->
{{-nlverb-|filtreren|filtreer|filtreert|filtreren|filtreerde|filtreerden|hebben|[[gefiltreerd]]|filtrere}}
einde

begin
<!--flikflooien/vervoeging-->
{{-nlverb-|flikflooien|flikflooi|flikflooit|flikflooien|flikflooide|flikflooiden|hebben|[[geflikflooid]]|flikflooie}}
einde

begin
<!--flikkeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|flikkeren|flikker|flikkert|flikkeren|flikkerde|flikkerden|hebben|[[geflikkerd]]|flikkere|onerg=1}}
einde

begin
<!--fluorideren/vervoeging-->
{{-nlverb-|fluorideren|fluorideer|fluorideert|fluorideren|fluorideerde|fluorideerden|hebben|[[gefluorideerd]]|fluoridere}}
einde

begin
<!--fokken/vervoeging-->
{{-nlverb-|fokken|fok|fokt|fokken|fokte|fokten|hebben|[[gefokt]]|fokke}}
einde

begin
<!--fraseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|fraseren|fraseer|fraseert|fraseren|fraseerde|fraseerden|hebben|[[gefraseerd]]|frasere}}
einde

begin
<!--frezen/vervoeging-->
{{-nlverb-|frezen|frees|freest|frezen|freesde|freesden|hebben|[[gefreesd]]|freze}}
einde

begin
<!--funderen/vervoeging-->
{{-nlverb-|funderen|fundeer|fundeert|funderen|fundeerde|fundeerden|hebben|[[gefundeerd]]|fundere}}
einde

begin
<!--fungeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|fungeren|fungeer|fungeert|fungeren|fungeerde|fungeerden|hebben|[[gefungeerd]]|fungere|onerg=1}}
einde

begin
<!--gamen/vervoeging-->
{{-nlverb-|gamen|game|gamet|gamen|gamede|gameden|hebben|[[gegamed]]|game}}
einde

begin
<!--garen/vervoeging-->
{{-nlverb-|garen|gaar|gaart|garen|gaarde|gaarden|hebben|[[gegaard]]|gare}}
einde

begin
<!--garneren/vervoeging-->
{{-nlverb-|garneren|garneer|garneert|garneren|garneerde|garneerden|hebben|[[gegarneerd]]|garnere}}
einde

begin
<!--gebaren/vervoeging-->
{{-nlverb-|gebaren|gebaar|gebaart|gebaren|gebaarde|gebaarden|hebben|[[gebaard]]|gebare}}
einde

begin
<!--gedogen/vervoeging-->
{{-nlverb-|gedogen|gedoog|gedoogt|gedogen|gedoogde|gedoogden|hebben|[[gedoogd]]|gedoge}}
einde

begin
<!--geleiden/vervoeging-->
{{-nlverb-|geleiden|geleid|geleidt|geleiden|geleidde|geleidden|hebben|[[geleid]]|geleide}}
einde

begin
<!--generaliseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|generaliseren|generaliseer|generaliseert|generaliseren|generaliseerde|generaliseerden|hebben|[[gegeneraliseerd]]|generalisere}}
einde

begin
<!--geren/vervoeging-->
{{-nlverb-|geren|geer|geert|geren|geerde|geerden|hebben|[[gegeerd]]|gere}}
einde

begin
<!--gesticuleren/vervoeging-->
{{-nlverb-|gesticuleren|gesticuleer|gesticuleert|gesticuleren|gesticuleerde|gesticuleerden|hebben|[[gegesticuleerd]]|gesticulere}}
einde

begin
<!--gieren/vervoeging-->
{{-nlverb-|gieren|gier|giert|gieren|gierde|gierden|hebben|[[gegierd]]|giere}}
einde

begin
<!--gisten/vervoeging-->
{{-nlverb-|gisten|gist|gist|gisten|gistte|gistten|{{hebben-zijn}}|[[gegist]]|giste|overg=1|erg=1}}
{{refs}}
einde

begin
<!--gladstrijken/vervoeging-->
{{-nlverb-|gladstrijken|strijk glad|strijkt glad|strijken glad|streek glad|streken glad|hebben|[[gladgestreken]]|strijke glad{{bijzin}} gladstrijke||streekt glad|gladstrijk|gladstrijkt|gladstrijken|gladstreek|gladstreken||gladstreekt}}
einde

begin
<!--gluren/vervoeging-->
{{-nlverb-|gluren|gluur|gluurt|gluren|gluurde|gluurden|hebben|[[gegluurd]]|glure}}
einde

begin
<!--graveren/vervoeging-->
{{-nlverb-|graveren|graveer|graveert|graveren|graveerde|graveerden|hebben|[[gegraveerd]]|gravere}}
einde

begin
<!--grijzen/vervoeging-->
{{-nlverb-|grijzen|grijs|grijst|grijzen|grijsde|grijsden|hebben|[[gegrijsd]]|grijze|onerg=1}}
einde

begin
<!--grissen/vervoeging-->
{{-nlverb-|grissen|gris|grist|grissen|griste|gristen|hebben|[[gegrist]]|grisse|onerg=1}}
einde

begin
<!--gritstralen/vervoeging-->
{{-nlverb-|gritstralen|gritstraal|gritstraalt|gritstralen|gritstraalde|gritstraalden|hebben|[[gegritstraald]]|gritstrale}}
einde

begin
<!--groenen/vervoeging-->
{{-nlverb-|groenen|groen|groent|groenen|groende|groenden|hebben|[[gegroend]]|groene}}
einde

begin
<!--grommen/vervoeging-->
{{-nlverb-|grommen|grom|gromt|grommen|gromde|gromden|hebben|[[gegromd]]|gromme|onerg=1}}
einde

begin
<!--gronden/vervoeging-->
{{-nlverb-|gronden|grond|grondt|gronden|grondde|grondden|hebben|[[gegrond]]|gronde}}
einde

begin
<!--gruwen/vervoeging-->
{{-nlverb-|gruwen|gruw|gruwt|gruwen|gruwde|gruwden|hebben|[[gegruwd]]|gruwe|onerg=1}}
einde

begin
<!--hallucineren/vervoeging-->
{{-nlverb-|hallucineren|hallucineer|hallucineert|hallucineren|hallucineerde|hallucineerden|hebben|[[gehallucineerd]]|hallucinere}}
einde

begin
<!--hamsteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|hamsteren|hamster|hamstert|hamsteren|hamsterde|hamsterden|hebben|[[gehamsterd]]|hamstere}}
einde

begin
<!--harmoniseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|harmoniseren|harmoniseer|harmoniseert|harmoniseren|harmoniseerde|harmoniseerden|hebben|[[geharmoniseerd]]|harmonisere}}
einde

begin
<!--harpoeneren/vervoeging-->
{{-nlverb-|harpoeneren|harpoeneer|harpoeneert|harpoeneren|harpoeneerde|harpoeneerden|hebben|[[geharpoeneerd]]|harpoenere}}
einde

begin
<!--hekelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|hekelen|hekel|hekelt|hekelen|hekelde|hekelden|hebben|[[gehekeld]]|hekele}}
einde

begin
<!--heractiveren/vervoeging-->
{{-nlverb-|heractiveren|heractiveer|heractiveert|heractiveren|heractiveerde|heractiveerden|hebben|[[geheractiveerd]]|heractivere}}
einde

begin
<!--herbinden/vervoeging-->
{{-nlverb-|herbinden|herbind|herbindt|herbinden|herbond|herbonden|hebben|[[herbonden]]|herbinde||herbondt}}
einde

begin
<!--herdrukken/vervoeging-->
{{-nlverb-|herdrukken|herdruk|herdrukt|herdrukken|herdrukte|herdrukten|hebben|[[herdrukt]]|herdrukke}}
einde

begin
<!--herenigen/vervoeging-->
{{-nlverb-|herenigen|herenig|herenigt|herenigen|herenigde|herenigden|hebben|[[herenigd]]|herenige}}
einde

begin
<!--herformuleren/vervoeging-->
{{-nlverb-|herformuleren|herformuleer|herformuleert|herformuleren|herformuleerde|herformuleerden|hebben|[[geherformuleerd]]|herformulere}}
einde

begin
<!--hergebruiken/vervoeging-->
{{-nlverb-|hergebruiken|hergebruik|hergebruikt|hergebruiken|hergebruikte|hergebruikten|hebben|[[hergebruikt]]|hergebruike}}
einde

begin
<!--hergeven/vervoeging-->
{{-nlverb-|hergeven|hergeef|hergeeft|hergeven|hergaf|hergaven|hebben|[[hergeven]]|hergeve||hergaaft}}
einde

begin
<!--herijken/vervoeging-->
{{-nlverb-|herijken|herijk|herijkt|herijken|herijkte|herijkten|hebben|[[herijkt]]|herijke}}
einde

begin
<!--herkiezen/vervoeging-->
{{-nlverb-|herkiezen|herkies|herkiest|herkiezen|herkoos|herkozen|hebben|[[herkozen]]|herkieze||herkoost}}
einde

begin
<!--herladen/vervoeging-->
{{-nlverb-|herladen|herlaad|herlaadt|herladen|herlaadde|herlaadden|hebben|[[herladen]]|herlade||herlaaddet}}
einde

begin
<!--heropenen/vervoeging-->
{{-nlverb-|heropenen|heropen|heropent|heropenen|heropende|heropenden|hebben|[[heropend]]|heropene}}
einde

begin
<!--heropereren/vervoeging-->
{{-nlverb-|heropereren|heropereer|heropereert|heropereren|heropereerde|heropereerden|hebben|[[geheropereerd]]|heroperere}}
einde

begin
<!--herscholen/vervoeging-->
{{-nlverb-|herscholen|herschool|herschoolt|herscholen|herschoolde|herschoolden|hebben|[[herschoold]]|herschole}}
einde

begin
<!--hertrouwen/vervoeging-->
{{-nlverb-|hertrouwen|hertrouw|hertrouwt|hertrouwen|hertrouwde|hertrouwden|zijn|[[hertrouwd]]|hertrouwe|erg=1}}
einde

begin
<!--hervinden/vervoeging-->
{{-nlverb-|hervinden|hervind|hervindt|hervinden|hervond|hervonden|hebben|[[hervonden]]|hervinde||hervondt}}
einde

begin
<!--herwinnen/vervoeging-->
{{-nlverb-|herwinnen|herwin|herwint|herwinnen|herwon|herwonnen|hebben|[[herwonnen]]|herwinne||herwont}}
einde

begin
<!--hockeyen/vervoeging-->
{{-nlverb-|hockeyen|hockey|hockeyt|hockeyen|hockeyde|hockeyden|hebben|[[gehockeyd]]|hockeye|onerg=1}}
einde

begin
<!--hoeden/vervoeging-->
{{-nlverb-|hoeden|hoed|hoedt|hoeden|hoedde|hoedden|hebben|[[gehoed]]|hoede|overg=1}}
{{-nlverb-reflex-|hoeden|hoed|hoedt|hoeden|hoedde|hoedden||gehoed|hoede}}
einde

begin
<!--houthakken/vervoeging-->
{{-nlverb-|houthakken|hak hout|hakt hout|hakken hout|hakte hout|hakten hout|hebben|[[houtgehakt]]|hakke hout{{bijzin}} houthakke|||houthak|houthakt|houthakken|houthakte|houthakten|onerg=1}}
einde

begin
<!--hoven/vervoeging-->
{{-nlverb-|hoven|hoof|hooft|hoven|hoofde|hoofden|hebben|[[gehoofd]]|hove}}
einde

begin
<!--hozen/vervoeging-->
{{-nlverb-|hozen|hoos|hoost|hozen|hoosde|hoosden|hebben|[[gehoosd]]|hoze}}
einde

begin
<!--huisvesten/vervoeging-->
{{-nlverb-|huisvesten|huisvest|huisvest|huisvesten|huisvestte|huisvestten|hebben|[[gehuisvest]]|huisveste}}
einde

begin
<!--huldigen/vervoeging-->
{{-nlverb-|huldigen|huldig|huldigt|huldigen|huldigde|huldigden|hebben|[[gehuldigd]]|huldige}}
einde

begin
<!--ijlen/vervoeging-->
{{-nlverb-|ijlen|ijl|ijlt|ijlen|ijlde|ijlden|hebben|[[geijld]]|ijle|onerg=1}}
einde

begin
<!--immigreren/vervoeging-->
{{-nlverb-|immigreren|immigreer|immigreert|immigreren|immigreerde|immigreerden|zijn|[[geïmmigreerd]]|immigrere|erg=1}}
einde

begin
<!--impliceren/vervoeging-->
{{-nlverb-|impliceren|impliceer|impliceert|impliceren|impliceerde|impliceerden|hebben|[[geïmpliceerd]]|implicere|onerg=1}}
einde

begin
<!--imploderen/vervoeging-->
{{-nlverb-|imploderen|implodeer|implodeert|imploderen|implodeerde|implodeerden|zijn|[[geïmplodeerd]]|implodere|erg=1}}
einde

begin
<!--imponeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|imponeren|imponeer|imponeert|imponeren|imponeerde|imponeerden|hebben|[[geïmponeerd]]|imponere}}
einde

begin
<!--improviseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|improviseren|improviseer|improviseert|improviseren|improviseerde|improviseerden|hebben|[[geïmproviseerd]]|improvisere}}
einde

begin
<!--inbeuken/vervoeging-->
{{-nlverb-|inbeuken|beuk in|beukt in|beuken in|beukte in|beukten in|hebben|[[ingebeukt]]|beuke in{{bijzin}} inbeuke|||inbeuk|inbeukt|inbeuken|inbeukte|inbeukten}}
einde

begin
<!--inblikken/vervoeging-->
{{-nlverb-|inblikken|blik in|blikt in|blikken in|blik in|blikken in|hebben|[[ingeblikt]]|blikke in{{bijzin}} inblikke||blikt in|inblik|inblikt|inblikken|inblik|inblikken||inblikt}}
einde

begin
<!--inbranden/vervoeging-->
{{-nlverb-|inbranden|brand in|brandt in|branden in|brandde in|brandden in|{{hebben-zijn}}|[[ingebrand]]|brande in{{bijzin}} inbrande|||inbrand|inbrandt|inbranden|inbrandde|inbrandden|overg=1|erg=1}}
{{refs}}
einde

begin
<!--indiceren/vervoeging-->
{{-nlverb-|indiceren|indiceer|indiceert|indiceren|indiceerde|indiceerden|hebben|[[geïndiceerd]]|indicere}}
einde

begin
<!--indoctrineren/vervoeging-->
{{-nlverb-|indoctrineren|indoctrineer|indoctrineert|indoctrineren|indoctrineerde|indoctrineerden|hebben|[[geïndoctrineerd]]|indoctrinere}}
einde

begin
<!--indruisen/vervoeging-->
{{-nlverb-|indruisen|druis in|druist in|druisen in|druiste in|druisten in|hebben|[[ingedruist]]|druise in{{bijzin}} indruise|||indruis|indruist|indruisen|indruiste|indruisten|onerg=1}}
einde

begin
<!--induffelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|induffelen|duffel in|duffelt in|duffelen in|duffelde in|duffelden in|hebben|[[ingeduffeld]]|duffele in{{bijzin}} induffele|||induffel|induffelt|induffelen|induffelde|induffelden}}
einde

begin
<!--informeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|informeren|informeer|informeert|informeren|informeerde|informeerden|hebben|[[geïnformeerd]]|informere}}
einde

begin
<!--ingraven/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|prefix=in|ingraven|graaf|graaft|graven|groef|groeven||ingegraven|grave||groeft}}
einde

begin
<!--inkopen/vervoeging-->
{{-nlverb-|inkopen|koop in|koopt in|kopen in|kocht in|kochten in|hebben|[[ingekocht]]|kope in{{bijzin}} inkope|||inkoop|inkoopt|inkopen|inkocht|inkochten}}
einde

begin
<!--inkrimpen/vervoeging-->
{{-nlverb-|inkrimpen|krimp in|krimpt in|krimpen in|kromp in|krompen in|{{hebben-zijn}}|[[ingekrompen]]|krimpe in{{bijzin}} inkrimpe||krompt in|inkrimp|inkrimpt|inkrimpen|inkromp|inkrompen||inkrompt|overg=1|erg=1}}
{{refs}}
einde

begin
<!--inkwartieren/vervoeging-->
{{-nlverb-|inkwartieren|kwartier in|kwartiert in|kwartieren in|kwartierde in|kwartierden in|hebben|[[ingekwartierd]]|kwartiere in{{bijzin}} inkwartiere|||inkwartier|inkwartiert|inkwartieren|inkwartierde|inkwartierden}}
einde

begin
<!--inlaten/vervoeging-->
{{-nlverb-|inlaten|laat in|laat in|laten in|liet in|lieten in|hebben|[[ingelaten]]|late in{{bijzin}} inlate|||inlaat|inlaat|inlaten|inliet|inlieten|overg=1}}
{{-nlverb-reflex-|prefix=in|inlaten|laat|laat|laten|liet|lieten||ingelaten|late}}
einde

begin
<!--inleven/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|prefix=in|inleven|leef|leeft|leven|leefde|leefden||ingeleefd|leve}}
einde

begin
<!--inloggen/vervoeging-->
{{-nlverb-|inloggen|inlog|inlogt|inloggen|inlogde|inlogden|hebben|[[ingelogd]]|inlogge|onerg=1}}
einde

begin
<!--inprenten/vervoeging-->
{{-nlverb-|inprenten|prent in|prent in|prenten in|prentte in|prentten in|hebben|[[ingeprent]]|prente in{{bijzin}} inprente|||inprent|inprent|inprenten|inprentte|inprentten}}
einde

begin
<!--inroosteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|inroosteren|rooster in|roostert in|roosteren in|roosterde in|roosterden in|hebben|[[ingeroosterd]]|roostere in{{bijzin}} inroostere|||inrooster|inroostert|inroosteren|inroosterde|inroosterden}}
einde

begin
<!--inruilen/vervoeging-->
{{-nlverb-|inruilen|ruil in|ruilt in|ruilen in|ruilde in|ruilden in|hebben|[[ingeruild]]|ruile in{{bijzin}} inruile|||inruil|inruilt|inruilen|inruilde|inruilden}}
einde

