Bosnisch-Servisch

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Bos·nisch-Ser·visch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Bosnisch-Servisch Bosnisch-Servischer
verbogen Bosnisch-Servische Bosnisch-Servischere
partitief Bosnisch-Servisch Bosnisch-Servischers -

Bijvoeglijk naamwoord

Bosnisch-Servisch

  1. (demoniem) gerelateerd aan de Servische inwoners van Bosnië en Herzegovina
    • Hoewel Van Hengel veel van dit soort denkers de revue laat passeren, die allemaal hun eigen sombere analyse maakten en ook allemaal met hun eigen ‘remedie’ kwamen, concentreert hij zich op drie van hen: de Nederlandse schrijver, psychiater en wereldverbeteraar Frederik van Eeden, de Duits-Joodse filosoof Erich Gutkind en de Bosnisch-Servische mysticus Dimitrije Mitrinovic. [1]
  2. (demoniem) gerelateerd aan de Servische Republiek als onderdeel van Bosnië en Herzegovina
    • Radovan Karadzic moet toch levenslang de cel in. (…) Het verschil met zijn eerder veroordeling van 40 jaar lijkt voor de 73-jarige Bosnisch-Servische leider miniem, voor zijn slachtoffers heeft het een symbolische waarde. [2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen