Abchasische
Duits
Uitspraak
- IPA: /apˈxaːzɪʃə/ of /apˈχaːzɪʃə/
Woordafbreking
- Ab·cha·si·sche
Zelfstandig naamwoord
Abchasische o (bepaalde vorm: das Abchasische)
Zelfstandig naamwoord
das Abschasische
- nominatief enkelvoud van Abchasisch
das Abschasische
- accusatief enkelvoud van Abchasisch