begin
<!--inschenken/vervoeging-->
{{-nlverb-|inschenken|schenk in|schenkt in|schenken in|schonk in|schonken in|hebben|[[ingeschonken]]|schenke in{{bijzin}} inschenke||schonkt in|inschenk|inschenkt|inschenken|inschonk|inschonken||inschonkt}}
einde

begin
<!--inslikken/vervoeging-->
{{-nlverb-|inslikken|slik in|slikt in|slikken in|slikte in|slikten in|hebben|[[ingeslikt]]|slikke in{{bijzin}} inslikke|||inslik|inslikt|inslikken|inslikte|inslikten}}
einde

begin
<!--instemmen/vervoeging-->
{{-nlverb-|instemmen|stem in|stemt in|stemmen in|stemde in|stemden in|hebben|[[ingestemd]]|stemme in{{bijzin}} instemme|||instem|instemt|instemmen|instemde|instemden}}
einde

begin
<!--interneren/vervoeging-->
{{-nlverb-|interneren|interneer|interneert|interneren|interneerde|interneerden|hebben|[[geïnterneerd]]|internere}}
einde

begin
<!--interpreteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|interpreteren|interpreteer|interpreteert|interpreteren|interpreteerde|interpreteerden|hebben|[[geïnterpreteerd]]|interpretere}}
einde

begin
<!--intrigeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|intrigeer|intrigeer|intrigeert|intrigeer|intrigeerde|intrigeerden|hebben|[[geïntrigeerd]]|intrigeer||intrigeerdet}}
einde

begin
<!--inwijden/vervoeging-->
{{-nlverb-|inwijden|wijd in|wijdt in|wijden in|wijdde in|wijdden in|hebben|[[ingewijd]]|wijde in{{bijzin}} inwijde|||inwijd|inwijdt|inwijden|inwijdde|inwijdden}}
einde

begin
<!--inzweren/vervoeging-->
{{-nlverb-|inzweren|zweer in|zweert in|zweren in|zwoer in|zwoeren in|hebben|[[ingezworen]]|zwere in{{bijzin}} inzwere||zwoert in|inzweer|inzweert|inzweren|inzwoer|inzwoeren||inzwoert}}
einde

begin
<!--jachten/vervoeging-->
{{-nlverb-|jachten|jacht|jacht|jachten|jachtte|jachtten|hebben|[[gejacht]]|jachte}}
einde

begin
<!--jammeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|jammeren|jammer|jammert|jammeren|jammerde|jammerden|hebben|[[gejammerd]]|jammere|onerg=1}}
einde

begin
<!--jijen/vervoeging-->
{{-nlverb-|jijen|jij|jijt|jijen|jijde|jijden|hebben|[[gejijd]]|jije}}
einde

begin
<!--jongen/vervoeging-->
{{-nlverb-|jongen|jong|jongt|jongen|jongde|jongden|hebben|[[gejongd]]|jonge|onerg=1}}
einde

begin
<!--jouwen/vervoeging-->
{{-nlverb-|jouwen|jouw|jouwt|jouwen|jouwde|jouwden|hebben|[[gejouwd]]|jouwe|onerg=1}}
einde

begin
<!--juichen/vervoeging-->
{{-nlverb-|juichen|juich|juicht|juichen|juichte|juichten|hebben|[[gejuicht]]|juiche|onerg=1}}
einde

begin
<!--juxtaponeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|juxtaponeren|juxtaponeer|juxtaponeert|juxtaponeren|juxtaponeerde|juxtaponeerden|hebben|[[gejuxtaponeerd]]|juxtaponere}}
einde

begin
<!--kaarden/vervoeging-->
{{-nlverb-|kaarden|kaard|kaardt|kaarden|kaardde|kaardden|hebben|[[gekaard]]|kaarde}}
einde

begin
<!--kaarten/vervoeging-->
{{-nlverb-|kaarten|kaart|kaart|kaarten|kaartte|kaartten|hebben|[[gekaart]]|kaarte|onerg=1}}
einde

begin
<!--kadastreren/vervoeging-->
{{-nlverb-|kadastreren|kadastreer|kadastreert|kadastreren|kadastreerde|kadastreerden|hebben|[[gekadastreerd]]|kadastrere}}
einde

begin
<!--kaden/vervoeging-->
{{-nlverb-|kaden|kaad|kaadt|kaden|kaadde|kaadden|hebben|[[gekaad]]|kade}}
einde

begin
<!--kakelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|kakelen|kakel|kakelt|kakelen|kakelde|kakelden|hebben|[[gekakeld]]|kakele|onerg=1}}
einde

begin
<!--kalen/vervoeging-->
{{-nlverb-|kalen|kaal|kaalt|kalen|kaalde|kaalden|zijn|[[gekaald]]|kale|erg=1}}
einde

begin
<!--kamperen/vervoeging-->
{{-nlverb-|kamperen|kampeer|kampeert|kamperen|kampeerde|kampeerden|hebben|[[gekampeerd]]|kampere|onerg=1}}
einde

begin
<!--kanaliseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|kanaliseren|kanaliseer|kanaliseert|kanaliseren|kanaliseerde|kanaliseerden|hebben|[[gekanaliseerd]]|kanalisere}}
einde

begin
<!--kankeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|kankeren|kanker|kankert|kankeren|kankerde|kankerden|hebben|[[gekankerd]]|kankere|onerg=1}}
einde

begin
<!--kantelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|kantelen|kantel|kantelt|kantelen|kantelde|kantelden|hebben|[[gekanteld]]|kantele}}
einde

begin
<!--kantonneren/vervoeging-->
{{-nlverb-|kantonneren|kantonneer|kantonneert|kantonneren|kantonneerde|kantonneerden|hebben|[[gekantonneerd]]|kantonnere}}
einde

begin
<!--kapitaliseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|kapitaliseren|kapitaliseer|kapitaliseert|kapitaliseren|kapitaliseerde|kapitaliseerden|hebben|[[gekapitaliseerd]]|kapitalisere}}
einde

begin
<!--karameliseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|karameliseren|karameliseer|karameliseert|karameliseren|karameliseerde|karameliseerden|hebben|[[gekarameliseerd]]|karamelisere}}
einde

begin
<!--karamelliseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|karamelliseren|karamelliseer|karamelliseert|karamelliseren|karamelliseerde|karamelliseerden|hebben|[[gekaramelliseerd]]|karamellisere}}
einde

begin
<!--karikaturiseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|karikaturiseren|karikaturiseer|karikaturiseert|karikaturiseren|karikaturiseerde|karikaturiseerden|hebben|[[gekarikaturiseerd]]|karikaturisere}}
einde

begin
<!--katalyseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|katalyseren|katalyseer|katalyseert|katalyseren|katalyseerde|katalyseerden|hebben|[[gekatalyseerd]]|katalysere}}
einde

begin
<!--kegelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|kegelen|kegel|kegelt|kegelen|kegelde|kegelden|hebben|[[gekegeld]]|kegele}}
einde

begin
<!--kelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|kelen|keel|keelt|kelen|keelde|keelden|hebben|[[gekeeld]]|kele}}
einde

begin
<!--kielen/vervoeging-->
{{-nlverb-|kielen|kiel|kielt|kielen|kielde|kielden|hebben|[[gekield]]|kiele}}
einde

begin
<!--klapperen/vervoeging-->
{{-nlverb-|klapperen|klapper|klappert|klapperen|klapperde|klapperden|hebben|[[geklapperd]]|klappere|onerg=1}}
einde

begin
<!--kleineren/vervoeging-->
{{-nlverb-|kleineren|kleineer|kleineert|kleineren|kleineerde|kleineerden|hebben|[[gekleineerd]]|kleinere}}
einde

begin
<!--klokken/vervoeging-->
{{-nlverb-|klokken|klok|klokt|klokken|klokte|klokten|hebben|[[geklokt]]|klokke}}
einde

begin
<!--klonen/vervoeging-->
{{-nlverb-|klonen|kloon|kloont|klonen|kloonde|kloonden|hebben|[[gekloond]]|klone}}
einde

begin
<!--klunzen/vervoeging-->
{{-nlverb-|klunzen|kluns|klunst|klunzen|klunsde|klunsden|hebben|[[geklunsd]]|klunze|onerg=1}}
einde

begin
<!--knappen/vervoeging-->
{{-nlverb-|knappen|knap|knapt|knappen|knapte|knapten|zijn|[[geknapt]]|knappe|erg=1}}
einde

begin
<!--knarsetanden/vervoeging-->
{{-nlverb-|knarsetanden|knarsetand|knarsetandt|knarsetanden|knarsetandde|knarsetandden|hebben|[[geknarsetand]]|knarsetande|onerg=1}}
einde

begin
<!--knauwen/vervoeging-->
{{-nlverb-|knauwen|knauw|knauwt|knauwen|knauwde|knauwden|hebben|[[geknauwd]]|knauwe|onerg=1}}
einde

begin
<!--kneden/vervoeging-->
{{-nlverb-|kneden|kneed|kneedt|kneden|kneedde|kneedden|hebben|[[gekneed]]|knede}}
einde

begin
<!--knisperen/vervoeging-->
{{-nlverb-|knisperen|knisper|knispert|knisperen|knisperde|knisperden|hebben|[[geknisperd]]|knispere}}
einde

begin
<!--koeken/vervoeging-->
{{-nlverb-|koeken|koek|koekt|koeken|koekte|koekten|hebben|[[gekoekt]]|koeke}}
einde

begin
<!--koelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|koelen|koel|koelt|koelen|koelde|koelden|hebben|[[gekoeld]]|koele}}
einde

begin
<!--koffiedrinken/vervoeging-->
{{-nlverb-|koffiedrinken|drink koffie|drinkt koffie|drinken koffie|dronk koffie|dronken koffie|hebben|[[koffiegedronken]]|drinke koffie{{bijzin}} koffiedrinke||dronkt koffie|koffiedrink|koffiedrinkt|koffiedrinken|koffiedronk|koffiedronken||koffiedronkt|onerg=1}}
einde

begin
<!--kokerellen/vervoeging-->
{{-nlverb-|kokerellen|kokerel|kokerelt|kokerellen|kokerelde|kokerelden|hebben|[[gekokereld]]|kokerelle}}
einde

begin
<!--koketteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|koketteren|koketteer|koketteert|koketteren|koketteerde|koketteerden|hebben|[[gekoketteerd]]|kokettere}}
einde

begin
<!--koloniseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|koloniseren|koloniseer|koloniseert|koloniseren|koloniseerde|koloniseerden|hebben|[[gekoloniseerd]]|kolonisere}}
einde

begin
<!--kontneuken/vervoeging-->
{{-nlverb-|kontneuken|kontneuk|kontneukt|kontneuken|kontneukte|kontneukten|hebben|[[gekontneukt]]|kontneuke}}
einde

begin
<!--kortsluiten/vervoeging-->
{{-nlverb-|kortsluiten|sluit kort|sluit kort|sluiten kort|sloot kort|sloten kort|hebben|[[kortgesloten]]|sluite kort{{bijzin}} kortsluite|||kortsluit|kortsluit|kortsluiten|kortsloot|kortsloten}}
einde

begin
<!--kransen/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|kransen|krans|kranst|kransen|kranste|kransten||gekranst|kranse}}
einde

begin
<!--krenken/vervoeging-->
{{-nlverb-|krenken|krenk|krenkt|krenken|krenkte|krenkten|hebben|[[gekrenkt]]|krenke}}
einde

begin
<!--kreukelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|kreukelen|kreukel|kreukelt|kreukelen|kreukelde|kreukelden|hebben|[[gekreukeld]]|kreukele}}
einde

begin
<!--kronkelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|kronkelen|kronkel|kronkelt|kronkelen|kronkelde|kronkelden|hebben|[[gekronkeld]]|kronkele}}
einde

begin
<!--kruiden/vervoeging-->
{{-nlverb-|kruiden|kruid|kruidt|kruiden|kruidde|kruidden|hebben|[[gekruid]]|kruide}}
einde

begin
<!--kruimen/vervoeging-->
{{-nlverb-|kruimen|kruim|kruimt|kruimen|kruimde|kruimden|hebben|[[gekruimd]]|kruime}}
einde

begin
<!--kruiven/vervoeging-->
{{-nlverb-|kruiven|kruif|kruift|kruiven|kruifde|kruifden|hebben|[[gekruifd]]|kruive}}
einde

begin
<!--kuchen/vervoeging-->
{{-nlverb-|kuchen|kuch|kucht|kuchen|kuchte|kuchten|hebben|[[gekucht]]|kuche}}
einde

begin
<!--kwaadspreken/vervoeging-->
{{-nlverb-|kwaadspreken|spreek kwaad|spreekt kwaad|spreken kwaad|sprak kwaad|spraken kwaad|hebben|[[kwaadgesproken]]|spreke kwaad{{bijzin}} kwaadspreke||spraakt kwaad|kwaadspreek|kwaadspreekt|kwaadspreken|kwaadsprak|kwaadspraken||kwaadspraakt|onerg=1}}
einde

begin
<!--kwaken/vervoeging-->
{{-nlverb-|kwaken|kwaak|kwaakt|kwaken|kwaakte|kwaakten|hebben|[[gekwaakt]]|kwake}}
einde

begin
<!--kwijlen/vervoeging-->
{{-nlverb-|kwijlen|kwijl|kwijlt|kwijlen|kwijlde|kwijlden|hebben|[[gekwijld]]|kwijle}}
einde

begin
<!--kwispelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|kwispelen|kwispel|kwispelt|kwispelen|kwispelde|kwispelden|hebben|[[gekwispeld]]|kwispele|onerg=1}}
einde

begin
<!--kwispelstaarten/vervoeging-->
{{-nlverb-|kwispelstaarten|kwispelstaart|kwispelstaart|kwispelstaarten|kwispelstaartte|kwispelstaartten|hebben|[[gekwispelstaart]]|kwispelstaarte}}
einde

begin
<!--kwiteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|kwiteren|kwiteer|kwiteert|kwiteren|kwiteerde|kwiteerden|hebben|[[gekwiteerd]]|kwitere}}
einde

begin
<!--langlaufen/vervoeging-->
{{-nlverb-|langlaufen|langlauf|langlauft|langlaufen|langlaufte|langlauften|hebben|[[gelanglauft]]|langlaufe}}
einde

begin
<!--lappen/vervoeging-->
{{-nlverb-|lappen|lap|lapt|lappen|lapte|lapten|hebben|[[gelapt]]|lappe}}
einde

begin
<!--laveren/vervoeging-->
{{-nlverb-|laveren|laveer|laveert|laveren|laveerde|laveerden|hebben|[[gelaveerd]]|lavere}}
einde

begin
<!--lazeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|lazeren|lazer|lazert|lazeren|lazerde|lazerden|hebben|[[gelazerd]]|lazere|onerg=1}}
einde

begin
<!--lenzen/vervoeging-->
{{-nlverb-|lenzen|lens|lenst|lenzen|lensde|lensden|hebben|[[gelensd]]|lenze}}
einde

begin
<!--letten/vervoeging-->
{{-nlverb-|letten|let|let|letten|lette|letten|hebben|[[gelet]]|lette}}
einde

begin
<!--lichten/vervoeging-->
{{-nlverb-|lichten|licht|licht|lichten|lichtte|lichtten|hebben|[[gelicht]]|lichte}}
{{-nlverb-onp-|lichten||licht|lichtte|heeft|[[gelicht]]|}}
einde

begin
<!--lijnen/vervoeging-->
{{-nlverb-|lijnen|lijn|lijnt|lijnen|lijnde|lijnden|hebben|[[gelijnd]]|lijne|onerg=1}}
einde

begin
<!--lispelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|lispelen|lispel|lispelt|lispelen|lispelde|lispelden|hebben|[[gelispeld]]|lispele}}
einde

begin
<!--lobbyen/vervoeging-->
{{-nlverb-|lobbyen|lobby|lobbyt|lobbyen|lobbyde|lobbyden|hebben|[[gelobbyd]]|lobbye}}
einde

begin
<!--loden/vervoeging-->
{{-nlverb-|loden|lood|loodt|loden|loodde|loodden|hebben|[[gelood]]|lode}}
einde

begin
<!--loensen/vervoeging-->
{{-nlverb-|loensen|loens|loenst|loensen|loenste|loensten|hebben|[[geloenst]]|loense}}
einde

begin
<!--lostrekken/vervoeging-->
{{-nlverb-|lostrekken|trek los|trekt los|trekken los|trok los|trokken los|hebben|[[losgetrokken]]|trekke los{{bijzin}} lostrekke||trokt los|lostrek|lostrekt|lostrekken|lostrok|lostrokken||lostrokt}}
einde

begin
<!--louteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|louteren|louter|loutert|louteren|louterde|louterden|hebben|[[gelouterd]]|loutere}}
einde

begin
<!--lusten/vervoeging-->
{{-nlverb-|lusten|lust|lust|lusten|lustte|lustten|hebben|[[gelust]]|luste}}
einde

begin
<!--lynchen/vervoeging-->
{{-nlverb-|lynchen|lynch|lyncht|lynchen|lynchte|lynchten|hebben|[[gelyncht]]|lynche}}
einde

begin
<!--macrameeën/vervoeging-->
{{-nlverb-|macrameeën|macramee|macrameet|macrameeën|macrameede|macrameeden|hebben|[[gemacrameed]]|macrameeë}}
einde

begin
<!--mededelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|mededelen|deel mede|deelt mede|delen mede|deelde mede|deelden mede|hebben|[[medegedeeld]]|dele mede{{bijzin}} mededele|||mededeel|mededeelt|mededelen|mededeelde|mededeelden|ditr=1}}
einde

begin
<!--meehelpen/vervoeging-->
{{-nlverb-|meehelpen|help mee|helpt mee|helpen mee|hielp mee|hielpen mee|hebben|[[meegeholpen]]|helpe mee{{bijzin}} meehelpe||hielpt mee|meehelp|meehelpt|meehelpen|meehielp|meehielpen||meehielpt}}
einde

