-ari

Uit WikiWoordenboek


IJslands

Huidig
bestand
4
Uitspraak
  • IPA: / aˈɾi /
Woordafbreking
  • -ari
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Oudnoordse achtervoegsel -ari med herkomst van het Latijnse achtervoegsel -arius
  • Verwant met de Nederlandse achtervoegsels -aar en -er en met het Duitse achtervoegsel -er

Achtervoegsel

-ari, m

  1. -aar, -er (vormt mannelijke zelfstandige naamwoorden van werkwoorden voor iemand, die de handeling verricht, die het werkwoord benoemd)
    «leika + -ari → leikari»
    spel + -er → speler
  2. -er (vormt mannelijke zelfstandige naamwoorden van zelfstandige naamwoorden voor iemand, die een handeling verricht)
    «apótek + -ari → apótekari»
    apoteek + -er → apotheker
Afgeleide begrippen