Bozen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Bo·zen
Woordherkomst en -opbouw
  •  Boze en  met de oude uitgang voor de bezitsvorm -en

Eigennaam

Bozen m

  1. (religie) (christendom) Satans, Duivels
     (…) hij smeekt Maria om bescherming tegen de macht des Bozen, om voorspraak bij haar Zoon, opdat de arme zondaar na dit leven niet de prooi worde van de Satan, (…)[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 mei 2023 Weblink bron “De gedichten van Anthonis de Roovere.” (1955), Uitgeversmaatschappij Tjeenk Willink, Zwolle, p. 47