begin
<!--meewegen/vervoeging-->
{{-nlverb-|meewegen|weeg mee|weegt mee|wegen mee|woog mee|wogen mee|hebben|[[meegewogen]]|wege mee{{bijzin}} meewege||woogt mee|meeweeg|meeweegt|meewegen|meewoog|meewogen||meewoogt}}
einde

begin
<!--metsen/vervoeging-->
{{-nlverb-|metsen|mets|metst|metsen|metste|metsten|hebben|[[gemetst]]|metse}}
einde

begin
<!--miesmuizen/vervoeging-->
{{-nlverb-|miesmuizen|miesmuis|miesmuist|miesmuizen|miesmuisde|miesmuisden|hebben|[[gemiesmuisd]]|miesmuize|onerg=1}}
einde

begin
<!--mimen/vervoeging-->
{{-nlverb-|mimen|mime|mimet|mimen|mimede|mimeden|hebben|[[gemimed]]|mime}}
einde

begin
<!--minimaliseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|minimaliseren|minimaliseer|minimaliseert|minimaliseren|minimaliseerde|minimaliseerden|hebben|[[geminimaliseerd]]|minimalisere}}
einde

begin
<!--misgaan/vervoeging-->
{{-nlverb-|misgaan|ga mis|gaat mis|gaan mis|ging mis|gingen mis|zijn|[[misgegaan]]|ga mis{{bijzin}} misga||gingt mis|misga|misgaat|misgaan|misging|misgingen||misgingt|erg=1}}
einde

begin
<!--misgunnen/vervoeging-->
{{-nlverb-|misgunnen|misgun|misgunt|misgunnen|misgunde|misgunden|hebben|[[misgund]]|misgunne}}
einde

begin
<!--mishagen/vervoeging-->
{{-nlverb-|mishagen|mishaag|mishaagt|mishagen|mishaagde|mishaagden|hebben|[[mishaagd]]|mishage}}
einde

begin
<!--misprijzen/vervoeging-->
{{-nlverb-|misprijzen|misprijs|misprijst|misprijzen|misprees|misprezen|hebben|[[misprezen]]|misprijze||mispreest}}
einde

begin
<!--misvormen/vervoeging-->
{{-nlverb-|misvormen|misvorm|misvormt|misvormen|misvormde|misvormden|hebben|[[misvormd]]|misvorme}}
einde

begin
<!--mitigeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|mitigeren|mitigeer|mitigeert|mitigeren|mitigeerde|mitigeerden|hebben|[[gemitigeerd]]|mitigere}}
einde

begin
<!--mobiliseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|mobiliseren|mobiliseer|mobiliseert|mobiliseren|mobiliseerde|mobiliseerden|hebben|[[gemobiliseerd]]|mobilisere}}
einde

begin
<!--motregenen/vervoeging-->
{{-nlverb-|motregenen|motregen|motregent|motregenen|motregende|motregenden|hebben|[[gemotregend]]|motregene}}
einde

begin
<!--muilkorven/vervoeging-->
{{-nlverb-|muilkorven|muilkorf|muilkorft|muilkorven|muilkorfde|muilkorfden|hebben|[[gemuilkorfd]]|muilkorve}}
einde

begin
<!--mutileren/vervoeging-->
{{-nlverb-|mutileren|mutileer|mutileert|mutileren|mutileerde|mutileerden|hebben|[[gemutileerd]]|mutilere}}
einde

begin
<!--nachecken/vervoeging-->
{{-nlverb-|nachecken|check na|checkt na|checken na|checkte na|checkten na|hebben|[[nagecheckt]]|checke na{{bijzin}} nachecke|||nacheck|nacheckt|nachecken|nacheckte|nacheckten}}
einde

begin
<!--nadragen/vervoeging-->
{{-nlverb-|nadragen|draag na|draagt na|dragen na|droeg na|droegen na|hebben|[[nagedragen]]|drage na{{bijzin}} nadrage||droegt na|nadraag|nadraagt|nadragen|nadroeg|nadroegen||nadroegt}}
einde

begin
<!--naken/vervoeging-->
{{-nlverb-|naken|naak|naakt|naken|naakte|naakten|zijn|[[genaakt]]|nake|erg=1}}
einde

begin
<!--nasaleren/vervoeging-->
{{-nlverb-|nasaleren|nasaleer|nasaleert|nasaleren|nasaleerde|nasaleerden|hebben|[[genasaleerd]]|nasalere}}
einde

begin
<!--navertellen/vervoeging-->
{{-nlverb-|navertellen|vertel na|vertelt na|vertellen na|vertelde na|vertelden na|hebben|[[naverteld]]|vertelle na{{bijzin}} navertelle|||navertel|navertelt|navertellen|navertelde|navertelden}}
einde

begin
<!--nazien/vervoeging-->
{{-nlverb-|nazien|zie na|ziet na|zien na|zag na|zagen na|hebben|[[nagezien]]|zie na{{bijzin}} nazie||zaagt na|nazie|naziet|nazien|nazag|nazagen||nazaagt}}
einde

begin
<!--neerkomen/vervoeging-->
{{-nlverb-|neerkomen|kom neer|komt neer|komen neer|kwam neer|kwamen neer|hebben|[[neergekomen]]|kome neer{{bijzin}} neerkome||kwaamt neer|neerkom|neerkomt|neerkomen|neerkwam|neerkwamen||neerkwaamt}}
einde

begin
<!--neerkrabbelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|neerkrabbelen|krabbel neer|krabbelt neer|krabbelen neer|krabbelde neer|krabbelden neer|hebben|[[neergekrabbeld]]|krabbele neer{{bijzin}} neerkrabbele|||neerkrabbel|neerkrabbelt|neerkrabbelen|neerkrabbelde|neerkrabbelden}}
einde

begin
<!--neerladen/vervoeging-->
{{-nlverb-|neerladen|laad neer|laadt neer|laden neer|laadde neer|laadden neer|hebben|[[neergeladen]]|lade neer{{bijzin}} neerlade||laaddet neer|neerlaad|neerlaadt|neerladen|neerlaadde|neerlaadden||neerlaaddet}}
einde

begin
<!--neerlaten/vervoeging-->
{{-nlverb-|neerlaten|laat neer|laat neer|laten neer|liet neer|lieten neer|hebben|[[neergelaten]]|late neer{{bijzin}} neerlate|||neerlaat|neerlaat|neerlaten|neerliet|neerlieten}}
einde

begin
<!--neerliggen/vervoeging-->
{{-nlverb-|neerliggen|lig neer|ligt neer|liggen neer|lag neer|lagen neer|hebben|[[neergelegen]]|ligge neer{{bijzin}} neerligge||laagt neer|neerlig|neerligt|neerliggen|neerlag|neerlagen||neerlaagt}}
einde

begin
<!--neersteken/vervoeging-->
{{-nlverb-|neersteken|steek neer|steekt neer|steken neer|stak neer|staken neer|hebben|[[neergestoken]]|steke neer{{bijzin}} neersteke||staakt neer|neersteek|neersteekt|neersteken|neerstak|neerstaken||neerstaakt}}
einde

begin
<!--nekken/vervoeging-->
{{-nlverb-|nekken|nek|nekt|nekken|nekte|nekten|hebben|[[genekt]]|nekke}}
einde

begin
<!--niëlleren/vervoeging-->
{{-nlverb-|niëlleren|niëlleer|niëlleert|niëlleren|niëlleerde|niëlleerden|hebben|[[geniëlleerd]]|niëllere}}
einde

begin
<!--nijgen/vervoeging-->
{{-nlverb-|nijgen|nijg|nijgt|nijgen|neeg|negen|hebben|[[genegen]]|nijge||neegt|onerg=1}}
einde

begin
<!--nitreren/vervoeging-->
{{-nlverb-|nitreren|nitreer|nitreert|nitreren|nitreerde|nitreerden|hebben|[[genitreerd]]|nitrere}}
einde

begin
<!--noteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|noteren|noteer|noteert|noteren|noteerde|noteerden|hebben|[[genoteerd]]|notere}}
einde

begin
<!--obduceren/vervoeging-->
{{-nlverb-|obduceren|obduceer|obduceert|obduceren|obduceerde|obduceerden|hebben|[[geobduceerd]]|obducere}}
einde

begin
<!--observeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|observeren|observeer|observeert|observeren|observeerde|observeerden|hebben|[[geobserveerd]]|observere}}
einde

begin
<!--obstrueren/vervoeging-->
{{-nlverb-|obstrueren|obstrueer|obstrueert|obstrueren|obstrueerde|obstrueerden|hebben|[[geobstrueerd]]|obstruere}}
einde

begin
<!--ochtendmalen/vervoeging-->
{{-nlverb-|ochtendmalen|ochtendmaal|ochtendmaalt|ochtendmalen|ochtendmaalde|ochtendmaalden|hebben|[[geochtendmaald]]|ochtendmale|onerg=1}}
einde

begin
<!--oehoeën/vervoeging-->
{{-nlverb-|oehoeën|oehoe|oehoet|oehoeën|oehoede|oehoeden|hebben|[[geoehoed]]|oehoeë|onerg=1}}
einde

begin
<!--offeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|offeren|offer|offert|offeren|offerde|offerden|hebben|[[geofferd]]|offere}}
einde

begin
<!--oliën/vervoeging-->
{{-nlverb-|oliën|olie|oliet|oliën|oliede|olieden|hebben|[[geolied]]|olië}}
einde

begin
<!--omhouwen/vervoeging-->
{{-nlverb-|omhouwen|houw om|houwt om|houwen om|hieuw om|hieuwen om|hebben|[[omgehouwen]]|houwe om{{bijzin}} omhouwe||hieuwt om|omhouw|omhouwt|omhouwen|omhieuw|omhieuwen||omhieuwt}}
einde

begin
<!--omkatten/vervoeging-->
{{-nlverb-|omkatten|kat om|kat om|katten om|katte om|katten om|hebben|[[omgekat]]|katte om{{bijzin}} omkatte|||omkat|omkat|omkatten|omkatte|omkatten}}
einde

begin
<!--omkijken/vervoeging-->
{{-nlverb-|omkijken|kijk om|kijkt om|kijken om|keek om|keken om|hebben|[[omgekeken]]|kijke om{{bijzin}} omkijke||keekt om|omkijk|omkijkt|omkijken|omkeek|omkeken||omkeekt}}
einde

begin
<!--ompraten/vervoeging-->
{{-nlverb-|ompraten|praat om|praat om|praten om|praatte om|praatten om|hebben|[[omgepraat]]|prate om{{bijzin}} omprate|||ompraat|ompraat|ompraten|ompraatte|ompraatten}}
einde

begin
<!--omschrijven/vervoeging-->
{{-nlverb-|omschrijven|omschrijf|omschrijft|omschrijven|omschreef|omschreven|hebben|[[omschreven]]|omschrijve||omschreeft}}
einde

begin
<!--omstoten/vervoeging-->
{{-nlverb-|omstoten|stoot om|stoot om|stoten om|stootte om|stootten om|hebben|[[omgestoten]]|stote om{{bijzin}} omstote||stoottet om|omstoot|omstoot|omstoten|omstootte|omstootten||omstoottet}}
einde

begin
<!--omtoveren/vervoeging-->
{{-nlverb-|omtoveren|tover om|tovert om|toveren om|toverde om|toverden om|hebben|[[omgetoverd]]|tovere om{{bijzin}} omtovere|||omtover|omtovert|omtoveren|omtoverde|omtoverden}}
einde

begin
<!--omverlopen/vervoeging-->
{{-nlverb-|omverlopen|loop omver|loopt omver|lopen omver|liep omver|liepen omver|hebben|[[omvergelopen]]|lope omver{{bijzin}} omverlope||liept omver|omverloop|omverloopt|omverlopen|omverliep|omverliepen||omverliept}}
einde

begin
<!--omwentelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|omwentelen|wentel om|wentelt om|wentelen om|wentelde om|wentelden om|hebben|[[omgewenteld]]|wentele om{{bijzin}} omwentele|||omwentel|omwentelt|omwentelen|omwentelde|omwentelden}}
einde

begin
<!--omzetten/vervoeging-->
{{-nlverb-|omzetten|zet om|zet om|zetten om|zette om|zetten om|hebben|[[omgezet]]|zette om{{bijzin}} omzette|||omzet|omzet|omzetten|omzette|omzetten}}
einde

begin
<!--omzien/vervoeging-->
{{-nlverb-|omzien|zie om|ziet om|zien om|zag om|zagen om|hebben|[[omgezien]]|zie om{{bijzin}} omzie||zaagt om|omzie|omziet|omzien|omzag|omzagen||omzaagt|onerg=1}}
einde

begin
<!--omzwachtelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|omzwachtelen|omzwachtel|omzwachtelt|omzwachtelen|omzwachtelde|omzwachtelden|hebben|[[omzwachteld]]|omzwachtele}}
einde

begin
<!--onderbelichten/vervoeging-->
{{-nlverb-|onderbelichten|belicht onder|belicht onder|belichten onder|belichtte onder|belichtten onder|hebben|[[onderbelicht]]|belichte onder{{bijzin}} onderbelichte|||onderbelicht|onderbelicht|onderbelichten|onderbelichtte|onderbelichtten}}
einde

begin
<!--onderbetalen/vervoeging-->
{{-nlverb-|onderbetalen|onderbetaal|onderbetaalt|onderbetalen|onderbetaalde|onderbetaalden|hebben|[[onderbetaald]]|onderbetale}}
einde

begin
<!--onderbrengen/vervoeging-->
{{-nlverb-|onderbrengen|breng onder|brengt onder|brengen onder|bracht onder|brachten onder|hebben|[[ondergebracht]]|brenge onder{{bijzin}} onderbrenge|||onderbreng|onderbrengt|onderbrengen|onderbracht|onderbrachten}}
einde

begin
<!--onderhandelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|onderhandelen|onderhandel|onderhandelt|onderhandelen|onderhandelde|onderhandelden|hebben|[[onderhandeld]]|onderhandele|onerg=1}}
einde

begin
<!--onderkoelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|onderkoelen|onderkoel|onderkoelt|onderkoelen|onderkoelde|onderkoelden|hebben|[[onderkoeld]]|onderkoele}}
einde

begin
<!--onderschikken/vervoeging-->
{{-nlverb-|onderschikken|onderschik|onderschikt|onderschikken|onderschikte|onderschikten|hebben|[[onderschikt]]|onderschikke|overg=1}}
{{-nlverb-reflex-|onderschikken|onderschik|onderschikt|onderschikken|onderschikte|onderschikten||onderschikt|onderschikke}}
einde

begin
<!--onderstrepen/vervoeging-->
{{-nlverb-|onderstrepen|onderstreep|onderstreept|onderstrepen|onderstreepte|onderstreepten|hebben|[[onderstreept]]|onderstrepe}}
einde

begin
<!--ondertekenen/vervoeging-->
{{-nlverb-|ondertekenen|onderteken|ondertekent|ondertekenen|ondertekende|ondertekenden|hebben|[[ondertekend]]|ondertekene}}
einde

begin
<!--onderverhuren/vervoeging-->
{{-nlverb-|onderverhuren|onderverhuur|onderverhuurt|onderverhuren|onderverhuurde|onderverhuurden|hebben|[[onderverhuurd]]|onderverhure}}
einde

begin
<!--onderwaarderen/vervoeging-->
{{-nlverb-|onderwaarderen|onderwaardeer|onderwaardeert|onderwaarderen|onderwaardeerde|onderwaardeerden|hebben|[[ondergewaardeerd]]|onderwaardere}}
einde

begin
<!--ontaarden/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontaarden|ontaard|ontaardt|ontaarden|ontaardde|ontaardden|hebben|[[ontaard]]|ontaarde}}
einde

begin
<!--ontbloten/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontbloten|ontbloot|ontbloot|ontbloten|ontblootte|ontblootten|hebben|[[ontbloot]]|ontblote}}
einde

begin
<!--onteigenen/vervoeging-->
{{-nlverb-|onteigenen|onteigen|onteigent|onteigenen|onteigende|onteigenden|hebben|[[onteigend]]|onteigene}}
einde

begin
<!--ontfutselen/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontfutselen|ontfutsel|ontfutselt|ontfutselen|ontfutselde|ontfutselden|hebben|[[ontfutseld]]|ontfutsele}}
einde

begin
<!--ontgaan/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontgaan|ontga|ontgaat|ontgaan|ontging|ontgingen|zijn|[[ontgaan]]|ontga||ontgingt|erg=1}}
einde

begin
<!--ontgelden/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontgelden|ontgeld|ontgeldt|ontgelden|ontgold|ontgolden|hebben|[[ontgolden]]|ontgelde||ontgoldt|onerg=1}}
einde

begin
<!--ontgeven/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontgeven|ontgeef|ontgeeft|ontgeven|ontgaf|ontgaven|hebben|[[ontgeven]]|ontgeve||ontgaaft|overg=1}}
{{-nlverb-reflex-|ontgeven|ontgeef|ontgeeft|ontgeven|ontgaf|ontgaven||ontgeven|ontgeve||ontgaaft}}
einde

begin
<!--ontgrendelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontgrendelen|ontgrendel|ontgrendelt|ontgrendelen|ontgrendelde|ontgrendelden|hebben|[[ontgrendeld]]|ontgrendele}}
einde

begin
<!--onthutsen/vervoeging-->
{{-nlverb-|onthutsen|onthuts|onthutst|onthutsen|onthutste|onthutsten|hebben|[[onthutst]]|onthutse}}
einde

begin
<!--ontkiemen/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontkiemen|ontkiem|ontkiemt|ontkiemen|ontkiemde|ontkiemden|zijn|[[ontkiemd]]|ontkieme|erg=1}}
einde

begin
<!--ontkleuren/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontkleuren|ontkleur|ontkleurt|ontkleuren|ontkleurde|ontkleurden|hebben|[[ontkleurd]]|ontkleure}}
einde

begin
<!--ontladen/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontladen|ontlaad|ontlaadt|ontladen|ontlaadde|ontlaadden|hebben|[[ontladen]]|ontlade||ontlaaddet}}
einde

begin
<!--ontlokken/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontlokken|ontlok|ontlokt|ontlokken|ontlokte|ontlokten|hebben|[[ontlokt]]|ontlokke}}
einde

begin
<!--ontmantelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontmantelen|ontmantel|ontmantelt|ontmantelen|ontmantelde|ontmantelden|hebben|[[ontmanteld]]|ontmantele}}
einde

begin
<!--ontmoedigen/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontmoedigen|ontmoedig|ontmoedigt|ontmoedigen|ontmoedigde|ontmoedigden|hebben|[[ontmoedigd]]|ontmoedige}}
einde

begin
<!--ontpitten/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontpitten|ontpit|ontpit|ontpitten|ontpitte|ontpitten|hebben|[[ontpit]]|ontpitte}}
einde

begin
<!--ontploffen/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontploffen|ontplof|ontploft|ontploffen|ontplofte|ontploften|zijn|[[ontploft]]|ontploffe|erg=1}}
einde

begin
<!--ontregelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontregelen|ontregel|ontregelt|ontregelen|ontregelde|ontregelden|hebben|[[ontregeld]]|ontregele}}
einde

begin
<!--ontroeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontroeren|ontroer|ontroert|ontroeren|ontroerde|ontroerden|hebben|[[ontroerd]]|ontroere}}
einde

begin
<!--ontruimen/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontruimen|ontruim|ontruimt|ontruimen|ontruimde|ontruimden|hebben|[[ontruimd]]|ontruime}}
einde

begin
<!--ontspinnen/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|ontspinnen|ontspin|ontspint|ontspinnen|ontspon|ontsponnen||ontsponnen|ontspinne||ontspont}}
einde

begin
<!--ontvlammen/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontvlammen|ontvlam|ontvlamt|ontvlammen|ontvlamde|ontvlamden|hebben|[[ontvlamd]]|ontvlamme}}
einde

begin
<!--ontweien/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontweien|ontwei|ontweit|ontweien|ontweide|ontweiden|hebben|[[ontweid]]|ontweie}}
einde

begin
<!--ontwrichten/vervoeging-->
{{-nlverb-|ontwrichten|ontwricht|ontwricht|ontwrichten|ontwrichtte|ontwrichtten|hebben|[[ontwricht]]|ontwrichte}}
einde

begin
<!--opbaggeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|opbaggeren|bagger op|baggert op|baggeren op|baggerde op|baggerden op|hebben|[[opgebaggerd]]|baggere op{{bijzin}} opbaggere|||opbagger|opbaggert|opbaggeren|opbaggerde|opbaggerden}}
einde

begin
<!--opbollen/vervoeging-->
{{-nlverb-|opbollen|bol op|bolt op|bollen op|bolde op|bolden op|hebben|[[opgebold]]|bolle op{{bijzin}} opbolle|||opbol|opbolt|opbollen|opbolde|opbolden}}
einde

begin
<!--opbreken/vervoeging-->
{{-nlverb-|opbreken|breek op|breekt op|breken op|brak op|braken op|{{hebben-zijn}}|[[opgebroken]]|breke op{{bijzin}} opbreke||braakt op|opbreek|opbreekt|opbreken|opbrak|opbraken||opbraakt|overg=1|erg=1}}
{{-nlverb-onp-|opbreken||breekt op|brak op|heeft|[[opgebroken]]|}}
{{refs}}
einde

begin
<!--opdoen/vervoeging-->
{{-nlverb-|opdoen|do op|dot op|doen op|deed op|deden op|hebben|[[opgedaan]]|doe op{{bijzin}} opdoe||deedt op|opdo|opdot|opdoen|opdeed|opdeden||opdeedt}}
einde

begin
<!--opdonderen/vervoeging-->
{{-nlverb-|opdonderen|donder op|dondert op|donderen op|donderde op|donderden op|hebben|[[opgedonderd]]|dondere op{{bijzin}} opdondere|||opdonder|opdondert|opdonderen|opdonderde|opdonderden}}
einde

begin
<!--opdraaien/vervoeging-->
{{-nlverb-|opdraaien|draai op|draait op|draaien op|draaide op|draaiden op|{{hebben-zijn}}|[[opgedraaid]]|draaie op{{bijzin}} opdraaie|||opdraai|opdraait|opdraaien|opdraaide|opdraaiden|overg=1|erg=1}}
{{refs}}
einde

begin
<!--opflikkeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|opflikkeren|flikker op|flikkert op|flikkeren op|flikkerde op|flikkerden op|zijn|[[opgeflikkerd]]|flikkere op{{bijzin}} opflikkere|||opflikker|opflikkert|opflikkeren|opflikkerde|opflikkerden|erg=1}}
einde

begin
<!--opgebruiken/vervoeging-->
{{-nlverb-|opgebruiken|gebruik op|gebruikt op|gebruiken op|gebruikte op|gebruikten op|hebben|[[opgebruikt]]|gebruike op{{bijzin}} opgebruike|||opgebruik|opgebruikt|opgebruiken|opgebruikte|opgebruikten}}
einde

begin
<!--opgroeien/vervoeging-->
{{-nlverb-|opgroeien|groei op|groeit op|groeien op|groeide op|groeiden op|zijn|[[opgegroeid]]|groeie op{{bijzin}} opgroeie|||opgroei|opgroeit|opgroeien|opgroeide|opgroeiden|erg=1}}
einde

begin
<!--ophitsen/vervoeging-->
{{-nlverb-|ophitsen|hits op|hitst op|hitsen op|hitste op|hitsten op|hebben|[[opgehitst]]|hitse op{{bijzin}} ophitse|||ophits|ophitst|ophitsen|ophitste|ophitsten}}
einde

begin
<!--ophopen/vervoeging-->
{{-nlverb-|ophopen|hoop op|hoopt op|hopen op|hoopte op|hoopten op|hebben|[[heeft opgehoopt]]|hope op{{bijzin}} ophope|||ophoop|ophoopt|ophopen|ophoopte|ophoopten|overg=1}}
{{-nlverb-reflex-|prefix=op|ophopen|hoop|hoopt|hopen|hoopte|hoopten||heeft opgehoopt|hope}}
einde

begin
<!--opjutten/vervoeging-->
{{-nlverb-|opjutten|jut op|jut op|jutten op|jutte op|jutten op|hebben|[[opgejut]]|jutte op{{bijzin}} opjutte|||opjut|opjut|opjutten|opjutte|opjutten}}
einde

begin
<!--opknappen/vervoeging-->
{{-nlverb-|opknappen|knap op|knapt op|knappen op|knapte op|knapten op|{{hebben-zijn}}|[[opgeknapt]]|knappe op{{bijzin}} opknappe|||opknap|opknapt|opknappen|opknapte|opknapten|overg=1|erg=1}}
{{refs}}
einde

begin
<!--opkopen/vervoeging-->
{{-nlverb-|opkopen|koop op|koopt op|kopen op|kocht op|kochten op|hebben|[[opgekocht]]|kope op{{bijzin}} opkope|||opkoop|opkoopt|opkopen|opkocht|opkochten}}
einde

begin
<!--opleiden/vervoeging-->
{{-nlverb-|opleiden|leid op|leidt op|leiden op|leidde op|leidden op|hebben|[[opgeleid]]|leide op{{bijzin}} opleide|||opleid|opleidt|opleiden|opleidde|opleidden}}
einde

begin
<!--oploeven/vervoeging-->
{{-nlverb-|oploeven|loef op|loeft op|loeven op|loefde op|loefden op|zijn|[[opgeloefd]]|loeve op{{bijzin}} oploeve|||oploef|oploeft|oploeven|oploefde|oploefden|erg=1}}
einde

begin
<!--opmonteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|opmonteren|monter op|montert op|monteren op|monterde op|monterden op|hebben|[[opgemonterd]]|montere op{{bijzin}} opmontere|||opmonter|opmontert|opmonteren|opmonterde|opmonterden}}
einde

begin
<!--opofferen/vervoeging-->
{{-nlverb-|opofferen|offer op|offert op|offeren op|offerde op|offerden op|hebben|[[opgeofferd]]|offere op{{bijzin}} opoffere|||opoffer|opoffert|opofferen|opofferde|opofferden}}
einde

begin
<!--oppassen/vervoeging-->
{{-nlverb-|oppassen|pas op|past op|passen op|paste op|pasten op|hebben|[[opgepast]]|passe op{{bijzin}} oppasse|||oppas|oppast|oppassen|oppaste|oppasten}}
einde

begin
<!--opperen/vervoeging-->
{{-nlverb-|opperen|opper|oppert|opperen|opperde|opperden|hebben|[[geopperd]]|oppere}}
einde

begin
<!--oppeuzelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|oppeuzelen|peuzel op|peuzelt op|peuzelen op|peuzelde op|peuzelden op|hebben|[[opgepeuzeld]]|peuzele op{{bijzin}} oppeuzele|||oppeuzel|oppeuzelt|oppeuzelen|oppeuzelde|oppeuzelden}}
einde

begin
<!--oppoetsen/vervoeging-->
{{-nlverb-|oppoetsen|poets op|poetst op|poetsen op|poetste op|poetsten op|hebben|[[opgepoetst]]|poetse op{{bijzin}} oppoetse|||oppoets|oppoetst|oppoetsen|oppoetste|oppoetsten}}
einde

begin
<!--oprakelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|oprakelen|rakel op|rakelt op|rakelen op|rakelde op|rakelden op|hebben|[[opgerakeld]]|rakele op{{bijzin}} oprakele|||oprakel|oprakelt|oprakelen|oprakelde|oprakelden}}
einde

begin
<!--opruien/vervoeging-->
{{-nlverb-|opruien|rui op|ruit op|ruien op|ruide op|ruiden op|hebben|[[opgeruid]]|ruie op{{bijzin}} opruie|||oprui|opruit|opruien|opruide|opruiden}}
einde

begin
<!--opschudden/vervoeging-->
{{-nlverb-|opschudden|schud op|schudt op|schudden op|schudde op|schudden op|hebben|[[opgeschud]]|schudde op{{bijzin}} opschudde|||opschud|opschudt|opschudden|opschudde|opschudden}}
einde

begin
<!--opsommen/vervoeging-->
{{-nlverb-|opsommen|som op|somt op|sommen op|somde op|somden op|hebben|[[opgesomd]]|somme op{{bijzin}} opsomme|||opsom|opsomt|opsommen|opsomde|opsomden}}
einde

begin
<!--optyfen/vervoeging-->
{{-nlverb-|optyfen|tyf op|tyft op|tyfen op|tyfte op|tyften op|zijn|[[opgetyft]]|tyfe op{{bijzin}} optyfe|||optyf|optyft|optyfen|optyfte|optyften|erg=1}}
einde

begin
<!--opvatten/vervoeging-->
{{-nlverb-|opvatten|vat op|vat op|vatten op|vatte op|vatten op|hebben|[[opgevat]]|vatte op{{bijzin}} opvatte|||opvat|opvat|opvatten|opvatte|opvatten}}
einde

begin
<!--opvrolijken/vervoeging-->
{{-nlverb-|opvrolijken|vrolijk op|vrolijkt op|vrolijken op|vrolijkte op|vrolijkten op|hebben|[[opgevrolijkt]]|vrolijke op{{bijzin}} opvrolijke|||opvrolijk|opvrolijkt|opvrolijken|opvrolijkte|opvrolijkten}}
einde

begin
<!--opwaarderen/vervoeging-->
{{-nlverb-|opwaarderen|waardeer op|waardeert op|waarderen op|waardeerde op|waardeerden op|hebben|[[opgewaardeerd]]|waardere op{{bijzin}} opwaardere|||opwaardeer|opwaardeert|opwaarderen|opwaardeerde|opwaardeerden}}
einde

begin
<!--opwrijven/vervoeging-->
{{-nlverb-|opwrijven|wrijf op|wrijft op|wrijven op|wreef op|wreven op|hebben|[[opgewreven]]|wrijve op{{bijzin}} opwrijve||wreeft op|opwrijf|opwrijft|opwrijven|opwreef|opwreven||opwreeft}}
einde

begin
<!--opzoeken/vervoeging-->
{{-nlverb-|opzoeken|zoek op|zoekt op|zoeken op|zocht op|zochten op|hebben|[[opgezocht]]|zoeke op{{bijzin}} opzoeke|||opzoek|opzoekt|opzoeken|opzocht|opzochten}}
einde

begin
<!--overacteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|overacteren|overacteer|overacteert|overacteren|overacteerde|overacteerden|hebben|[[overacteerd]]|overactere|onerg=1}}
einde

begin
<!--overbrengen/vervoeging-->
{{-nlverb-|overbrengen|breng over|brengt over|brengen over|bracht over|brachten over|hebben|[[overgebracht]]|brenge over{{bijzin}} overbrenge|||overbreng|overbrengt|overbrengen|overbracht|overbrachten}}
einde

begin
<!--overdonderen/vervoeging-->
{{-nlverb-|overdonderen|overdonder|overdondert|overdonderen|overdonderde|overdonderden|hebben|[[overdonderd]]|overdondere}}
einde

begin
<!--overrulen/vervoeging-->
{{-nlverb-|overrulen|overrule|overrulet|overrulen|overrulede|overruleden|hebben|[[overruled]]|overrule}}
einde

begin
<!--overschaduwen/vervoeging-->
{{-nlverb-|overschaduwen|overschaduw|overschaduwt|overschaduwen|overschaduwde|overschaduwden|hebben|[[overschaduwd]]|overschaduwe}}
einde

begin
<!--overschakelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|overschakelen|schakel over|schakelt over|schakelen over|schakelde over|schakelden over|hebben|[[overgeschakeld]]|schakele over{{bijzin}} overschakele|||overschakel|overschakelt|overschakelen|overschakelde|overschakelden|onerg=1}}
einde

begin
<!--overstelpen/vervoeging-->
{{-nlverb-|overstelpen|overstelp|overstelpt|overstelpen|overstelpte|overstelpten|hebben|[[overstelpt]]|overstelpe}}
einde

begin
<!--overstijgen/vervoeging-->
{{-nlverb-|overstijgen|overstijg|overstijgt|overstijgen|oversteeg|overstegen|hebben|[[overstegen]]|overstijge||oversteegt}}
einde

begin
<!--overwelven/vervoeging-->
{{-nlverb-|overwelven|overwelf|overwelft|overwelven|overwelfde|overwelfden|hebben|[[overwelfd]]|overwelve}}
einde

begin
<!--paardjerijden/vervoeging-->
{{-nlverb-|paardjerijden|rijd paardje|rijdt paardje|rijden paardje|reed paardje|reden paardje|hebben|[[paardjegereden]]|rijde paardje{{bijzin}} paardjerijde||reedt paardje|paardjerijd|paardjerijdt|paardjerijden|paardjereed|paardjereden||paardjereedt}}
einde

begin
<!--pacificeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|pacificeren|pacificeer|pacificeert|pacificeren|pacificeerde|pacificeerden|hebben|[[gepacificeerd]]|pacificere}}
einde

begin
<!--pantseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|pantseren|pantser|pantsert|pantseren|pantserde|pantserden|hebben|[[gepantserd]]|pantsere}}
einde

begin
<!--passen/vervoeging-->
{{-nlverb-|passen|pas|past|passen|paste|pasten|hebben|[[gepast]]|passe}}
einde

begin
<!--pavoiseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|pavoiseren|pavoiseer|pavoiseert|pavoiseren|pavoiseerde|pavoiseerden|hebben|[[gepavoiseerd]]|pavoisere}}
einde

begin
<!--peilen/vervoeging-->
{{-nlverb-|peilen|peil|peilt|peilen|peilde|peilden|hebben|[[gepeild]]|peile}}
einde

begin
<!--pekelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|pekelen|pekel|pekelt|pekelen|pekelde|pekelden|hebben|[[gepekeld]]|pekele}}
einde

begin
<!--perverteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|perverteren|perverteer|perverteert|perverteren|perverteerde|perverteerden|hebben|[[geperverteerd]]|pervertere}}
einde

begin
<!--pianospelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|pianospelen|speel piano|speelt piano|spelen piano|speelde piano|speelden piano|hebben|[[pianogespeeld]]|spele piano{{bijzin}} pianospele|||pianospeel|pianospeelt|pianospelen|pianospeelde|pianospeelden}}
einde

begin
<!--piekeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|piekeren|pieker|piekert|piekeren|piekerde|piekerden|hebben|[[gepiekerd]]|piekere}}
einde

begin
<!--piepen/vervoeging-->
{{-nlverb-|piepen|piep|piept|piepen|piepte|piepten|hebben|[[gepiept]]|piepe}}
einde

begin
<!--plaatshebben/vervoeging-->
{{-nlverb-|plaatshebben|heb plaats|hebt plaats|hebben plaats|had plaats|haden plaats|hebben|[[plaatsgehad]]|hebbe plaats{{bijzin}} plaatshebbe||hadt plaats|plaatsheb|plaatshebt|plaatshebben|plaatshad|plaatshaden||plaatshadt}}
einde

begin
<!--plasticeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|plasticeren|plasticeer|plasticeert|plasticeren|plasticeerde|plasticeerden|hebben|[[geplasticeerd]]|plasticere}}
einde

begin
<!--plastificeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|plastificeren|plastificeer|plastificeert|plastificeren|plastificeerde|plastificeerden|hebben|[[geplastificeerd]]|plastificere}}
einde

begin
<!--plastiseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|plastiseren|plastiseer|plastiseert|plastiseren|plastiseerde|plastiseerden|hebben|[[geplastiseerd]]|plastisere}}
einde

begin
<!--platdrukken/vervoeging-->
{{-nlverb-|platdrukken|druk plat|drukt plat|drukken plat|drukte plat|drukten plat|hebben|[[plat dedrukt]]|drukke plat{{bijzin}} platdrukke|||platdruk|platdrukt|platdrukken|platdrukte|platdrukten}}
einde

begin
<!--platstrijken/vervoeging-->
{{-nlverb-|platstrijken|strijk plat|strijkt plat|strijken plat|streek plat|streken plat|hebben|[[platgestreken]]|strijke plat{{bijzin}} platstrijke||streekt plat|platstrijk|platstrijkt|platstrijken|platstreek|platstreken||platstreekt}}
einde

begin
<!--pletten/vervoeging-->
{{-nlverb-|pletten|plet|plet|pletten|plette|pletten|hebben|[[geplet]]|plette}}
einde

begin
<!--plooien/vervoeging-->
{{-nlverb-|plooien|plooi|plooit|plooien|plooide|plooiden|hebben|[[geplooid]]|plooie|overg=1}}
{{-nlverb-reflex-|plooien|plooi|plooit|plooien|plooide|plooiden||geplooid|plooie}}
einde

begin
<!--pluizen/vervoeging-->
{{-nlverb-|pluizen|pluis|pluist|pluizen|ploos|plozen|hebben|[[geplozen]]|pluize||ploost}}
einde

begin
<!--plunderen/vervoeging-->
{{-nlverb-|plunderen|plunder|plundert|plunderen|plunderde|plunderden|hebben|[[geplunderd]]|plundere}}
einde

begin
<!--pochen/vervoeging-->
{{-nlverb-|pochen|poch|pocht|pochen|pochte|pochten|hebben|[[gepocht]]|poche|onerg=1}}
einde

begin
<!--polsen/vervoeging-->
{{-nlverb-|polsen|pols|polst|polsen|polste|polsten|hebben|[[gepolst]]|polse}}
einde

begin
<!--polymeriseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|polymeriseren|polymeriseer|polymeriseert|polymeriseren|polymeriseerde|polymeriseerden|zijn|[[gepolymeriseerd]]|polymerisere|erg=1}}
einde

begin
<!--pompen/vervoeging-->
{{-nlverb-|pompen|pomp|pompt|pompen|pompte|pompten|hebben|[[gepompt]]|pompe}}
einde

begin
<!--prangen/vervoeging-->
{{-nlverb-|prangen|prang|prangt|prangen|prangde|prangden|hebben|[[geprangd]]|prange}}
einde

begin
<!--prefereren/vervoeging-->
{{-nlverb-|prefereren|prefereer|prefereert|prefereren|prefereerde|prefereerden|hebben|[[geprefereerd]]|preferere}}
einde

begin
<!--presteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|presteren|presteer|presteert|presteren|presteerde|presteerden|hebben|[[gepresteerd]]|prestere|onerg=1}}
einde

begin
<!--priemen/vervoeging-->
{{-nlverb-|priemen|priem|priemt|priemen|priemde|priemden|hebben|[[gepriemd]]|prieme}}
einde

begin
<!--privatiseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|privatiseren|privatiseer|privatiseert|privatiseren|privatiseerde|privatiseerden|hebben|[[geprivatiseerd]]|privatisere}}
einde

begin
<!--proesten/vervoeging-->
{{-nlverb-|proesten|proest|proest|proesten|proestte|proestten|hebben|[[geproest]]|proeste|onerg=1}}
einde

begin
<!--profeteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|profeteren|profeteer|profeteert|profeteren|profeteerde|profeteerden|hebben|[[geprofeteerd]]|profetere}}
einde

begin
<!--prolongeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|prolongeren|prolongeer|prolongeert|prolongeren|prolongeerde|prolongeerden|hebben|[[geprolongeerd]]|prolongere}}
einde

begin
<!--pronken/vervoeging-->
{{-nlverb-|pronken|pronk|pronkt|pronken|pronkte|pronkten|hebben|[[gepronkt]]|pronke}}
einde

begin
<!--prostitueren/vervoeging-->
{{-nlverb-|prostitueren|prostitueer|prostitueert|prostitueren|prostitueerde|prostitueerden|hebben|[[geprostitueerd]]|prostituere}}
einde

begin
<!--racemiseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|racemiseren|racemiseer|racemiseert|racemiseren|racemiseerde|racemiseerden|{{hebben-zijn}}|[[geracemiseerd]]|racemisere|overg=1|erg=1}}
{{refs}}
einde

begin
<!--rammen/vervoeging-->
{{-nlverb-|rammen|ram|ramt|rammen|ramde|ramden|hebben|[[geramd]]|ramme}}
einde

begin
<!--rapporteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|rapporteren|rapporteer|rapporteert|rapporteren|rapporteerde|rapporteerden|hebben|[[gerapporteerd]]|rapportere}}
einde

begin
<!--razen/vervoeging-->
{{-nlverb-|razen|raas|raast|razen|raasde|raasden|hebben|[[geraasd]]|raze}}
einde

begin
<!--reageren/vervoeging-->
{{-nlverb-|reageren|reageer|reageert|reageren|reageerde|reageerden|hebben|[[gereageerd]]|reagere}}
einde

begin
<!--rechten/vervoeging-->
{{-nlverb-|rechten|recht|recht|rechten|rechtte|rechtten|hebben|[[gerecht]]|rechte}}
einde

begin
<!--reconstrueren/vervoeging-->
{{-nlverb-|reconstrueren|reconstrueer|reconstrueert|reconstrueren|reconstrueerde|reconstrueerden|hebben|[[gereconstrueerd]]|reconstruere}}
einde

begin
<!--registreren/vervoeging-->
{{-nlverb-|registreren|registreer|registreert|registreren|registreerde|registreerden|hebben|[[geregistreerd]]|registrere}}
einde

begin
<!--reppen/vervoeging-->
{{-nlverb-|reppen|rep|rept|reppen|repte|repten|hebben|[[gerept]]|reppe|onerg=1}}
{{-nlverb-reflex-|reppen|rep|rept|reppen|repte|repten||gerept|reppe}}
einde

begin
<!--rinkelrooien/vervoeging-->
{{-nlverb-|rinkelrooien|rinkelrooi|rinkelrooit|rinkelrooien|rinkelrooide|rinkelrooiden|hebben|[[gerinkelrooid]]|rinkelrooie|onerg=1}}
einde

begin
<!--roddelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|roddelen|roddel|roddelt|roddelen|roddelde|roddelden|hebben|[[geroddeld]]|roddele}}
einde

begin
<!--roeien/vervoeging-->
{{-nlverb-|roeien|roei|roeit|roeien|roeide|roeiden|{{hebben-zijn|inerg=a}}|[[geroeid]]|roeie|onerg=1}}
{{refs}}
einde

begin
<!--rolschaatsen/vervoeging-->
{{-nlverb-|rolschaatsen|rolschaats|rolschaatst|rolschaatsen|rolschaatste|rolschaatsten|hebben|[[gerolschaatst]]|rolschaatse|onerg=1}}
einde

begin
<!--rondrijden/vervoeging-->
{{-nlverb-|rondrijden|rijd rond|rijdt rond|rijden rond|reed rond|reden rond|hebben|[[rondgereden]]|rijde rond{{bijzin}} rondrijde||reedt rond|rondrijd|rondrijdt|rondrijden|rondreed|rondreden||rondreedt|onerg=1}}
einde

begin
<!--ruilen/vervoeging-->
{{-nlverb-|ruilen|ruil|ruilt|ruilen|ruilde|ruilden|hebben|[[geruild]]|ruile}}
einde

begin
<!--sabbelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|sabbelen|sabbel|sabbelt|sabbelen|sabbelde|sabbelden|hebben|[[gesabbeld]]|sabbele|onerg=1}}
einde

begin
<!--samenkomen/vervoeging-->
{{-nlverb-|samenkomen|kom samen|komt samen|komen samen|kwam samen|kwamen samen|zijn|[[samengekomen]]|kome samen{{bijzin}} samenkome||kwaamt samen|samenkom|samenkomt|samenkomen|samenkwam|samenkwamen||samenkwaamt|erg=1}}
einde

begin
<!--samentrekken/vervoeging-->
{{-nlverb-|samentrekken|trek samen|trekt samen|trekken samen|trok samen|trokken samen|hebben|[[samengetrokken]]|trekke samen{{bijzin}} samentrekke||trokt samen|samentrek|samentrekt|samentrekken|samentrok|samentrokken||samentrokt}}
einde

begin
<!--samenwerken/vervoeging-->
{{-nlverb-|samenwerken|werk samen|werkt samen|werken samen|werkte samen|werkten samen|hebben|[[samengewerkt]]|werke samen{{bijzin}} samenwerke|||samenwerk|samenwerkt|samenwerken|samenwerkte|samenwerkten|onerg=1}}
einde

begin
<!--samenwonen/vervoeging-->
{{-nlverb-|samenwonen|woon samen|woont samen|wonen samen|woonde samen|woonden samen|hebben|[[samengewoond]]|wone samen{{bijzin}} samenwone|||samenwoon|samenwoont|samenwonen|samenwoonde|samenwoonden}}
einde

begin
<!--saven/vervoeging-->
{{-nlverb-|saven|save|savet|saven|savede|saveden|hebben|[[gesaved]]|save}}
einde

begin
<!--scharen/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|scharen|schaar|schaart|scharen|schaarde|schaarden||geschaard|schare}}
einde

begin
<!--schertsen/vervoeging-->
{{-nlverb-|schertsen|scherts|schertst|schertsen|schertste|schertsten|hebben|[[geschertst]]|schertse}}
einde

begin
<!--schoeien/vervoeging-->
{{-nlverb-|schoeien|schoei|schoeit|schoeien|schoeide|schoeiden|hebben|[[geschoeid]]|schoeie}}
einde

begin
<!--schoffelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|schoffelen|schoffel|schoffelt|schoffelen|schoffelde|schoffelden|hebben|[[geschoffeld]]|schoffele}}
einde

begin
<!--schrijnen/vervoeging-->
{{-nlverb-|schrijnen|schrijn|schrijnt|schrijnen|schrijnde|schrijnden|hebben|[[geschrijnd]]|schrijne}}
einde

begin
<!--schroeien/vervoeging-->
{{-nlverb-|schroeien|schroei|schroeit|schroeien|schroeide|schroeiden|{{hebben-zijn}}|[[geschroeid]]|schroeie|overg=1|erg=1}}
{{refs}}
einde

begin
<!--schuimen/vervoeging-->
{{-nlverb-|schuimen|schuim|schuimt|schuimen|schuimde|schuimden|hebben|[[geschuimd]]|schuime|onerg=1}}
einde

begin
<!--seksen/vervoeging-->
{{-nlverb-|seksen|seks|sekst|seksen|sekste|seksten|hebben|[[gesekst]]|sekse}}
einde

begin
<!--serveren/vervoeging-->
{{-nlverb-|serveren|serveer|serveert|serveren|serveerde|serveerden|hebben|[[geserveerd]]|servere}}
einde

begin
<!--sjacheren/vervoeging-->
{{-nlverb-|sjacheren|sjacher|sjachert|sjacheren|sjacherde|sjacherden|hebben|[[gesjacherd]]|sjachere}}
einde

begin
<!--sjorren/vervoeging-->
{{-nlverb-|sjorren|sjor|sjort|sjorren|sjorde|sjorden|hebben|[[gesjord]]|sjorre}}
einde

begin
<!--sleeën/vervoeging-->
{{-nlverb-|sleeën|slee|sleet|sleeën|sleede|sleeden|hebben|[[gesleed]]|sleeë}}
einde

begin
<!--slemmen/vervoeging-->
{{-nlverb-|slemmen|slem|slemt|slemmen|slemde|slemden|hebben|[[geslemd]]|slemme}}
einde

begin
<!--slepen/vervoeging-->
{{-nlverb-|slepen|sleep|sleept|slepen|sleepte|sleepten|hebben|[[gesleept]]|slepe|overg=1}}
{{-nlverb-reflex-|slepen|sleep|sleept|slepen|sleepte|sleepten||gesleept|slepe}}
einde

begin
<!--slissen/vervoeging-->
{{-nlverb-|slissen|slis|slist|slissen|sliste|slisten|hebben|[[geslist]]|slisse}}
einde

begin
<!--smaken/vervoeging-->
{{-nlverb-|smaken|smaak|smaakt|smaken|smaakte|smaakten|hebben|[[gesmaakt]]|smake}}
einde

begin
<!--snuffelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|snuffelen|snuffel|snuffelt|snuffelen|snuffelde|snuffelden|hebben|[[gesnuffeld]]|snuffele}}
einde

begin
<!--soppen/vervoeging-->
{{-nlverb-|soppen|sop|sopt|soppen|sopte|sopten|hebben|[[gesopt]]|soppe|onerg=1}}
einde

begin
<!--spieken/vervoeging-->
{{-nlverb-|spieken|spiek|spiekt|spieken|spiekte|spiekten|hebben|[[gespiekt]]|spieke}}
einde

begin
<!--spijbelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|spijbelen|spijbel|spijbelt|spijbelen|spijbelde|spijbelden|hebben|[[gespijbeld]]|spijbele|onerg=1}}
einde

begin
<!--spioneren/vervoeging-->
{{-nlverb-|spioneren|spioneer|spioneert|spioneren|spioneerde|spioneerden|hebben|[[gespioneerd]]|spionere|onerg=1}}
einde

begin
<!--sprenkelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|sprenkelen|sprenkel|sprenkelt|sprenkelen|sprenkelde|sprenkelden|hebben|[[gesprenkeld]]|sprenkele}}
einde

begin
<!--statten/vervoeging-->
{{-nlverb-|statten|stat|stat|statten|statte|statten|hebben|[[gestat]]|statte|onerg=1}}
einde

begin
<!--staven/vervoeging-->
{{-nlverb-|staven|staaf|staaft|staven|staafde|staafden|hebben|[[gestaafd]]|stave}}
einde

begin
<!--stenigen/vervoeging-->
{{-nlverb-|stenigen|stenig|stenigt|stenigen|stenigde|stenigden|hebben|[[gestenigd]]|stenige}}
einde

begin
<!--stilstaan/vervoeging-->
{{-nlverb-|stilstaan|sta stil|staat stil|staan stil|stond stil|stonden stil|hebben|[[stilgestaan]]|sta stil{{bijzin}} stilsta||stondt stil|stilsta|stilstaat|stilstaan|stilstond|stilstonden||stilstondt|onerg=1}}
einde

begin
<!--stranden/vervoeging-->
{{-nlverb-|stranden|strand|strandt|stranden|strandde|strandden|zijn|[[gestrand]]|strande|erg=1}}
einde

begin
<!--stremmen/vervoeging-->
{{-nlverb-|stremmen|strem|stremt|stremmen|stremde|stremden|zijn|[[gestremd]]|stremme|erg=1}}
einde

begin
<!--stroken/vervoeging-->
{{-nlverb-|stroken|strook|strookt|stroken|strookte|strookten|hebben|[[gestrookt]]|stroke}}
einde

begin
<!--stuiven/vervoeging-->
{{-nlverb-|stuiven|stuif|stuift|stuiven|stoof|stoven|{{hebben-zijn|inerg=a}}|[[gestoven]]|stuive||stooft|onerg=1}}
{{refs}}
einde

begin
<!--stutten/vervoeging-->
{{-nlverb-|stutten|stut|stut|stutten|stutte|stutten|hebben|[[gestut]]|stutte}}
einde

begin
<!--suggereren/vervoeging-->
{{-nlverb-|suggereren|suggereer|suggereert|suggereren|suggereerde|suggereerden|hebben|[[gesuggereerd]]|suggerere}}
einde

begin
<!--surplacen/vervoeging-->
{{-nlverb-|surplacen|surplace|surplacet|surplacen|surplacete|surplaceten|hebben|[[gesurplacet]]|surplace}}
einde

begin
<!--tackelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|tackelen|tackel|tackelt|tackelen|tackelde|tackelden|hebben|[[getackeld]]|tackele}}
einde

begin
<!--tandenknarsen/vervoeging-->
{{-nlverb-|tandenknarsen|tandenknars|tandenknarst|tandenknarsen|tandenknarste|tandenknarsten|hebben|[[getandenknarst]]|tandenknarse|onerg=1}}
einde

begin
<!--tanken/vervoeging-->
{{-nlverb-|tanken|tank|tankt|tanken|tankte|tankten|hebben|[[getankt]]|tanke}}
einde

begin
<!--tarten/vervoeging-->
{{-nlverb-|tarten|tart|tart|tarten|tartte|tartten|hebben|[[getart]]|tarte}}
einde

begin
<!--tegenbrassen/vervoeging-->
{{-nlverb-|tegenbrassen|bras tegen|brast tegen|brassen tegen|braste tegen|brasten tegen|hebben|[[tegengebrast]]|brasse tegen{{bijzin}} tegenbrasse|||tegenbras|tegenbrast|tegenbrassen|tegenbraste|tegenbrasten|onerg=1}}
einde

begin
<!--tegenlachen/vervoeging-->
{{-nlverb-|tegenlachen|lach tegen|lacht tegen|lachen tegen|lachte tegen|lachten tegen|hebben|[[tegengelachen]]|lache tegen{{bijzin}} tegenlache||lachtet tegen|tegenlach|tegenlacht|tegenlachen|tegenlachte|tegenlachten||tegenlachtet}}
einde

begin
<!--tegenspreken/vervoeging-->
{{-nlverb-|tegenspreken|spreek tegen|spreekt tegen|spreken tegen|sprak tegen|spraken tegen|hebben|[[tegengesproken]]|spreke tegen{{bijzin}} tegenspreke||spraakt tegen|tegenspreek|tegenspreekt|tegenspreken|tegensprak|tegenspraken||tegenspraakt}}
einde

begin
<!--tegensputteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|tegensputteren|sputter tegen|sputtert tegen|sputteren tegen|sputterde tegen|sputterden tegen|hebben|[[tegengesputterd]]|sputtere tegen{{bijzin}} tegensputtere|||tegensputter|tegensputtert|tegensputteren|tegensputterde|tegensputterden}}
einde

begin
<!--tegenstreven/vervoeging-->
{{-nlverb-|tegenstreven|streef tegen|streeft tegen|streven tegen|streefde tegen|streefden tegen|hebben|[[tegengestreefd]]|streve tegen{{bijzin}} tegenstreve|||tegenstreef|tegenstreeft|tegenstreven|tegenstreefde|tegenstreefden}}
einde

begin
<!--tegenwerken/vervoeging-->
{{-nlverb-|tegenwerken|werk tegen|werkt tegen|werken tegen|werkte tegen|werkten tegen|hebben|[[tegengewerkt]]|werke tegen{{bijzin}} tegenwerke|||tegenwerk|tegenwerkt|tegenwerken|tegenwerkte|tegenwerkten}}
einde

begin
<!--telegraferen/vervoeging-->
{{-nlverb-|telegraferen|telegrafeer|telegrafeert|telegraferen|telegrafeerde|telegrafeerden|hebben|[[getelegrafeerd]]|telegrafere}}
einde

begin
<!--temmen/vervoeging-->
{{-nlverb-|temmen|tem|temt|temmen|temde|temden|hebben|[[getemd]]|temme}}
einde

begin
<!--temperen/vervoeging-->
{{-nlverb-|temperen|temper|tempert|temperen|temperde|temperden|hebben|[[getemperd]]|tempere}}
einde

begin
<!--temporiseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|temporiseren|temporiseer|temporiseert|temporiseren|temporiseerde|temporiseerden|hebben|[[getemporiseerd]]|temporisere|onerg=1}}
einde

begin
<!--tenietdoen/vervoeging-->
{{-nlverb-|tenietdoen|do teniet|dot teniet|doen teniet|deed teniet|deden teniet|hebben|[[tenietgedaan]]|doe teniet{{bijzin}} tenietdoe||deedt teniet|tenietdo|tenietdot|tenietdoen|tenietdeed|tenietdeden||tenietdeedt}}
einde

begin
<!--tenietgaan/vervoeging-->
{{-nlverb-|tenietgaan|ga teniet|gaat teniet|gaan teniet|ging teniet|gingen teniet|zijn|[[tenietgegaan]]|ga teniet{{bijzin}} tenietga||gingt teniet|tenietga|tenietgaat|tenietgaan|tenietging|tenietgingen||tenietgingt|erg=1}}
einde

begin
<!--tentoonspreiden/vervoeging-->
{{-nlverb-|tentoonspreiden|spreid tentoon|spreidt tentoon|spreiden tentoon|spreidde tentoon|spreidden tentoon|hebben|[[tentoongespreid]]|spreide tentoon{{bijzin}} tentoonspreide|||tentoonspreid|tentoonspreidt|tentoonspreiden|tentoonspreidde|tentoonspreidden}}
einde

begin
<!--tentoonstellen/vervoeging-->
{{-nlverb-|tentoonstellen|stel tentoon|stelt tentoon|stellen tentoon|stelde tentoon|stelden tentoon|hebben|[[tentoongesteld]]|stelle tentoon{{bijzin}} tentoonstelle|||tentoonstel|tentoonstelt|tentoonstellen|tentoonstelde|tentoonstelden}}
einde

begin
<!--terechtstellen/vervoeging-->
{{-nlverb-|terechtstellen|stel terecht|stelt terecht|stellen terecht|stelde terecht|stelden terecht|hebben|[[terechtgesteld]]|stelle terecht{{bijzin}} terechtstelle|||terechtstel|terechtstelt|terechtstellen|terechtstelde|terechtstelden}}
einde

begin
<!--teren/vervoeging-->
{{-nlverb-|teren|teer|teert|teren|teerde|teerden|hebben|[[geteerd]]|tere}}
einde

begin
<!--terroriseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|terroriseren|terroriseer|terroriseert|terroriseren|terroriseerde|terroriseerden|hebben|[[geterroriseerd]]|terrorisere}}
einde

begin
<!--terugkaatsen/vervoeging-->
{{-nlverb-|terugkaatsen|kaats terug|kaatst terug|kaatsen terug|kaatste terug|kaatsten terug|hebben|[[teruggekaatst]]|kaatse terug{{bijzin}} terugkaatse|||terugkaats|terugkaatst|terugkaatsen|terugkaatste|terugkaatsten}}
einde

begin
<!--terugleggen/vervoeging-->
{{-nlverb-|terugleggen|leg terug|legt terug|leggen terug|legde terug|legden terug|hebben|[[teruggelegd]]|legge terug{{bijzin}} teruglegge|||terugleg|teruglegt|terugleggen|teruglegde|teruglegden}}
einde

begin
<!--terugsturen/vervoeging-->
{{-nlverb-|terugsturen|stuur terug|stuurt terug|sturen terug|stuurde terug|stuurden terug|hebben|[[teruggestuurd]]|sture terug{{bijzin}} terugsture|||terugstuur|terugstuurt|terugsturen|terugstuurde|terugstuurden}}
einde

begin
<!--terugtreden/vervoeging-->
{{-nlverb-|terugtreden|treed terug|treedt terug|treden terug|trad terug|traden terug|zijn|[[teruggetreden]]|trede terug{{bijzin}} terugtrede||tradt terug|terugtreed|terugtreedt|terugtreden|terugtrad|terugtraden||terugtradt|erg=1}}
einde

begin
<!--terugvechten/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|prefix=terug|terugvechten|vecht|vecht|vechten|vocht|vochten||teruggevochten|vechte}}
einde

begin
<!--teweegbrengen/vervoeging-->
{{-nlverb-|teweegbrengen|breng teweeg|brengt teweeg|brengen teweeg|bracht teweeg|brachten teweeg|hebben|[[teweeggebracht]]|brenge teweeg{{bijzin}} teweegbrenge|||teweegbreng|teweegbrengt|teweegbrengen|teweegbracht|teweegbrachten}}
einde

begin
<!--tewerkstellen/vervoeging-->
{{-nlverb-|tewerkstellen|stel tewerk|stelt tewerk|stellen tewerk|stelde tewerk|stelden tewerk|hebben|[[tewerkgesteld]]|stelle tewerk{{bijzin}} tewerkstelle|||tewerkstel|tewerkstelt|tewerkstellen|tewerkstelde|tewerkstelden}}
einde

begin
<!--toegeven/vervoeging-->
{{-nlverb-|toegeven|geef toe|geeft toe|geven toe|gaf toe|gaven toe|hebben|[[toegegeven]]|geve toe{{bijzin}} toegeve||gaaft toe|toegeef|toegeeft|toegeven|toegaf|toegaven||toegaaft}}
einde

begin
<!--toejuichen/vervoeging-->
{{-nlverb-|toejuichen|juich toe|juicht toe|juichen toe|juichte toe|juichten toe|hebben|[[toegejuicht]]|juiche toe{{bijzin}} toejuiche|||toejuich|toejuicht|toejuichen|toejuichte|toejuichten}}
einde

begin
<!--toeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|toeren|toer|toert|toeren|toerde|toerden|zijn|[[getoerd]]|toere|erg=1}}
einde

begin
<!--toewensen/vervoeging-->
{{-nlverb-|toewensen|wens toe|wenst toe|wensen toe|wenste toe|wensten toe|hebben|[[toegewenst]]|wense toe{{bijzin}} toewense|||toewens|toewenst|toewensen|toewenste|toewensten|ditr=1}}
einde

begin
<!--tölten/vervoeging-->
{{-nlverb-|tölten|tölt|tölt|tölten|töltte|töltten|hebben|[[getölt]]|tölte}}
einde

begin
<!--tonnen/vervoeging-->
{{-nlverb-|tonnen|ton|tont|tonnen|tonde|tonden|hebben|[[getond]]|tonne}}
einde

begin
<!--tonsureren/vervoeging-->
{{-nlverb-|tonsureren|tonsureer|tonsureert|tonsureren|tonsureerde|tonsureerden|hebben|[[getonsureerd]]|tonsurere}}
einde

begin
<!--tooien/vervoeging-->
{{-nlverb-|tooien|tooi|tooit|tooien|tooide|tooiden|hebben|[[getooid]]|tooie}}
einde

begin
<!--totaliseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|totaliseren|totaliseer|totaliseert|totaliseren|totaliseerde|totaliseerden|hebben|[[getotaliseerd]]|totalisere}}
einde

begin
<!--traliën/vervoeging-->
{{-nlverb-|traliën|tralie|traliet|traliën|traliede|tralieden|hebben|[[getralied]]|tralië}}
einde

begin
<!--treiten/vervoeging-->
{{-nlverb-|treiten|treit|treit|treiten|treitte|treitten|hebben|[[getreit]]|treite}}
einde

begin
<!--trimmen/vervoeging-->
{{-nlverb-|trimmen|trim|trimt|trimmen|trimde|trimden|hebben|[[getrimd]]|trimme|onerg=1}}
einde

begin
<!--trompetteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|trompetteren|trompetter|trompettert|trompetteren|trompetterde|trompetterden|hebben|[[getrompetterd]]|trompettere}}
einde

begin
<!--turnen/vervoeging-->
{{-nlverb-|turnen|turn|turnt|turnen|turnde|turnden|hebben|[[geturnd]]|turne|onerg=1}}
einde

begin
<!--tutoyeren/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|tutoyeren|tutoyer|tutoyert|tutoyeren|tutoyeerde|tutoyeerden||getutoyeerd|tutoyere}}
einde

begin
<!--typeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|typeren|typeer|typeert|typeren|typeerde|typeerden|hebben|[[getypeerd]]|typere}}
einde

begin
<!--uitbuiten/vervoeging-->
{{-nlverb-|uitbuiten|buit uit|buit uit|buiten uit|buitte uit|buitten uit|hebben|[[uitgebuit]]|buite uit{{bijzin}} uitbuite|||uitbuit|uitbuit|uitbuiten|uitbuitte|uitbuitten}}
einde

begin
<!--uitdagen/vervoeging-->
{{-nlverb-|uitdagen|daag uit|daagt uit|dagen uit|daagde uit|daagden uit|hebben|[[uitgedaagd]]|dage uit{{bijzin}} uitdage|||uitdaag|uitdaagt|uitdagen|uitdaagde|uitdaagden}}
einde

begin
<!--uitgloeien/vervoeging-->
{{-nlverb-|uitgloeien|gloei uit|gloeit uit|gloeien uit|gloeide uit|gloeiden uit|hebben|[[uitgegloeid]]|gloeie uit{{bijzin}} uitgloeie|||uitgloei|uitgloeit|uitgloeien|uitgloeide|uitgloeiden}}
einde

begin
<!--uitjouwen/vervoeging-->
{{-nlverb-|uitjouwen|jouw uit|jouwt uit|jouwen uit|jouwde uit|jouwden uit|hebben|[[uitgejouwd]]|jouwe uit{{bijzin}} uitjouwe|||uitjouw|uitjouwt|uitjouwen|uitjouwde|uitjouwden}}
einde

begin
<!--uitpraten/vervoeging-->
{{-nlverb-|uitpraten|praat uit|praat uit|praten uit|praatte uit|praatten uit|hebben|[[uitgepraat]]|prate uit{{bijzin}} uitprate|||uitpraat|uitpraat|uitpraten|uitpraatte|uitpraatten}}
einde

begin
<!--uitrekken/vervoeging-->
{{-nlverb-|uitrekken|rek uit|rekt uit|rekken uit|rekte uit|rekten uit|hebben|[[uitgerekt]]|rekke uit{{bijzin}} uitrekke|||uitrek|uitrekt|uitrekken|uitrekte|uitrekten}}
einde

begin
<!--uitroepen/vervoeging-->
{{-nlverb-|uitroepen|roep uit|roept uit|roepen uit|riep uit|riepen uit|hebben|[[uitgeroepen]]|roepe uit{{bijzin}} uitroepe||riept uit|uitroep|uitroept|uitroepen|uitriep|uitriepen||uitriept}}
einde

begin
<!--uitschakelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|uitschakelen|schakel uit|schakelt uit|schakelen uit|schakelde uit|schakelden uit|hebben|[[uitgeschakeld]]|schakele uit{{bijzin}} uitschakele|||uitschakel|uitschakelt|uitschakelen|uitschakelde|uitschakelden}}
einde

begin
<!--uitsparen/vervoeging-->
{{-nlverb-|uitsparen|spaar uit|spaart uit|sparen uit|spaarde uit|spaarden uit|hebben|[[uitgespaard]]|spare uit{{bijzin}} uitspare|||uitspaar|uitspaart|uitsparen|uitspaarde|uitspaarden}}
einde

begin
<!--uittreden/vervoeging-->
{{-nlverb-|uittreden|treed uit|treedt uit|treden uit|trad uit|traden uit|zijn|[[uitgetreden]]|trede uit{{bijzin}} uittrede||tradt uit|uittreed|uittreedt|uittreden|uittrad|uittraden||uittradt|erg=1}}
einde

begin
<!--uitverdedigen/vervoeging-->
{{-nlverb-|uitverdedigen|verdedig uit|verdedigt uit|verdedigen uit|verdedigde uit|verdedigden uit|hebben|[[uitverdedigd]]|verdedige uit{{bijzin}} uitverdedige|||uitverdedig|uitverdedigt|uitverdedigen|uitverdedigde|uitverdedigden}}
einde

begin
<!--uitvoeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|uitvoeren|voer uit|voert uit|voeren uit|voerde uit|voerden uit|hebben|[[uitgevoerd]]|voere uit{{bijzin}} uitvoere|||uitvoer|uitvoert|uitvoeren|uitvoerde|uitvoerden}}
einde

begin
<!--uitvreten/vervoeging-->
{{-nlverb-|uitvreten|vreet uit|vreet uit|vreten uit|vrat uit|vraten uit|hebben|[[uitgevreten]]|vrete uit{{bijzin}} uitvrete|||uitvreet|uitvreet|uitvreten|uitvrat|uitvraten}}
einde

begin
<!--uitzakken/vervoeging-->
{{-nlverb-|uitzakken|zak uit|zakt uit|zakken uit|zakte uit|zakten uit|hebben|[[uitgezakt]]|zakke uit{{bijzin}} uitzakke|||uitzak|uitzakt|uitzakken|uitzakte|uitzakten}}
einde

begin
<!--uitzitten/vervoeging-->
{{-nlverb-|uitzitten|zit uit|zit uit|zitten uit|zat uit|zaten uit|hebben|[[uitgezeten]]|zitte uit{{bijzin}} uitzitte|||uitzit|uitzit|uitzitten|uitzat|uitzaten}}
einde

begin
<!--vaccineren/vervoeging-->
{{-nlverb-|vaccineren|vaccineer|vaccineert|vaccineren|vaccineerde|vaccineerden|hebben|[[gevaccineerd]]|vaccinere}}
einde

begin
<!--vastklampen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vastklampen|klamp vast|klampt vast|klampen vast|klampte vast|klampten vast|hebben|[[vastgeklampt]]|klampe vast{{bijzin}} vastklampe|||vastklamp|vastklampt|vastklampen|vastklampte|vastklampten}}
einde

begin
<!--vastleggen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vastleggen|leg vast|legt vast|leggen vast|legde vast|legden vast|hebben|[[vastgelegd]]|legge vast{{bijzin}} vastlegge|||vastleg|vastlegt|vastleggen|vastlegde|vastlegden|overg=1}}
{{-nlverb-reflex-|prefix=vast|vastleggen|leg|legt|leggen|legde|legden||vastgelegd|legge}}
einde

begin
<!--vastpakken/vervoeging-->
{{-nlverb-|vastpakken|pak vast|pakt vast|pakken vast|pakte vast|pakten vast|hebben|[[vastgepakt]]|pakke vast{{bijzin}} vastpakke|||vastpak|vastpakt|vastpakken|vastpakte|vastpakten}}
einde

begin
<!--vastspijkeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|vastspijkeren|spijker vast|spijkert vast|spijkeren vast|spijkerde vast|spijkerden vast|hebben|[[vastgespijkerd]]|spijkere vast{{bijzin}} vastspijkere|||vastspijker|vastspijkert|vastspijkeren|vastspijkerde|vastspijkerden}}
einde

begin
<!--vaststaan/vervoeging-->
{{-nlverb-|vaststaan|sta vast|staat vast|staan vast|stond vast|stonden vast|hebben|[[vastgestaan]]|sta vast{{bijzin}} vaststa||stondt vast|vaststa|vaststaat|vaststaan|vaststond|vaststonden||vaststondt}}
einde

begin
<!--velen/vervoeging-->
{{-nlverb-|velen|veel|veelt|velen|veelde|veelden|hebben|[[geveeld]]|vele}}
einde

begin
<!--vellen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vellen|vel|velt|vellen|velde|velden|hebben|[[geveld]]|velle}}
einde

begin
<!--ventileren/vervoeging-->
{{-nlverb-|ventileren|ventileer|ventileert|ventileren|ventileerde|ventileerden|hebben|[[geventileerd]]|ventilere}}
einde

begin
<!--veraangenamen/vervoeging-->
{{-nlverb-|veraangenamen|veraangenaam|veraangenaamt|veraangenamen|veraangenaamde|veraangenaamden|hebben|[[veraangenaamd]]|veraangename}}
einde

begin
<!--verachtvoudigen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verachtvoudigen|verachtvoudig|verachtvoudigt|verachtvoudigen|verachtvoudigde|verachtvoudigden|{{hebben-zijn}}|[[verachtvoudigd]]|verachtvoudige|overg=1|erg=1}}
{{refs}}
einde

begin
<!--verafgoden/vervoeging-->
{{-nlverb-|verafgoden|verafgood|verafgoodt|verafgoden|verafgoodde|verafgoodden|hebben|[[verafgood]]|verafgode}}
einde

begin
<!--veramerikaansen/vervoeging-->
{{-nlverb-|veramerikaansen|veramerikaans|veramerikaanst|veramerikaansen|veramerikaanste|veramerikaansten|hebben|[[veramerikaanst]]|veramerikaanse}}
einde

begin
<!--verarmen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verarmen|verarm|verarmt|verarmen|verarmde|verarmden|zijn|[[verarmd]]|verarme|erg=1}}
einde

begin
<!--verbaliseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|verbaliseren|verbaliseer|verbaliseert|verbaliseren|verbaliseerde|verbaliseerden|hebben|[[geverbaliseerd]]|verbalisere}}
einde

