CVS-patiënt

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  CVS-patiënt    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌseveˈʔɛspaˌʃɛnt / (5 lettergrepen)

Woordafbreking

• CVS-·pa·ti·ent

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  CVS zn  en  patiënt zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	CVS-patiënt	CVS-patiënten
verkleinwoord	CVS-patiëntje	CVS-patiëntjes

Zelfstandig naamwoord

de CVS-patiënt m

1. (medisch) persoon die lijdt aan het chronischevermoeidheidssyndroom

   ▸ Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 70 procent van de mensen met CVS meldt dat de symptomen begonnen na een infectie. Veel CVS-patiënten ervaren ook slaapstoornissen en symptomen die geassocieerd worden met auto-immuunziekten, zoals spier- en gewrichtspijn.

   ▸ In oktober 2009 beschreven Amerikaanse onderzoekers in Science dat ze bij cvs-patiënten het virus XMRV hadden aangetroffen, maar twee weken geleden moest het prestigieuze blad door de knieën. Er moet sprake zijn geweest van een laboratoriumbesmetting.

Gangbaarheid

• Het woord CVS-patiënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.