Colombiaanse
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Co·lom·bi·aan·se
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van Colombiaan met het achtervoegsel -se
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Colombiaanse | Colombiaansen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Colombiaanse v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Colombia, of een vrouw afkomstig uit Colombia
Verwante begrippen
Demoniemen bij Colombia in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Colombiaan • inwoonster: Colombiaanse • bijvoeglijk: Colombiaans |
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Bijvoeglijk naamwoord
Colombiaanse
- verbogen vorm van de stellende trap van Colombiaans
Gangbaarheid
- Het woord Colombiaanse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.