begin
<!--verbasteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|verbasteren|verbaster|verbastert|verbasteren|verbasterde|verbasterden|hebben|[[verbasterd]]|verbastere}}
einde

begin
<!--verbazen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verbazen|verbaas|verbaast|verbazen|verbaasde|verbaasden|hebben|[[verbaasd]]|verbaze|overg=1}}
{{-nlverb-reflex-|verbazen|verbaas|verbaast|verbazen|verbaasde|verbaasden||verbaasd|verbaze}}
einde

begin
<!--verbeelden/vervoeging-->
{{-nlverb-|verbeelden|verbeeld|verbeeldt|verbeelden|verbeeldde|verbeeldden|hebben|[[verbeeld]]|verbeelde|overg=1}}
{{-nlverb-reflex-|verbeelden|verbeeld|verbeeldt|verbeelden|verbeeldde|verbeeldden||verbeeld|verbeelde}}
einde

begin
<!--verbeuzelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verbeuzelen|verbeuzel|verbeuzelt|verbeuzelen|verbeuzelde|verbeuzelden|hebben|[[verbeuzeld]]|verbeuzele}}
einde

begin
<!--verbidden/vervoeging-->
{{-nlverb-|verbidden|verbid|verbidt|verbidden|verbad|verbaden|hebben|[[verbeden]]|verbidde||verbadt}}
einde

begin
<!--verbijsteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|verbijsteren|verbijster|verbijstert|verbijsteren|verbijsterde|verbijsterden|hebben|[[verbijsterd]]|verbijstere}}
einde

begin
<!--verbitteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|verbitteren|verbitter|verbittert|verbitteren|verbitterde|verbitterden|hebben|[[verbitterd]]|verbittere}}
einde

begin
<!--verbleken/vervoeging-->
{{-nlverb-|verbleken|verbleek|verbleekt|verbleken|verbleekte|verbleekten|zijn|[[verbleekt]]|verbleke|erg=1}}
einde

begin
<!--verblijden/vervoeging-->
{{-nlverb-|verblijden|verblijd|verblijdt|verblijden|verblijdde|verblijdden|hebben|[[verblijd]]|verblijde}}
einde

begin
<!--verbluffen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verbluffen|verbluf|verbluft|verbluffen|verblufte|verbluften|hebben|[[verbluft]]|verbluffe}}
einde

begin
<!--verbrijzelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verbrijzelen|verbrijzel|verbrijzelt|verbrijzelen|verbrijzelde|verbrijzelden|hebben|[[verbrijzeld]]|verbrijzele}}
einde

begin
<!--verdampen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verdampen|verdamp|verdampt|verdampen|verdampte|verdampten|zijn|[[verdampt]]|verdampe|erg=1}}
einde

begin
<!--verduidelijken/vervoeging-->
{{-nlverb-|verduidelijken|verduidelijk|verduidelijkt|verduidelijken|verduidelijkte|verduidelijkten|hebben|[[verduidelijkt]]|verduidelijke}}
einde

begin
<!--verdunnen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verdunnen|verdun|verdunt|verdunnen|verdunde|verdunden|{{hebben-zijn}}|[[verdund]]|verdunne|overg=1|erg=1}}
{{refs}}
einde

begin
<!--verduren/vervoeging-->
{{-nlverb-|verduren|verduur|verduurt|verduren|verduurde|verduurden|hebben|[[verduurd]]|verdure}}
einde

begin
<!--veredelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|veredelen|veredel|veredelt|veredelen|veredelde|veredelden|hebben|[[veredeld]]|veredele}}
einde

begin
<!--vereelten/vervoeging-->
{{-nlverb-|vereelten|vereelt|vereelt|vereelten|vereeltte|vereeltten|hebben|[[vereelt]]|vereelte}}
einde

begin
<!--verfijnen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verfijnen|verfijn|verfijnt|verfijnen|verfijnde|verfijnden|hebben|[[verfijnd]]|verfijne}}
einde

begin
<!--verfraaien/vervoeging-->
{{-nlverb-|verfraaien|verfraai|verfraait|verfraaien|verfraaide|verfraaiden|hebben|[[verfraaid]]|verfraaie}}
einde

begin
<!--vergapen/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|vergapen|vergaap|vergaapt|vergapen|vergaapte|vergaapten||vergaapt|vergape}}
einde

begin
<!--vergasten/vervoeging-->
{{-nlverb-|vergasten|vergast|vergast|vergasten|vergastte|vergastten|hebben|[[vergast]]|vergaste}}
einde

begin
<!--vergelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vergelen|vergeel|vergeelt|vergelen|vergeelde|vergeelden|zijn|[[vergeeld]]|vergele|erg=1}}
einde

begin
<!--vergokken/vervoeging-->
{{-nlverb-|vergokken|vergok|vergokt|vergokken|vergokte|vergokten|hebben|[[vergokt]]|vergokke}}
einde

begin
<!--verhandelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verhandelen|verhandel|verhandelt|verhandelen|verhandelde|verhandelden|hebben|[[verhandeld]]|verhandele}}
einde

begin
<!--verhevigen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verhevigen|verhevig|verhevigt|verhevigen|verhevigde|verhevigden|hebben|[[verhevigd]]|verhevige}}
einde

begin
<!--verhoren/vervoeging-->
{{-nlverb-|verhoren|verhoor|verhoort|verhoren|verhoorde|verhoorden|hebben|[[verhoord]]|verhore}}
einde

begin
<!--verhullen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verhullen|verhul|verhult|verhullen|verhulde|verhulden|hebben|[[verhuld]]|verhulle}}
einde

begin
<!--verjongen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verjongen|verjong|verjongt|verjongen|verjongde|verjongden|hebben|[[verjongd]]|verjonge}}
einde

begin
<!--verkalken/vervoeging-->
{{-nlverb-|verkalken|verkalk|verkalkt|verkalken|verkalkte|verkalkten|hebben|[[verkalkt]]|verkalke}}
einde

begin
<!--verkegelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verkegelen|verkegel|verkegelt|verkegelen|verkegelde|verkegelden|hebben|[[verkegeld]]|verkegele}}
einde

begin
<!--verkennen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verkennen|verken|verkent|verkennen|verkende|verkenden|hebben|[[verkend]]|verkenne}}
einde

begin
<!--verkeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|verkeren|verkeer|verkeert|verkeren|verkeerde|verkeerden|hebben|[[verkeerd]]|verkere|onerg=1}}
einde

begin
<!--verkorten/vervoeging-->
{{-nlverb-|verkorten|verkort|verkort|verkorten|verkortte|verkortten|hebben|[[verkort]]|verkorte}}
einde

begin
<!--verkrampen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verkrampen|verkramp|verkrampt|verkrampen|verkrampte|verkrampten|hebben|[[verkrampt]]|verkrampe}}
einde

begin
<!--verkroppen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verkroppen|verkrop|verkropt|verkroppen|verkropte|verkropten|hebben|[[verkropt]]|verkroppe}}
einde

begin
<!--verkruimelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verkruimelen|verkruimel|verkruimelt|verkruimelen|verkruimelde|verkruimelden|hebben|[[verkruimeld]]|verkruimele}}
einde

begin
<!--verkwisten/vervoeging-->
{{-nlverb-|verkwisten|verkwist|verkwist|verkwisten|verkwistte|verkwistten|hebben|[[verkwist]]|verkwiste}}
einde

begin
<!--verlichten/vervoeging-->
{{-nlverb-|verlichten|verlicht|verlicht|verlichten|verlichtte|verlichtten|hebben|[[verlicht]]|verlichte}}
einde

begin
<!--verloven/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|verloven|verloof|verlooft|verloven|verloofde|verloofden||verloofd|verlove}}
einde

begin
<!--vermeerderen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vermeerderen|vermeerder|vermeerdert|vermeerderen|vermeerderde|vermeerderden|hebben|[[vermeerderd]]|vermeerdere}}
einde

begin
<!--vermelden/vervoeging-->
{{-nlverb-|vermelden|vermeld|vermeldt|vermelden|vermeldde|vermeldden|hebben|[[vermeld]]|vermelde}}
einde

begin
<!--vermolmen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vermolmen|vermolm|vermolmt|vermolmen|vermolmde|vermolmden|zijn|[[vermolmd]]|vermolme|erg=1}}
einde

begin
<!--vermommen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vermommen|vermom|vermomt|vermommen|vermomde|vermomden|hebben|[[vermomd]]|vermomme|overg=1}}
{{-nlverb-reflex-|vermommen|vermom|vermomt|vermommen|vermomde|vermomden||vermomd|vermomme}}
einde

begin
<!--vernagelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vernagelen|vernagel|vernagelt|vernagelen|vernagelde|vernagelden|hebben|[[vernageld]]|vernagele}}
einde

begin
<!--vernederen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vernederen|verneder|vernedert|vernederen|vernederde|vernederden|hebben|[[vernederd]]|vernedere}}
einde

begin
<!--vernissen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vernissen|vernis|vernist|vernissen|verniste|vernisten|hebben|[[gevernist]]|vernisse}}
einde

begin
<!--verontrusten/vervoeging-->
{{-nlverb-|verontrusten|verontrust|verontrust|verontrusten|verontrustte|verontrustten|hebben|[[verontrust]]|verontruste}}
einde

begin
<!--veroordelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|veroordelen|veroordeel|veroordeelt|veroordelen|veroordeelde|veroordeelden|hebben|[[veroordeeld]]|veroordele}}
einde

begin
<!--verordenen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verordenen|verorden|verordent|verordenen|verordende|verordenden|hebben|[[verordend]]|verordene|onerg=1}}
einde

begin
<!--verpesten/vervoeging-->
{{-nlverb-|verpesten|verpest|verpest|verpesten|verpestte|verpestten|hebben|[[verpest]]|verpeste}}
einde

begin
<!--verrichten/vervoeging-->
{{-nlverb-|verrichten|verricht|verricht|verrichten|verrichtte|verrichtten|hebben|[[verricht]]|verrichte}}
einde

begin
<!--verrijken/vervoeging-->
{{-nlverb-|verrijken|verrijk|verrijkt|verrijken|verrijkte|verrijkten|hebben|[[verrijkt]]|verrijke}}
einde

begin
<!--verruimen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verruimen|verruim|verruimt|verruimen|verruimde|verruimden|hebben|[[verruimd]]|verruime|overg=1}}
{{-nlverb-reflex-|verruimen|verruim|verruimt|verruimen|verruimde|verruimden||verruimd|verruime}}
einde

begin
<!--verrukken/vervoeging-->
{{-nlverb-|verrukken|verruk|verrukt|verrukken|verrukte|verrukten|hebben|[[verrukt]]|verrukke}}
einde

begin
<!--verschroeien/vervoeging-->
{{-nlverb-|verschroeien|verschroei|verschroeit|verschroeien|verschroeide|verschroeiden|hebben|[[verschroeid]]|verschroeie}}
einde

begin
<!--verschrompelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verschrompelen|verschrompel|verschrompelt|verschrompelen|verschrompelde|verschrompelden|zijn|[[verschrompeld]]|verschrompele|erg=1}}
einde

begin
<!--versperren/vervoeging-->
{{-nlverb-|versperren|versper|verspert|versperren|versperde|versperden|hebben|[[versperd]]|versperre}}
einde

begin
<!--versplinteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|versplinteren|versplinter|versplintert|versplinteren|versplinderde|versplinderden|hebben|[[versplinderd]]|versplintere}}
einde

begin
<!--versteken/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|versteken|versteek|versteekt|versteken|verstak|verstaken||verstoken|versteke||verstaakt}}
einde

begin
<!--verstommen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verstommen|verstom|verstomt|verstommen|verstomde|verstomden|hebben|[[verstomd]]|verstomme}}
einde

begin
<!--verstuiken/vervoeging-->
{{-nlverb-|verstuiken|verstuik|verstuikt|verstuiken|verstuikte|verstuikten|hebben|[[verstuikt]]|verstuike}}
einde

begin
<!--versuffen/vervoeging-->
{{-nlverb-|versuffen|versuf|versuft|versuffen|versufte|versuften|hebben|[[versuft]]|versuffe}}
einde

begin
<!--vertederen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vertederen|verteder|vertedert|vertederen|vertederde|vertederden|hebben|[[vertederd]]|vertedere}}
einde

begin
<!--vervlieten/vervoeging-->
{{-nlverb-|vervlieten|vervliet|vervliet|vervlieten|vervloot|vervloten|hebben|[[vervloten]]|vervliete}}
einde

begin
<!--vervolmaken/vervoeging-->
{{-nlverb-|vervolmaken|vervolmaak|vervolmaakt|vervolmaken|vervolmaakte|vervolmaakten|hebben|[[vervolmaakt]]|vervolmake}}
einde

begin
<!--vervreemden/vervoeging-->
{{-nlverb-|vervreemden|vervreemd|vervreemdt|vervreemden|vervreemdde|vervreemdden|hebben|[[vervreemd]]|vervreemde}}
einde

begin
<!--vervroegen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vervroegen|vervroeg|vervroegt|vervroegen|vervroegde|vervroegden|hebben|[[vervroegd]]|vervroege}}
einde

begin
<!--verwateren/vervoeging-->
{{-nlverb-|verwateren|verwater|verwatert|verwateren|verwaterde|verwaterden|hebben|[[verwaterd]]|verwatere}}
einde

begin
<!--verweken/vervoeging-->
{{-nlverb-|verweken|verweek|verweekt|verweken|verweekte|verweekten|{{hebben-zijn}}|[[verweekt]]|verweke|overg=1|erg=1}}
{{refs}}
einde

begin
<!--verwekken/vervoeging-->
{{-nlverb-|verwekken|verwek|verwekt|verwekken|verwekte|verwekten|hebben|[[verwekt]]|verwekke}}
einde

begin
<!--verwijten/vervoeging-->
{{-nlverb-|verwijten|verwijt|verwijt|verwijten|verweet|verweten|hebben|[[verweten]]|verwijte|ditr=1}}
einde

begin
<!--verwisselen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verwisselen|verwissel|verwisselt|verwisselen|verwisselde|verwisselden|hebben|[[verwisseld]]|verwissele}}
einde

begin
<!--verwoesten/vervoeging-->
{{-nlverb-|verwoesten|verwoest|verwoest|verwoesten|verwoestte|verwoestten|hebben|[[verwoest]]|verwoeste}}
einde

begin
<!--verwoorden/vervoeging-->
{{-nlverb-|verwoorden|verwoord|verwoordt|verwoorden|verwoordde|verwoordden|hebben|[[verwoord]]|verwoorde}}
einde

begin
<!--verworden/vervoeging-->
{{-nlverb-|verworden|verword|verwordt|verworden|verwerd|verwerden|zijn|[[verworden]]|verworde||verwerdt|erg=1}}
einde

begin
<!--verzachten/vervoeging-->
{{-nlverb-|verzachten|verzacht|verzacht|verzachten|verzachte|verzachten|hebben|[[verzacht]]|verzachte}}
einde

begin
<!--verzadigen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verzadigen|verzadig|verzadigt|verzadigen|verzadigde|verzadigden|hebben|[[verzadigd]]|verzadige}}
einde

begin
<!--verzekeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|verzekeren|verzeker|verzekert|verzekeren|verzekerde|verzekerden|hebben|[[verzekerd]]|verzekere}}
einde

begin
<!--verzengen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verzengen|verzeng|verzengt|verzengen|verzengde|verzengden|hebben|[[verzengd]]|verzenge}}
einde

begin
<!--verzoenen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verzoenen|verzoen|verzoent|verzoenen|verzoende|verzoenden|hebben|[[verzoend]]|verzoene}}
einde

begin
<!--verzorgen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verzorgen|verzorg|verzorgt|verzorgen|verzorgde|verzorgden|hebben|[[verzorgd]]|verzorge}}
einde

begin
<!--verzuimen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verzuimen|verzuim|verzuimt|verzuimen|verzuimde|verzuimden|hebben|[[verzuimd]]|verzuime}}
einde

begin
<!--verzuren/vervoeging-->
{{-nlverb-|verzuren|verzuur|verzuurt|verzuren|verzuurde|verzuurden|zijn|[[verzuurd]]|verzure|erg=1}}
einde

begin
<!--verzwaren/vervoeging-->
{{-nlverb-|verzwaren|verzwaar|verzwaart|verzwaren|verzwaarde|verzwaarden|hebben|[[verzwaard]]|verzware}}
einde

begin
<!--verzwelgen/vervoeging-->
{{-nlverb-|verzwelgen|verzwelg|verzwelgt|verzwelgen|verzwolg|verzwolgen|hebben|[[verzwolgen]]|verzwelge||verzwolgt}}
einde

begin
<!--vigeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|vigeren|vigeer|vigeert|vigeren|vigeerde|vigeerden|hebben|[[gevigeerd]]|vigere}}
einde

begin
<!--villen/vervoeging-->
{{-nlverb-|villen|vil|vilt|villen|vilde|vilden|hebben|[[gevild]]|ville}}
einde

begin
<!--viseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|viseren|viseer|viseert|viseren|viseerde|viseerden|hebben|[[geviseerd]]|visere}}
einde

begin
<!--vlakken/vervoeging-->
{{-nlverb-|vlakken|vlak|vlakt|vlakken|vlakte|vlakten|hebben|[[gevlakt]]|vlakke}}
einde

begin
<!--vlammen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vlammen|vlam|vlamt|vlammen|vlamde|vlamden|hebben|[[gevlamd]]|vlamme}}
einde

begin
<!--vloeken/vervoeging-->
{{-nlverb-|vloeken|vloek|vloekt|vloeken|vloekte|vloekten|hebben|[[gevloekt]]|vloeke}}
einde

begin
<!--volkomen/vervoeging-->
{{-nlverb-|volkomen|kom vol|komt vol|komen vol|kwam vol|kwamen vol|zijn|[[volgekomen]]|kome vol{{bijzin}} volkome||kwaamt vol|volkom|volkomt|volkomen|volkwam|volkwamen||volkwaamt|erg=1}}
einde

