EHBO-instructeur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- EHBO-in·struc·teur
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van EHBO en instructeur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | EHBO-instructeur | EHBO-instructeurs |
verkleinwoord | EHBO-instructeurtje | EHBO-instructeurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de EHBO-instructeur m
- iemand die EHBO-cursussen geeft en les geeft in hoe men EHBO dient toe te passen