Eerste Kamerlid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Eerste Kamerlid (hulp, bestand)
- IPA: / ˌerstəˈkamərˌlɪt / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- Eer·ste Ka·mer·lid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Eerste Kamer en en lid zn , geschreven met twee hoofdletters en een spatie volgens spellingregel 6.M onder (3) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Eerste Kamerlid | Eerste Kamerleden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het Eerste Kamerlid o
- (politiek) (Nederland) volksvertegenwoordiger in het door Statenleden gekozen deel van het Nederlandse parlement, de Eerste Kamer der Staten-Generaal
- Hij is al tien jaar Eerste Kamerlid.
- ▸ Het Eerste Kamerlid ziet het nut niet van het project, waar inmiddels al 300 miljoen euro in geïnvesteerd is.[2]
Schrijfwijzen
- Eerste-Kamerlid (officiële spelling tot 2006)
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Eerste Kamerlid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Antoinette Reerink“En opnieuw haalt het EPD het niet: operatie mislukt, minister gered” (30 maart 2011) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 15
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Politiek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal