Bels

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Bels
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Duitse woord  Pelz zn , dat van de Middelhoogduitse woorden  bellīz zn , bellez en  belz zn  komt, dat weer van het Oudhoogduitse woord  pelliz zn  komt met afkomst van het Latijnse woord  pellīcia zn 
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Bels der Bels Belse die Belse
datief me Bels em Bels Belse de Belse
accusatief en Bels der Bels Belse die Belse

Zelfstandig naamwoord

Bels, m

  1. (zoötomie) vacht
  2. (zoötomie) pels
  3. (kleding) bolt
  4. gematteerde groei van haar of gras
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Opmerkingen