86-jarige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • 86-·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

86-jarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van 86-jarig
    • De vulkaan werd weer actief na een 86-jarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord 86-jarige 86-jarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de 86-jarigev / m

  1. persoon die 86 jaar oud is of iets dat 86 jaar bestaat
    • De 86-jarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid