δίκη

Uit WikiWoordenboek

Oudgrieks

Woordherkomst en -opbouw
  • Van de Proto-Indo-Europese wortel *deyḱ-. Vergelijk het Sanskriet दिशा (diśā) en de Latijnse woorden dicere ("zeggen"), decet ("het past") en digitus ("vinger"). Ook het Nederlandse woord teken bevat deze wortel.

Zelfstandig naamwoord

δίκη v

  1. gebruik, gewoonte
  2. recht
  3. rechtspraak, vonnis
  4. rechtsgeding, privéproces
Verwante begrippen
Verbuiging