盗み

Uit WikiWoordenboek

Japans

Uitspraak
  • IPA: \nɯ.sɯ.mi\, [nɯ̟ᵝsɨᵝmi]
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

盗み

  1. diefstal
    «彼女盗み働く。»
    Ze heeft een diefstal begaan.
Schrijfwijzen
Synoniemen
  1. 窃盗
  2. 盗難
  3. 偸盗
  4. 略奪
  5. 掠奪
  6. 窃盗罪
  7. 盗取
Verwante begrippen
  1. 盗む stelen
Afgeleide begrippen
  1. 盗み取る stelen
  2. 盗み出す beroven
  3. 盗み聞き afluisteren
  4. 盗み見る een blik stelen
  5. 盗み食い een hapje eten
  6. 盗み読み stiekem lezen
  7. 盗み笑い grinniken
  8. 盗み録り stiekem een opname maken
  9. 盗み撮り stiekem een foto trekken