пропасть

Russisch

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

• про́пасть
  • IPA: /ˈpropəsʲtʲ/
  • Geluid:  про́пасть    (hulp, bestand)
• пропа́сть
  • IPA: /prɐˈpasʲtʲ/
  • Geluid:  пропа́сть    (hulp, bestand)

	enkelvoud	meervoud
nominatief	про́пасть	про́пасти
genitief	про́пасти	пропасте́й
datief	про́пасти	пропастя́м
accusatief	про́пасть	про́пасти
instrumentalis	про́пастью	пропастя́ми
locatief	про́пасти	пропастя́х

Zelfstandig naamwoord

про́пасть v

1. afgrond

   «Искусство балансирует между двумя пропастями — легкомыслием и пропагандой.»

   De kunst balanceert tussen twee afgronden: luchthartigheid en propaganda.

2. een boel, een heleboel

   «Экая пропасть цветов! »

   Wat een boel bloemen!

Werkwoord

	onvoltooid	voltooid
aspecten	пропадать	пропасть

	Voltooid aspect: пропасть
	Toekomend	Verleden	Gebiedend
я	пропаду́	пропа́л пропа́ла	—
ты	пропадёшь	пропа́л пропа́ла	пропади́
он она оно	пропадёт	пропа́л пропа́ла пропа́ло	—
мы	пропадём	пропа́ли	пропадём пропадёмте
вы	пропадёте	пропа́ли	пропади́те
они	пропаду́т	пропа́ли	—
	Voltooid deelwoord		Bijwoord
	bedrijvend	lijdend
	пропа́вший	-	пропа́в, пропа́вши

Voltooid aspect

пропа́сть

1. zoekraken, verloren gaan

   «В восемь-то лет из барского белья только одна рубашка пропала.»

   In zo'n acht jaar raakte er van meesters ondergoed slechts een hemd zoek.

2. verdwijnen

   «Аппетит пропал.»

   De eetlust verdween.

3. ten onder gaan, eraan gaan, sterven

   «Молчать, или вы пропали.»

   Koppen dicht of jullie gaan eraan.