Uit WikiWoordenboek

Spaans

Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Arabische achtervoegsel ـي (-iyy; "behorend bij"), de zogenaamde nisba. Het achtervoegsel is in Spanje doorgedrongen tijdens de Arabische overheersing (711-1492) en wordt daar veel meer gebruikt dan in het Nederlands, waar -i pas zeer recentelijk binnengekomen is.
  enkelvoud meervoud
mannelijk -íes
vrouwelijk -íes

Achtervoegsel

  1. vormt inwonersnamen van plaatsnamen, voornamelijk diegene uit de Arabische wereld.
    «Marruecos → marroquí»
    Marokko → Marokkaan
    «Iraq → iraquí»
    Irak → Irakees, Iraki
  2. vormt bijvoeglijke naamwoorden bij deze plaatsnamen.
    «Marruecos → marroquí»
    Marokko → Marokkaans
    «Iraq → iraquí»
    Irak → Iraaks
Opmerkingen
  • In het Spaans worden alle demoniemen met een kleine letter geschreven, of het nu bijvoeglijke of zelfstandige naamwoorden zijn. Dit in tegenstelling tot wat in het Frans of Italiaans gebeurt.


Tsjechisch

Uitspraak

Achtervoegsel

  1. nominatief bezield mannelijk meervoud van
  2. vocatief bezield mannelijk meervoud van