196-jarig
Uiterlijk
- 196-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 196-jarig |
verbogen | 196-jarige |
partitief | 196-jarigs |
196-jarig
- 196 jaren durend
- Gedurende dit 196-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden.
- met de leeftijd van 196 jaar
- Het 196-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.
- Het woord '196-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 9 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal