Identifier: gedenkzuilvanden00scha (find matches)
Title: Gedenkzuil van den Nederlandschen Krijgsroem in Junij MDCCCXV
Year: 1816 (1810s)
Authors: Scharp, Jan, 1756-1828
Subjects: Napoleon I, Emperor of the French, 1769-1821 Napoleon I, Emperor of the French, 1769-1821 Waterloo, Battle of, Waterloo, Belgium, 1815
Publisher: 's Gravenhage : J. Allart
Contributing Library: Harold B. Lee Library
Digitizing Sponsor: Brigham Young University

View Book Page: Book Viewer
About This Book: Catalog Entry
View All Images: All Images From Book
Click here to view book online to see this illustration in context in a browseable online version of this book.

Text Appearing Before Image:
Trip; de Luitenant-Kolonels Crocquenbourg, Groe-
nenbosch, Lechleitner, de Paravicini, van der Sande
en Westenberg; des Kroonprinfen Adjudant, de Graaf
van Stirum; de Kolonels de Bruin, Coenegracht en
van Thielen; de Majoors Ampt en van der Smisfen,
en de Kapiteins van Bisdom, de Haan, van Hemert
en van Heyden: wordende het getal van Dooden,
Gewondenen en Vermisten, bij de onderfcheidene Ba-
taillons, op ruim 4000 Man opgegeven.
Dezelfde lof behoort insgelijks aan ettelijke Spaan-
fche Officieren in dienst van Lord Wellington; zoo
als

136 Bijlage.

als de Generaals Pozzo-di-Borgo (*), Vincent, Muf-
lin, d"Alava en den Kapitein Miniusfir, als welken
de aan hun uitgevaardigde bevelen met de meeste
naauwkeurigheid en onverfchrokkenheid hebben uit-
gevoerd.

(*) Deze Graaf was Gezant van Z. M. den Keizer van
Rusland bij het Hof van Frankrijk. In Corfika geboren,
verdreef hij de Familie van Buonaparte van daar. Lord
Wellington in den Slag altijd verzeilende, werd hij aan des-
zelfs zijde gekwetst.

EINDE. ZE-

ZEGEZANG.

Text Appearing After Image:

ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID DE PRINS VAN ORANJE,
den arm in eenen sluijer dragende na de ontvangene wonde
in den slag van Waterloo.

Proefdruk

ZEGEZANG

"Hef aan, ó Zangeres! t geldt de eer der Nederlanders
Zing van Oranje's moed en zijne zegeftanders,
Zegy hoe Europa's beul ons vreedzaam erfdeel fchond.
En Nasfau's dapp're Telg de magt der hel weerftond.

Hoe? zou Brittanje, fier op onverwinbre helden,
Den lof van Wellington en van zijn heir vermelden?
Zou Pruisfen's Monarchij, op Blucher's lauren trotsch.
Vereeuwigen haar fchild en onbezweken rots?

[A] 2
En

ZEGEZANG.

En gij, op d'eigen grond, waar 't monfter werd verflagen,
Niet zingen van den Held, van zijn triomf gewagen?
Die, als een voormuur flond, niet wankelde of bezweek
Voor overmagt, noch list, met zijne bende week,
En met zijn edel bloed, aan 't Vaderland geheiligd,
Europa heeft bevrijd en Nederland beveiligd;

Neen! nog gruwt Bato's erf van t vreesfclijk gedrocht,
't Erkent zijn redding en de zege, duur gekocht!
En, fchoon 't nooit naar waardij , den jongen Held beloonde.
Die, als een fiere leeuw, zijn moed en krachten toonde,
't Vlecht kranfen om zijn hoofd, en eischt uw dankbaar lied.
Een hulde, Hem meêr waard, dan 't koude marmer biedt.

Note About Images