begin
<!--volproppen/vervoeging-->
{{-nlverb-|volproppen|prop vol|propt vol|proppen vol|propte vol|propten vol|hebben|[[volgepropt]]|proppe vol{{bijzin}} volproppe|||volprop|volpropt|volproppen|volpropte|volpropten}}
einde

begin
<!--volstaan/vervoeging-->
{{-nlverb-|volstaan|volsta|volstaat|volstaan|volstond|volstonden|hebben|[[volstaan]]|volsta||volstondt}}
einde

begin
<!--volstrekken/vervoeging-->
{{-nlverb-|volstrekken|volstrek|volstrekt|volstrekken|volstrekte|volstrekten|hebben|[[volstrekt]]|volstrekke}}
einde

begin
<!--vonken/vervoeging-->
{{-nlverb-|vonken|vonk|vonkt|vonken|vonkte|vonkten|zijn|[[gevonkt]]|vonke|erg=1}}
einde

begin
<!--vonnissen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vonnissen|vonnis|vonnist|vonnissen|vonniste|vonnisten|hebben|[[gevonnist]]|vonnisse|onerg=1}}
einde

begin
<!--voorbehouden/vervoeging-->
{{-nlverb-|voorbehouden|behoud voor|behoudt voor|behouden voor|behield voor|behielden voor|hebben|[[voorbehouden]]|behoude voor{{bijzin}} voorbehoude||behieldt voor|voorbehoud|voorbehoudt|voorbehouden|voorbehield|voorbehielden||voorbehieldt|overg=1}}
{{-nlverb-reflex-|prefix=voor|voorbehouden|behoud|behoudt|behouden|behield|behielden||voorbehouden|behoude||behieldt}}
einde

begin
<!--voorbijstreven/vervoeging-->
{{-nlverb-|voorbijstreven|streef voorbij|streeft voorbij|streven voorbij|streefde voorbij|streefden voorbij|hebben|[[voorbijgestreefd]]|streve voorbij{{bijzin}} voorbijstreve|||voorbijstreef|voorbijstreeft|voorbijstreven|voorbijstreefde|voorbijstreefden}}
einde

begin
<!--voorlichten/vervoeging-->
{{-nlverb-|voorlichten|licht voor|licht voor|lichten voor|lichtte voor|lichtten voor|hebben|[[voorgelicht]]|lichte voor{{bijzin}} voorlichte|||voorlicht|voorlicht|voorlichten|voorlichtte|voorlichtten}}
einde

begin
<!--vooronderstellen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vooronderstellen|vooronderstel|vooronderstelt|vooronderstellen|vooronderstelde|vooronderstelden|hebben|[[voorondersteld]]|vooronderstelle}}
einde

begin
<!--voortborduren/vervoeging-->
{{-nlverb-|voortborduren|borduur voort|borduurt voort|borduren voort|borduurde voort|borduurden voort|hebben|[[voortgeborduurd]]|bordure voort{{bijzin}} voortbordure|||voortborduur|voortborduurt|voortborduren|voortborduurde|voortborduurden}}
einde

begin
<!--voortdrijven/vervoeging-->
{{-nlverb-|voortdrijven|drijf voort|drijft voort|drijven voort|dreef voort|dreven voort|hebben|[[voortgedreven]]|drijve voort{{bijzin}} voortdrijve||dreeft voort|voortdrijf|voortdrijft|voortdrijven|voortdreef|voortdreven||voortdreeft}}
einde

begin
<!--voortkomen/vervoeging-->
{{-nlverb-|voortkomen|kom voort|komt voort|komen voort|kwam voort|kwamen voort|zijn|[[voortgekomen]]|kome voort{{bijzin}} voortkome||kwaamt voort|voortkom|voortkomt|voortkomen|voortkwam|voortkwamen||voortkwaamt|erg=1}}
einde

begin
<!--voortmaken/vervoeging-->
{{-nlverb-|voortmaken|maak voort|maakt voort|maken voort|maakte voort|maakten voort|hebben|[[voortgemaakt]]|make voort{{bijzin}} voortmake|||voortmaak|voortmaakt|voortmaken|voortmaakte|voortmaakten|onerg=1}}
einde

begin
<!--voortrekken/vervoeging-->
{{-nlverb-|voortrekken|trek voor|trekt voor|trekken voor|trok voor|trokken voor|hebben|[[voorgetrokken]]|trekke voor{{bijzin}} voortrekke||trokt voor|voortrek|voortrekt|voortrekken|voortrok|voortrokken||voortrokt}}
einde

begin
<!--voortsjokken/vervoeging-->
{{-nlverb-|voortsjokken|sjok voort|sjokt voort|sjokken voort|sjokte voort|sjokten voort|zijn|[[voortgesjokt]]|sjokke voort{{bijzin}} voortsjokke|||voortsjok|voortsjokt|voortsjokken|voortsjokte|voortsjokten|erg=1}}
einde

begin
<!--vooruitbetalen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vooruitbetalen|betaal vooruit|betaalt vooruit|betalen vooruit|betaalde vooruit|betaalden vooruit|hebben|[[vooruitbetaald]]|betale vooruit{{bijzin}} vooruitbetale|||vooruitbetaal|vooruitbetaalt|vooruitbetalen|vooruitbetaalde|vooruitbetaalden}}
einde

begin
<!--vooruitgaan/vervoeging-->
{{-nlverb-|vooruitgaan|ga vooruit|gaat vooruit|gaan vooruit|ging vooruit|gingen vooruit|zijn|[[vooruitgegaan]]|ga vooruit{{bijzin}} vooruitga||gingt vooruit|vooruitga|vooruitgaat|vooruitgaan|vooruitging|vooruitgingen||vooruitgingt|erg=1}}
einde

begin
<!--vooruitkomen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vooruitkomen|kom vooruit|komt vooruit|komen vooruit|kwam vooruit|kwamen vooruit|zijn|[[vooruitgekomen]]|kome vooruit{{bijzin}} vooruitkome||kwaamt vooruit|vooruitkom|vooruitkomt|vooruitkomen|vooruitkwam|vooruitkwamen||vooruitkwaamt|erg=1}}
einde

begin
<!--vorderen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vorderen|vorder|vordert|vorderen|vorderde|vorderden|{{hebben-zijn}}|[[gevorderd]]|vordere|overg=1|erg=1}}
{{refs}}
einde

begin
<!--vormen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vormen|vorm|vormt|vormen|vormde|vormden|hebben|[[gevormd]]|vorme}}
einde

begin
<!--vossen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vossen|vos|vost|vossen|voste|vosten|hebben|[[gevost]]|vosse}}
einde

begin
<!--vrijstellen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vrijstellen|stel vrij|stelt vrij|stellen vrij|stelde vrij|stelden vrij|hebben|[[vrijgesteld]]|stelle vrij{{bijzin}} vrijstelle|||vrijstel|vrijstelt|vrijstellen|vrijstelde|vrijstelden}}
einde

begin
<!--vroegkosten/vervoeging-->
{{-nlverb-|vroegkosten|vroegkost|vroegkost|vroegkosten|vroegkoste|vroegkosten|hebben|[[vroegkostten]]|vroegkoste||vroegkostet}}
einde

begin
<!--vroegmalen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vroegmalen|vroegmaal|vroegmaalt|vroegmalen|vroegmaalde|vroegmaalden|hebben|[[vroegmaalden]]|vroegmale||vroegmaaldet}}
einde

begin
<!--vroegschaffen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vroegschaffen|vroegschaf|vroegschaft|vroegschaffen|vroegschafte|vroegschaften|hebben|[[vroegschaften]]|vroegschaffe||vroegschaftet}}
einde

begin
<!--vroegsoppen/vervoeging-->
{{-nlverb-|vroegsoppen|vroegsop|vroegsopt|vroegsoppen|vroegsopte|vroegsopten|hebben|[[vroegsopten]]|vroegsoppe||vroegsoptet}}
einde

begin
<!--vroegstukken/vervoeging-->
{{-nlverb-|vroegstukken|vroegstuk|vroegstukt|vroegstukken|vroegstukte|vroegstukten|hebben|[[vroegstukten]]|vroegstukke||vroegstuktet}}
einde

begin
<!--vulgariseren/vervoeging-->
{{-nlverb-|vulgariseren|vulgariseer|vulgariseert|vulgariseren|vulgariseerde|vulgariseerden|hebben|[[gevulgariseerd]]|vulgarisere}}
einde

begin
<!--waaieren/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|waaieren|waaier|waaiert|waaieren|waaierde|waaierden||gewaaierd|waaiere}}
einde

begin
<!--waden/vervoeging-->
{{-nlverb-|waden|waad|waadt|waden|waadde|waadden|hebben|[[gewaad]]|wade}}
einde

begin
<!--walgen/vervoeging-->
{{-nlverb-|walgen|walg|walgt|walgen|walgde|walgden|hebben|[[gewalgd]]|walge}}
einde

begin
<!--wammen/vervoeging-->
{{-nlverb-|wammen|wam|wamt|wammen|wamde|wamden|hebben|[[gewamd]]|wamme}}
einde

begin
<!--wanen/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|wanen|waan|waant|wanen|waande|waanden||gewaand|wane}}
einde

begin
<!--wankelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|wankelen|wankel|wankelt|wankelen|wankelde|wankelden|{{hebben-zijn|inerg=a}}|[[gewankeld]]|wankele|onerg=1}}
{{refs}}
einde

begin
<!--wantrouwen/vervoeging-->
{{-nlverb-|wantrouwen|wantrouw|wantrouwt|wantrouwen|wantrouwde|wantrouwden|hebben|[[gewantrouwd]]|wantrouwe}}
einde

begin
<!--wapenen/vervoeging-->
{{-nlverb-reflex-|wapenen|wapen|wapent|wapenen|wapende|wapenden||gewapend|wapene}}
einde

begin
<!--wapperen/vervoeging-->
{{-nlverb-|wapperen|wapper|wappert|wapperen|wapperde|wapperden|hebben|[[gewapperd]]|wappere|onerg=1}}
einde

begin
<!--waren/vervoeging-->
{{-nlverb-|waren|waar|waart|waren|waarde|waarden|zijn|[[gewaard]]|ware|erg=1}}
einde

begin
<!--watteren/vervoeging-->
{{-nlverb-|watteren|watteer|watteert|watteren|watteerde|watteerden|hebben|[[gewatteerd]]|wattere}}
einde

begin
<!--weeromkeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|weeromkeren|keer weerom|keert weerom|keren weerom|keerde weerom|keerden weerom|zijn|[[weeromgekeerd]]|kere weerom{{bijzin}} weeromkere|||weeromkeer|weeromkeert|weeromkeren|weeromkeerde|weeromkeerden|erg=1}}
einde

begin
<!--weerspiegelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|weerspiegelen|weerspiegel|weerspiegelt|weerspiegelen|weerspiegelde|weerspiegelden|hebben|[[weerspiegeld]]|weerspiegele}}
einde

begin
<!--wegdoen/vervoeging-->
{{-nlverb-|wegdoen|do weg|dot weg|doen weg|deed weg|deden weg|hebben|[[weggedaan]]|doe weg{{bijzin}} wegdoe||deedt weg|wegdo|wegdot|wegdoen|wegdeed|wegdeden||wegdeedt}}
einde

begin
<!--wegebben/vervoeging-->
{{-nlverb-|wegebben|eb weg|ebt weg|ebben weg|ebde weg|ebden weg|zijn|[[weggeëbd]]|ebbe weg{{bijzin}} wegebbe|||wegeb|wegebt|wegebben|wegebde|wegebden|erg=1}}
einde

begin
<!--weghalen/vervoeging-->
{{-nlverb-|weghalen|haal weg|haalt weg|halen weg|haalde weg|haalden weg|hebben|[[weggehaald]]|hale weg{{bijzin}} weghale|||weghaal|weghaalt|weghalen|weghaalde|weghaalden}}
einde

begin
<!--wegkijken/vervoeging-->
{{-nlverb-|wegkijken|kijk weg|kijkt weg|kijken weg|keek weg|keken weg|hebben|[[weggekeken]]|kijke weg{{bijzin}} wegkijke||keekt weg|wegkijk|wegkijkt|wegkijken|wegkeek|wegkeken||wegkeekt|onerg=1}}
einde

begin
<!--wegslingeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|wegslingeren|slinger weg|slingert weg|slingeren weg|slingerde weg|slingerden weg|hebben|[[weggeslingerd]]|slingere weg{{bijzin}} wegslingere|||wegslinger|wegslingert|wegslingeren|wegslingerde|wegslingerden}}
einde

begin
<!--wegsluipen/vervoeging-->
{{-nlverb-|wegsluipen|sluip weg|sluipt weg|sluipen weg|sloop weg|slopen weg|zijn|[[weggeslopen]]|sluipe weg{{bijzin}} wegsluipe||sloopt weg|wegsluip|wegsluipt|wegsluipen|wegsloop|wegslopen||wegsloopt|erg=1}}
einde

begin
<!--wegvagen/vervoeging-->
{{-nlverb-|wegvagen|vaag weg|vaagt weg|vagen weg|vaagde weg|vaagden weg|hebben|[[weggevaagd]]|vage weg{{bijzin}} wegvage|||wegvaag|wegvaagt|wegvagen|wegvaagde|wegvaagden}}
einde

begin
<!--wegvoeren/vervoeging-->
{{-nlverb-|wegvoeren|voer weg|voert weg|voeren weg|voerde weg|voerden weg|hebben|[[weggevoerd]]|voere weg{{bijzin}} wegvoere|||wegvoer|wegvoert|wegvoeren|wegvoerde|wegvoerden}}
einde

begin
<!--wegzetten/vervoeging-->
{{-nlverb-|wegzetten|zet weg|zet weg|zetten weg|zette weg|zetten weg|hebben|[[weggezet]]|zette weg{{bijzin}} wegzette|||wegzet|wegzet|wegzetten|wegzette|wegzetten}}
einde

begin
<!--weiden/vervoeging-->
{{-nlverb-|weiden|weid|weidt|weiden|weidde|weidden|hebben|[[geweid]]|weide}}
einde

begin
<!--welvaren/vervoeging-->
{{-nlverb-|welvaren|vaar wel|vaart wel|varen wel|voer wel|voeren wel|zijn|[[welgevaren]]|vare wel{{bijzin}} welvare||voert wel|welvaar|welvaart|welvaren|welvoer|welvoeren||welvoert|erg=1}}
einde

begin
<!--wenen/vervoeging-->
{{-nlverb-|wenen|ween|weent|wenen|weende|weenden|hebben|[[geweend]]|wene}}
einde

begin
<!--wenken/vervoeging-->
{{-nlverb-|wenken|wenk|wenkt|wenken|wenkte|wenkten|hebben|[[gewenkt]]|wenke}}
einde

begin
<!--weren/vervoeging-->
{{-nlverb-|weren|weer|weert|weren|weerde|weerden|hebben|[[geweerd]]|were}}
einde

begin
<!--wieden/vervoeging-->
{{-nlverb-|wieden|wied|wiedt|wieden|wiedde|wiedden|hebben|[[gewied]]|wiede}}
einde

begin
<!--wijken/vervoeging-->
{{-nlverb-|wijken|wijk|wijkt|wijken|week|weken|zijn|[[geweken]]|wijke||weekt|erg=1}}
einde

begin
<!--winkelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|winkelen|winkel|winkelt|winkelen|winkelde|winkelden|hebben|[[gewinkeld]]|winkele}}
einde

begin
<!--zaligen/vervoeging-->
{{-nlverb-|zaligen|zalig|zaligt|zaligen|zaligde|zaligden|hebben|[[gezaligd]]|zalige}}
einde

begin
<!--zamelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|zamelen|zamel|zamelt|zamelen|zamelde|zamelden|hebben|[[gezameld]]|zamele}}
einde

begin
<!--zanden/vervoeging-->
{{-nlverb-|zanden|zand|zandt|zanden|zandde|zandden|hebben|[[gezand]]|zande}}
einde

begin
<!--zegelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|zegelen|zegel|zegelt|zegelen|zegelde|zegelden|hebben|[[gezegeld]]|zegele}}
einde

begin
<!--ziegezagen/vervoeging-->
{{-nlverb-|ziegezagen|ziegezaag|ziegezaagt|ziegezagen|ziegezaagde|ziegezaagden|hebben|[[geziegezaagd]]|ziegezage}}
einde

begin
<!--zieltogen/vervoeging-->
{{-nlverb-|zieltogen|zieltoog|zieltoogt|zieltogen|zieltoogde|zieltoogden|hebben|[[gezieltoogd]]|zieltoge}}
einde

begin
<!--zinspelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|zinspelen|zinspeel|zinspeelt|zinspelen|zinspeelde|zinspeelden|hebben|[[gezinspeeld]]|zinspele}}
einde

begin
<!--zoekbrengen/vervoeging-->
{{-nlverb-|zoekbrengen|breng zoek|brengt zoek|brengen zoek|bracht zoek|brachten zoek|hebben|[[zoekgebracht]]|brenge zoek{{bijzin}} zoekbrenge|||zoekbreng|zoekbrengt|zoekbrengen|zoekbracht|zoekbrachten}}
einde

begin
<!--zwachtelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|zwachtelen|zwachtel|zwachtelt|zwachtelen|zwachtelde|zwachtelden|hebben|[[gezwachteld]]|zwachtele}}
einde

begin
<!--zwavelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|zwavelen|zwavel|zwavelt|zwavelen|zwavelde|zwavelden|hebben|[[gezwaveld]]|zwavele}}
einde

begin
<!--zwelen/vervoeging-->
{{-nlverb-|zwelen|zweel|zweelt|zwelen|zweelde|zweelden|hebben|[[gezweeld]]|zwele}}
einde

begin
<!--zwierbollen/vervoeging-->
{{-nlverb-|zwierbollen|zwierbol|zwierbolt|zwierbollen|zwierbolde|zwierbolden|hebben|[[gezwierbold]]|zwierbolle|onerg=1}}
einde

begin
<!--zwijmen/vervoeging-->
{{-nlverb-|zwijmen|zwijm|zwijmt|zwijmen|zwijmde|zwijmden|hebben|[[gezwijmd]]|zwijme}}
einde