Naar inhoud springen

пробка

Uit WikiWoordenboek
  • Mogelijk ontleend aan Nederlands prop, propke in de tijd van Peter de Grote.
enkelvoud meervoud
nominatief про́бка про́бки
genitief про́бки про́бок
datief про́бке про́бкам
accusatief про́бку про́бки
instrumentalis про́бкой
про́бкою
про́бками
locatief про́бке про́бках

пробка v

  1. prop
  2. kurk
    «Каждая десятая бутылка вина портится из-за некачественной пробки
    Een op de tein flessen wijn bederft vanwege een ondeugdelijke kurk.
  3. verstopping
  4. (verkeer) file, opstopping
    «Больше не нужно стоять в пробках
    Bovendien hoef je niet in de file te staan.
  5. (elektrotechniek) stop
    «Кипятильник был у него, но из-за большой нагрузки пробки вышибало.»
    Hij had een boiler maar vanwege de grote belasting deed deze de stoppen springen.