Naar inhoud springen

Augenblicke

Uit WikiWoordenboek
  • IPA: /ˈaʊ̯gŋ̍blɪkə/, of ook /ˌaʊ̯gŋ̍ˈblɪkə/
  • Au·gen·bli·cke

Augenblicke m, mv

  1. (verouderend) datief enkelvoud van Augenblick
  2. nominatief, genitief en accusatief meervoud van Augenblick