40-jarig
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- 40-ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | 40-jarig |
verbogen | 40-jarige |
partitief | 40-jarigs |
Bijvoeglijk naamwoord
40-jarig
- 40 jaren durend
- Het 40-jarig bestaan van de club werd met een groot feest gevierd.
- met de leeftijd van 40 jaar
- Bij de brand viel helaas een 40-jarig slachtoffer.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 40-jarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.