Boekhoutenaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Boek·hou·te·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Boekhoutenaar | Boekhoutenaren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Boekhoutenaar m
- (demoniem) een inwoner van Boekhoute, of iemand afkomstig uit Boekhoute
Verwante begrippen
Demoniemen bij Boekhoute in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Boekhoutenaar • inwoonster: Boekhoutse • bijvoeglijk: Boekhouts |
Gangbaarheid
- Het woord 'Boekhoutenaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.