Dordrecht
Nederlands
demoniem | |
---|---|
inwoner | Dordrechtenaar |
mannelijke inwoner | Dordrechtenaar Dordtenaar |
vrouwelijke inwoner | Dordrechtse Dordtse |
bijvoeglijk | Dordrechts Dordts |
Uitspraak
Woordafbreking
- Dor·drecht
Woordherkomst en -opbouw
- via Middelnederlands Dordrecht van Oudnederlands Thuredrith, op te vatten als samenstelling van door bw en drecht zn "doorgraving", namelijk van de Merwede naar de Dubbel [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Dordrecht | - |
verkleinwoord | - | - |
Eigennaam
Dordrecht o
- (toponiem) stad in de provincie Zuid-Holland
- Een vriend van mij woont in Dordrecht.
- ▸ Vlakbij Dordrecht brak een dijk door, met als gevolg dat tientallen mensen verdronken.[2]
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'Dordrecht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Dordrecht op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Lotte Jensen“De strijd tegen het water wordt niet altijd gewonnen” (12 november 2021) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Eigennaam in het Nederlands
- Aardrijkskunde van Nederland in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal