Augenblicken
Duits
Uitspraak
- IPA: /ˈaʊ̯gŋ̍blɪkŋ̍/, (duidelijk uitgesproken) /ˈaʊ̯gŋ̍blɪkən/ of ook /ˌaʊ̯gŋ̍ˈblɪkn̩/, (duidelijk uitgesproken) /ˌaʊ̯gŋ̍ˈblɪkən/
Woordafbreking
- Au·gen·bli·cken
Zelfstandig naamwoord
Augenblicken mv
- datief meervoud van Augenblick