Naar inhoud springen

ящик

Uit WikiWoordenboek
  • я́·щик
enkelvoud meervoud
nominatief я́щик я́щики
genitief я́щика я́щиков
datief я́щику я́щикам
accusatief я́щик я́щики
instrumentalis я́щиком я́щиками
locatief я́щике я́щиках

ящик m

  1. doos, kist
  2. lade
  3. informeel: kijkkastje, kijkbuis (tv).
  • Latijnse transcriptie: jáščik