Baad
Uiterlijk
- Baad
- Ontleend aan het Duitse woord Bad zn , dat van het Middelhoogduitse woord bat zn komt, dat weer von de Oudhoogduitse woord bat zn komt
- Afleiding van het Pennsylvania-Duitse werkwoord baade
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Baad | es Baad | Baade | die Baade |
datief | me Baad | em Baad | Baade | de Baade |
accusatief | en Baad | es Baad | Baade | die Baade |
Baad, o
- bad (in de zin van 'baden', een bad nemen', 'zich in een met water gevulde badkuip zetten en zich wassen')
- badkamer
- [2]: En Baad
Een bad
- [2]: Baadschtubb zn
- [2]: Baadzuwwer zn
Categorieën:
- Woorden in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits van lengte 4
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met audioweergave
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met IPA-weergave
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Duits
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Middelhoogduits
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Oudhoogduits
- Zelfstandig naamwoord in het Pennsylvania-Duits