Baleaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Ba·le·aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Baleaar | Balearen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Baleaar m
- (demoniem) een inwoner van Balearen, of iemand afkomstig uit Balearen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Balearen in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Baleaar • inwoonster: Baleaarse • bijvoeglijk: Baleaars |
Gangbaarheid
- Het woord 'Baleaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.