Briggel

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Brig·gel
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig von hat Duitse woord  Prügel zn 
m enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Briggel der Briggel Briggel die Briggel
datief me Briggel em Briggel Briggel de Briggel
accusatief en Briggel der Briggel Briggel die Briggel

Zelfstandig naamwoord

Briggel, m

  1. knuppel
  2. (plantkunde) boomtak
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: Briggel schmeisse
Opmerkingen
m enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief - - Briggel die Briggel
datief - - Briggel de Briggel
accusatief - - Briggel die Briggel

Zelfstandig naamwoord

Briggel, m (geen enkelvoud, plurale tantum)

  1. ransel
Afgeleide begrippen
Opmerkingen