Brazilianen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Brazilianen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- Bra·zi·li·a·nen
Zelfstandig naamwoord
de Brazilianen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord Braziliaan
- ▸ In een vak waarin zich uitsluitend Brazilianen bevonden was het feest.[1]