Naar inhoud springen

любовь

Uit WikiWoordenboek
  • IPA: lʲu'bo̞fʲ
enkelvoud meervoud
nominatief любо́вь
genitief любви́
datief любви́
accusatief любо́вь
instrumentalis любо́вью
locatief о любви́


любовь v

  1. liefde
    «Любовь к родине»
    Liefde voor het vaderland