δεξιά

Uit WikiWoordenboek

Oudgrieks

Woordherkomst en -opbouw
  • De vrouwelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord δεξιός ("rechts, rechter-"), waarbij χείρ ("hand") verzwegen is.

Zelfstandig naamwoord

δεξιά v

  1. rechterhand
  2. belofte (bekrachtigd door een slag met de hand)
  3. rechterkant
Verbuiging