Bijbelverhaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Bij·bel·ver·haal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Bijbel zn en verhaal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Bijbelverhaal | Bijbelverhalen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het Bijbelverhaal o
- (religie) een vertelling die voorkomt in de Bijbel
- ▸ Jezus staat centraal deze week voor Pasen waarin zijn lijden, zijn dood en zijn wederopstanding worden herdacht. Maria, moeder van Jezus, speelt in het bijbelverhaal een relatief bescheiden rol. En toch heeft Maria een enorme aantrekkingskracht op veel mensen.[1]
- ▸ De Ark van Noach, naar het schip uit het bijbelverhaal, maakt momenteel een tour door Noorwegen.[2]
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord Bijbelverhaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Tienduizenden zien Maria in al haar verschijningen in Utrecht” (14-04-2017), NOS
- ↑ Weblink bron “Ark van Noach crasht in Oslo” (10-06-2016), NOS