хуй
Uiterlijk
хуй m
- lul (geslachtsdeel van de man)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | хуй | хуи́ |
genitief | ху́я, хуя́ | хуёв |
datief | ху́ю, хую́ | хуя́м |
accusatief | хуй | хуи́ |
instrumentalis | ху́ем, хуём | хуя́ми |
locatief | ху́е, хуе́ на хую́ |
хуя́х |
хуй m
- (anatomie) penis, lul
- «Е́сли бы у ба́бушки был хуй, то она́ была́ бы де́душкой.»
- Als oma een lul zou hebben, dan zou ze een opa zijn.
- «Е́сли бы у ба́бушки был хуй, то она́ была́ бы де́душкой.»
- (scheldwoord) lul, klootzak
- «Что этот хуй здесь делает?»
- Wat moet die lul hier?
- «Что этот хуй здесь делает?»
хуй
Categorieën:
- Woorden in het Oekraïens
- Zelfstandig naamwoord in het Oekraïens
- Woorden in het Russisch
- Woorden in het Russisch van lengte 3
- Woorden in het Russisch met audioweergave
- Woorden in het Russisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Russisch
- Anatomie in het Russisch
- Scheldwoord in het Russisch
- Woorden in het Tabassaran
- Zelfstandig naamwoord in het Tabassaran